De Nederlandsche Leeuw, jaargang 32 (1914)

149 150 1719. -Jan. 22. Anthoni Palthe schoolmeester sijn dochter Gesina Elsebe. 1721. Mei 11. Anthoni Palthe zijn dochter Elsebeen. 1727. Nov. 2. Anthoni Palthe zijn soone Jan Arend. 1731. Febr. 18. Anthoni Palthe de burgemeester zijn dochter Johanna. 1739. Dec. 6. Cornelia, dochter van Elsebeen Palthe, vader niet vermeld. Uit het doodenboek: 1702. Martij 2 D°. Johannes Palthe overleden, predicant te Denekamp. 1710. Juni 28. Anthoni Palthe syn dochter Helena. 1714 Nov. 18. Anthoni Palthe schoolmeester zijn kind Perk. 1719. Febr. 26. Henricus Palthe overleden. 1721. Nov. 30. Florentina Palthen overleden. ' 1722. Dec. 29. is overleden Berend Palthe, soon van wijlen D°. Gerhardus Palthe (eerste gereformeerde praedicant alhier te Denekamp en broeder van wijlen D°. Johannes Palthe, in leven insgelijks alhier praedicant te Denekamp) en welke voorgen. Berend Palthe orgelist en schoolmeester, daarbij seer lange jaren alhier Diaken en daarna tot zijn dood toe ouderling van onse gemeente geweest is. 1723. Febr. 6. Anthoni Palthe overleden, organist en schoolmeester alhier te Denekamp. Voor een deel bevestigen zij de in de uitgebreide ge­ nealogie Palthe in Nederland's Patriciaat vermelde ge­ gevens , voor een ander deel vullen zij die aan. Uit de bovenstaande data en namen concludeer ik dat de aldaar sub IX 4 genoemde Ds Bernardus Palthe, niet predikant te Veldhuizen was, maar schoolmeester en organist in zijn geboorteplaats Denekamp, en aldaar 1722 overleden. Misschien was de sub X vermelde Henricus Palthe, die te Groningen studeerde in 1661, de bedoelde predikant, waarop zou kunnen wijzen dat Aleida Palthe en Ds. Joh. Henr. Weerman in 1704 door een D°. Henr. Palthe kerkelijk werden getrouwd, doch dit kan ook een zwager van Ds. Weerman geweest zijn, mogelijk de 26 Febr. 1719 aldaar overleden Henricus Palthe. Anthoni Palthe, de schoolmeester, zal de 4 Juni 1677 gedoopte zoon van Berend Palthe en Gesina Wamers zijn, die 6 Febr. 1723 overleed. Hij liet, waar 18 Nov. 1714 zijn tweede zoon Derk overleed, denkelijk geen mannelijk oir na. Gerryt Jan Palthe, die 11 Jan. 1680 gedoopt werd als zoon van Berend Palthe zal dezelfde zijn die Mei 1703 met Bartha Elisabeth Stoppers weduwe Tyneke is getrouwd. Anna Judith Palthe, die met Muhlfort trouwde had 5 kinderen, waaronder één zoon: Gerryt Andries M. mogelijk naar den vader genoemd. Een der meisjes heet Berendina. Denkelijk is Anna Judith ook .uit den staak Berend Palthe. Margaretha Palthe, die 1725 met Willem Sombergh en Anna Magdalena Palthe die 1726 met Derk Som­ bergh, beiden uit Bentheim, trouwde stammen vrij zeker ook uit den tak van Berend Palthe, die na Gesina Wamers met Anna Somberch uit Bentheim trouwde. De naam Gesina Palthe doet vermoeden, dat zij een Haar man Daniël Ruink was naar den naam te oor deelen een zoon van Hendrik Ruink en van Bartha Elizabeth Weerman, te Almelo. Zij was een zuster van Ds. Joh. Henr. W'eerman, die raetAleida Palthe trouwde, en een dochter van Daniël Weerman â??raadsverwalter' te Almelo. De in 1703, 1709 en 1711 geboren kinderen zijn van den burgemeester Antoni Palthe. De in Juli 1709 geboren Magdalena is denkelijk dezelfde als de Juni 1710 overleden Helena. 't Kind zal wel Lena genoemd zijn. De filiatie van de in de genealogie Palthe in Neder­ land's Patriciaat ontbrekende staak wordt dus denkelijk: Berend Palthe, schoolmeester f 1722 te Denekamp huwde a. Gesina Wamers, b. Anna Somberch. â?¢ kleindochter van Berend P. en Gesina Wamers was. Hieruit : I. Gerryt Jan Palthe, gehuwd met Bartha Elizabeth Stoppers. II. Anthoni Palthe, f 1723 organist en schoolmeester gehuwd met Aleyda Meyers. III. Anna Judith Palthe, gehuwd met Georg Andreas Muhlfort 1717. â?¢ IV. Henrica Palthe, gehuwd met Sebastiaan Fox 1721. Uit I mogelijk: Margaretha Palthe, gehuwd met Willem Sombergh. Anna Magdalena Palthe, gehuwd met Derk Som­ bergh. Gesina Palthe, gehuwd met Daniël Ruink. Uit II: Derk Palthe, jong overleden. Derk Palthe. Gesina Elsebe Palthe. Elsebee Palthe. LIJSTE VAN DE HEEREN Balliuwen, Burgemeesters, Schepenen, Raden DER STAD GOES, mitsgaders der Kiezers en Subalterne Collegien over zooverre dezelve uit de oude Notulen en andere aanteekeningen hebben kunnen worden nagespeurd. â?? A° 1761. (1423â??1649). (Vervolg van XXXII, 84.) Medegedeeld door Jhr. Mr. TH. VAN RHEINECK LEYSSIUS. 1602â?? 1603. Balj.: Mr. Jacob de Witte. Burg.: Hieronimus Mathijsse Verstraten, Cornelis Gillisse Brouwer. Schep.: Hubrecht Adriaanse, Maarten Mazuur, Pieter Willemse, Pieter Janse van Oosten, Nicolaas Michielse Oosdijk, Pieter Cornelisse van Schuilen, Dignus Jacobse Keetlaer, Willem Mertze Driewege, Jan Jacobse Bom. Secr.: Mr. Albert Joachimi, Mr. Cornelis Brune, Mr. Boudewijn de Witte. 1603â?? 1604. Balj.: Mr. Jacob de Witte. Burg.: Cornelis Gillisse Brouwer, Cornelis Adriaanse Soetwater. Schep.: Steven Adriaanse Huissen, Pieter Willemse, Nicolaas Michielse Oosdijk, Jan Claese Bakker, Pieter Cornelisse van Schuilen, Jan Jacobse Bom, Pieter Cor­ nelisse Mathijsse (van Campen), Mr. David Vernissius, Adriaan Andriesse (Wissekerke?).