De Nederlandsche Leeuw, jaargang 32 (1914)

379 380 Huis de Kruishorst op Veluwe Zoom, Dinsd. 4 Julij 1797.en zijne weduwe overleed te Arnhem den 18 Februarij 1824. (Wordt vervolgd.) Stamreeks Leyssius, door Jhr. Mr. Th. VAN RHEINECK LEYSSIUS. In verband met het aanstaande verschijnen van een artikel Leyssius in Nederland's Adelsboek van 1915, meen ik de aandacht te moeten vestigen op het feit dat de in jaargang 1908 dier uitgave als tweede generatie vermelde Anthony Leyssius geen zoon is van Frangois Leyssius en Anna de Hase, omtrent welke personen trouwens niets zekers bekend is. Anthony Leyssius werd blijkens de acten zijner beide huwelijken te Goe s geboren en is 21 Jan. 1671 in de Nieuwe Kerk te Middelburg begraven. Hij huwde 1° te Middelburg 2 Sept. 1648 Esther (of Hesther) van Laren, dochter van Adriaen van Laren en van Lysabeth Boursse, welke echter reeds spoedig overleed en 16 November 1648 in de Choorkerk aldaar is begraven. â??Pieter Leyssius, tot Goes , broeder van den bruydegom' consteerde in dit huwelijk. 14 Juli 1649 ondertrouwde Anthony te Groningen als de â??Erentfeste i) Antonius Leitziüs' Catharina Mayvart, geb. te Groningen, dochter van Prof. Dr. Frangois Mayvart en van Judith Boursse. Dit huwelijk werd 1 Sept. daarna te Middelburg gesloten. Anthony's oudste zoon, 22 Sept. 1650 te Middelburg gedoopt, ontving den voornaam Adriaen. Hierdoor reeds ontstaat het vermoeden dat Anthony's vader ook Adriaen heette. Gaan wij na of zulks het geval kan zijn? 16 Mei 1644 huwden in de Nederd. Herv. Kerk te Goes â??Maerten Adriaenszen j. g. van der Goes ' en â??Grietgien Quirijns j. d, van der Goes. ' â??Pieter Adriaensz., broeder van den bruydegom ende Saerken Crijns 2) moeder van de bruyd consenteerden'. 23 Nov. 1649 werd te Goe s gedoopt Quirijn, kind van â??Marten Adriaensz.Leynssen', get. â??Pieter Adriaensz. Leynssen ende Susanneken', 4 Oct. 1652 Sara, kind van â??Marten Leysiüs', get. Sara de Wint, 2) 31 Mei 1654 Adriaen, kind van â??Meerten Leysing', get. Sara de Wint, 16 Oct. 1658 Sara, kind van â??Maerten Leitsches', get. Sara de Windt, 31 Aug. 1663 Pieter, kind van â??Maerten Leysiüs ende Magrieta Quyrijns,' get. Willemine Quyrijns. M. i. staat dus vast dat Maerten Adriaensz. = Maerten Leyssius en dus ook Pieter Adriaensz. = Pieter Leyssius. Dezen Pieter Leyssius, later majoor der stad Goes , troffen we in de huwelijksacte van Anthony L. en l) De hier gegeven qualificatie â??Erentfeste' welke in de 16e eeuw nog adelspraedicaat was, doch in de 17c eeuw tot eenigszins ruimeren kring werd uitgebreid, wettigt de vraag aan welke categorie van personen deze betiteling circa 1648 te Groningen werd toegekend ? Misschien is hieruit een conclusie te trekken omtrent den aard van het ambt van Anthony L. â?¢) Saerken heette door haar huwelijk Crijns of Quirijns, van ge­ boorte de Windt. Esther van Laren aan als broeder van eerstgenoemden. Dus heette de vader van Anthony L. Adriaen en niet Francois. Het weglaten der familienamen was is Goe s in de eerste helft der 17e eeuw nog zeer in zwang. Leynssen, Leitches en Leysing zijn meer voorkomende verschrijvingen voor Leyssius. _ Omtrent de 4 aan Adriaen L. voorafgegane generaties leverde het in gang zijnde, doch nog niet afgeloopen onderzoek vele gegevens , welke ik echter meen te moeten bewaren tot er een geheel van te maken is. Intusschen lijkt het mij wenschelijk het in het adels boekje vóór generatie I vermelde onbewezen deel der stamreeks, hetwelk kennelijk uit de pen van een 18° eeuwsch genealoog gevloeid is, voorloopig op te bergen. Later hoop ik daar nog eens op terug te komen en aan te toonen wat daarin waarheid en wat fictie is. Ter aanvulling diene nog dat Frangois Leyssius (generatie III) 6 Nov. 1653 te Middelburg is gedoopt en 20 Jan. 1686 huwde met Judith In de Betou, dochter van Jan In de Betou en Judith van Ihoor, gedoopt te Maastricht 24 Juni 1654. Boekaankondiging. Nadat in het begin van dit jaar van de hand van den heer W. Wijnaendts van Resandt de â??Inventa­ ris van het Oud-Archief van het kasteel Mid dachten, deel II' het licht had gezien, in welk werk deze ijverige en kundige genealoog de regesten verschafte van ruim vierhonderd belangrijke oorkonden uit genoemd archief, verscheen onlangs van denzeltden schrijver een nieuwe studie: De afkomst van de Familie 'de F li nes. (Blikman en Sartorius. Amsterdam. Niet in den handel.) â?? Het is een bekend feit, dat bij een zeer groot gedeelte der van Fransche refugiés afstammende fami­ lies de overlevering vasten wortel heeft geschoten, dat zij uit adellijke voorouders zijn gesproten. Dit is te eer­ der het geval bij geslachten, die het â??particule' de voor hun naam voeren. Men behoeft wel niet het werk van den geestigen Franschen schrijver Jean de Bonnefon, â?¢ getiteld: La Noblesse de France ei les Anoblis de la Be publique, gelezen te hebben, om te weten dat aan dit â??particule' als bewijs voor adel slechts betrekkelijke waarde is te hechten. In de Zuidelijke Nederlanden en . in het aan deze streek grenzende Fransche gebied is de veelal slechts het equivalent van het voor zooveel niet adellijke Nederlandsche namen voorkomende van. Dat ook bij het geslacht de Flines steeds ten onrechte aan adellijke herkomst was gedacht, toont ons de schrij­ ver aan de hand van talrijke officieele bescheiden, af­ komstig uit de â??Archives Générales' te Brussel (archief van de voormalige â??Chambre des Comptes'), uit de â??Ar­ chives seigneuriales du Hainaut' te Mons, de â??Archives communales' te Doornik enz. enz. ten duidelijkste aan. Niet Mikiel der Flines dit Capelle, écuyer, die in 1390 te Doornik leefde, was â?? gelijk een in 1828 versche­ nen genealogie dier familie wilde doen gelooven â?? de stamvader der Nederlandsche de Flines', maar de burger Philippe de Flines (de Flenne, de Fleyn), in 1560 te Watrelos bij Rijssel woonachtig en vermoedelijk gehuwd met Jenne del Plancke uit laatstgenoemde plaats. Zijn wij den heer Wijnaendts van Resandt dus dank