17 18
Comm. Landr.: Willem Jobse Goeree, Pieter Willemsse,
Mr. Jan Aertse.
Ouderm.: Mr. Pieter Leenaerts, Jacob Cornelisse
Molenaer.
1586â?? 1587.
Balj.: Jr. Wolf. van Borsselen.
Burg : David Jacobsse, Maerten Willemse {Driewege?).
Schep.: Marinus Jansse Mezoek, Hieronymus Ver-
straeten, Stefea Adriaansse (Huissen), Nicolaas Jansse
(Coussemaker), Cornelis Antonisse (Ossewaaxde), Cornelis
Gillisse (Brouwer?), Adriaan Willemsse, overl. 1587,
1 Febr. 1587 in zijn pl. verkozen Maarten Cornelisse
Mazuur, Hubregt Adriaansse (Wissekerke ?), Mattheus
Smallegange.
Pens.: Silvester van Campen (werd Pens. 27 April
1587).
. Secr.: Mr. Jacob Potegors, Mr. Albert Joachim, 27
April 1587.
Weeshr: Jan Foortse. ter Veste, Pieter Borsselaar.
Comm. Landr.: Willem Jobse (Goeree?) Pieter WilÂ
lemse, Mr. Jan Aertse.
Ouderm.: Mr. Pieter Leonarts, Jacob Cornelisse Meu-
lenaar.
1587â?? 1588.
Balj.: Jr. Wolf van Borsselen. â?¢
Burg.: Willem Jobse Goeree, Maarten Willemse
(Driewege ?).
Schep.: Adriaan Aernoutse, -Cornelis Claesse Bonsink,
Mattheus Michielse, Pieter Willemse, Cornelis Jaspersse,
Jeronymus Verstraeten, Nicolaas Jansse Cousemaker,
Cornelis Gillesse (Brouwer?), Adriaan Willemse.
Pens.: Silv. van Campen.
Secr.: Als vorig jaar.
Rentmrs: Jan van Stapelen, Pieter Jansse van Oossten.
Ouderm.: Dignus Jacobse Backer, Simon Hendrikse,
welke laatste vier personen tevens kiesheeren waren.
1588â?? 1589.
Balj.: Als voren.
Burg.: Steven Adriaense Huyssen, Willem Jobse
Goeree.
Schep.: Adriaen Aernoutse, Hubregt Adriaense
(Wissekerke?), Pieter Willemse, Pieter Borsselaer, MatÂ
theus Smallegange, Pieter Croone, Cornelis Jasperse,
Cornelis Claesse Bonsink, Mattheus Michielse:
Pens.: {
Secr.: Als voren
Weeshn.: Hieronymus van der Straeten, Maerten
Willemsse (Drieivege?).
Comm. Landr.: Cryn Bouwensse, Cornelis Gillisse
(Brouwer?), mr. Pieter Levendaele.
Stad Rentmrs.: Simon Hendrikse Bakker, Michiel
Cornelisse.
Ouderm.: Willem Paulusse Dijkwel, Rombout de
Potter.
(Wordt vervolgd.)
Het wapen van Bogge of Bugge,
doo r J. D. WAGNEU.,
Deze Delflandsche familie voert, zooals algemeen
bekend is, in go. drie zwarte vogels. Eenè kortelings
door mij aangekochte oorkonde brengt mij tot de geÂ
dachte dat oorspronkelijk het wapen van Bogge een
steenbok geweest is.
â??Florijs Katerijn Vrouwe van den Woude doe cond
allen luden, dat ic ghegheuen heb end gheve mit desen
open brieve heren Jacob Jan priester alzulke provende
end aelmisse guede als heer Willaem Aernds zoen, dair
God die ziele of hebben moet, van minen vader eerst
end na van mi had, dair. heer Jacob Jan voirss een
transumpt of een vidimus van der bewisinghe van den
renten of heeft bezeghelt mit Hughe Dammaes zoens
end Gherijt Willaems zoens zeghelen. In kennesse
bezeghelt mit minen zeghel. Int jair ons heren dusent
driehondert twee end tachtich des Zaterdaghes op die
octave van pijnxster avont (d. i. 31 Mei 1382)'.
Op de achterzijde van het perkament staat met een latere
hand: â??een brief van der cappelrien te Delf.' Aan den
brief hangt nog het vrij wel gave zegel van de Vrouwe
van den Woude. Het is in groene was en 26 millimeter
in diameter, vertoonende een schild omgeven door gothi-
sche versieringen en de woorden Flo vrouwe van
W Het schild is gevierendeeld: 1 en 4 een
klimmende steenbok, 2 en 3 een viool.
Cornelis van Alkemade schrijft in een zijner vele
handschriften: â??Jacop die 14 (?) Heer van Woude Jacobs
zoen Ridder, deze nam eerst te wijve Vrouwe Elysabeth
Dirx dochter van der Does, maer zy en hadden gheen
kinder te saemen, daer nae nam hij een ander wijn7 een
rijckmans dochter van Delfft, geheeten Jan Bogge,
ende was genompt Joncvrou Floris Katrijn en was een
dochter van Zweeten ende.was int jaer 1370, daer hij
mede nam in huwelick groote goeden in Delfïïant en
in Maaslant.'
Dit verhaal wordt door andere bronnen bevestigd,
namelijk dat Floris Katrijn eene dochter was van Jan
Bogge bij Catarina van Zwieten.
En nu haar zegel. Met het wapen van haar man van
den Woude: een dwarsbalk, vergezeld van drie wasseÂ
naars , zegelt ze niet, wel met een gevierendeeld schild,
waarin 2 en 3 Zwieten is. Dit laatste beweer ik, omdat
oudtijds een zelfde geslacht onverschillig met één of drie
van de door dat geslacht gevoerde wapenfiguren zegelde.
Zwieten voert gewoonlijk drie viool en, doch hier slechts
één. Zoo zegelt de vermoedelijke stamvader van het geÂ
slacht Storm van 's Gravesande met één vogel, terwijl
het tegenwoordige wapen er drie telt. Eveneens vindt
men in Macco's werk over de familie Pastor dat de eerste
van dien naam één klaverblad, de lateren drie klaverÂ
bladen voerden. _ In 1302 zegelt Wolterus de Keppele,
f amulus, filius quondam Theoderici militis de Keppele met
één schelp en een ieder weet dat Keppel er drie voert.
Indien nu in het gevierendeeld wapen 2 en 3 Zwieten
is, dan kan het niet anders of 1 en 4, de steenbok, moet
Bogge zijn.
De Yvoxxw.van den Woude voert zeer merkwaardig de
dubbele voornaam Florijs Katerijn, waarop reeds de
Heer Beelaerts van Blokland in de Bijdr. voor Vaderl.
Gesch. en Oudheidk. ons attent gemaakt heeft. Hier is
althans eene verklaring er 'voor te vinden, zij heeft
willen uitdrukken dat zij dochter van Catarina van
Zwieten was en dus als het ware Floris Catarinadochier
heette.
Welk archief mag ik deze kleine oorkonde schenken ?