De Nederlandsche Leeuw, jaargang 33 (1915)

87 88 woord: Marnix o p de n bodem va n d e kroes konden doen vermoeden da t Marnix d e gever was. Neen, he t is eene schenking va n Philips va n Noircarmes, heer van Sainte-Aldegonde (d e man di e al s lid van d e Con seil de s troubles o f de n Bloedraad he t vonnis mede uitsprak tegen Philips van Marnix, Heer van Mont Sainte Aldegonde aa n zijnen broeder de n Baron d e Selles. Dit zegt he t opschrift o p de n bodem e n zoude men met eenige kennis van d e genealogie aanstonds bevestigd hebben gevonden. I Jacques d e Marnix d e Toulouse, baron d e Pottes épousa 1 ° 1535 Marie d e Hemericourt. Philippe de Marnix Gerard d e Marnix, seigneur de Mont Sainte-Aldegonde l ) baron d e Pottes. né a Bruxelles 1538, mort a Leide 15 Déc 1598. II Jean d e Sainte-Aldegonde,2) seigneur d e Noircarmes, mourut l e 1 1 Janvier 1538 épousa Marie d e Rubempré. Philippe de Sainte-Aldegonde, Jean d e Noircarmes, seigneur de Noircarmes, baron de Selles, membre du Conseil des troubles,' fait prisonnier a Bouehain 1580, grand bailli d u Hainaut, mort en prison a Rammekens 1584. mourut a Utrecht 5 Mars 1574. De tak de r Marnixen, afstammende van den grooten vriend va n de n Zwijger, i s i n 1599 i n mannelijk oi r uitgestorven. Die van zijnen broeder, den baron d e Pottes, leeft nog voort i n d e tegenwoordige Belgische Graven de Marnix de Sainte-Aldegonde. Zi j heetten to t vóór 1881 alleen de Marnix, doch kregen toen d e vergunning o m bi j hunnen geslachtsnaam dien va n Sainte-Aldegonde t e voegen, al s hebbende hun beroemde bloedverwant dien naam gedragen. Tevergeefs hebben d e Pransche Graven de Sainte-Aldegonde zich tegen deze aanname verzet, hun werd echter duidelijk gemaakt, dat hun familienaam de Noircarmes was, 'als afstammende i n d e rechte lijn van Philippe d e Noircarmes, terwijl verder d e heerlijkheden Sainte-Aldegonde e n Mont Sainte-Aldegonde niets me t elkander t e maken hebben. . Wat n u verder d e kroes in kwestie aangaat, daarover zal i k mij geen oordeel aanmatigen, al s zijnde niet ge ­ noeg kenner de r kunstnijverheid, maar wel mag ik hier memoreeren, dat zeer bevoegden mij gezegd hebben, dat de bodem e n he t overige gedeelte van d e kroes onmo­ gelijk van denzelfden tijd kunnen zijn, ja, dat dit zelfs niet he t geval zo u blijken t e zijn met het graveerwerk aan de n bovenrand van de n kroes e n d e medaillons. Vrijheerlijkheid Oudheusden, Elshout en Huiten, medegedeeld door Jhr. A . A . G . C . DE ROTTE. (XXXI, 313). Gerard van Oudheusden, volgt i n 1626 zijn broeder op, zijn dochter: Maria Anna van Oudheusden wordt bij overlijden haars !) Bij Binche i n Henegouwen, komende van d e Hemricourt's. 2) Bij S' . Omer i n Artois. vaders i n 1641 beleend. Zi j huwt Pieter de Huter (zoon van Jan d e Huter e n Anna d e Vooght van Rijnevelt). Hun dochter: Charloüe Juliana de Huter, brengt door haar huwelijk met Frederik Ignatius van Bueren, geb . 2 7 October 1650 (eenige nagelaten zoon van Balthazar van Bueren, heer va n Zuijdtvoort e n d e Amelisweert e n Vrouwe Beaterix d e Wael van Vroonesteijn} o p de n 9 Januari 1678 voor de n pastoor va n Oudheusen e n de n 10don derzelfde maand voor de n gerechte van d e Vrijheerlijk­ heid va n Oudheusden, Elshout e n d e Huiten d e heer­ lijkheid aan he t geslacht van Bueren. Hun dochter: Petronella Jacoba van Bueren, geb . 1 2 Maart 1686, en denzelfden da g gedoopt voor den pastoor van Oud­ heusden, overl. 13 Sep* 1751, trouwt 3 April 1707 Valerius van Cammingha, Majoor va n ee n Regiment infanterie ten dienste van de n Staat der Ver. Nederlanden, overl. 17 April 1764, ou d 8 2 jaar, waardoor d e heerlijkheid aan Cammingha komt. Hun zoon: Frederik Ignatius van Cammingha overl. ongh. 20 Dec. 1768, ou d 5 5 jaar. Zijn broeder: Gerrit Ferdinand van Cammingha, overl. 27 Dec. 1770, oud 5 5 jaar, laat di e heerlijkheid n a aa n zijn broeder: .Douwe (o f Dominicus Vitus) van Cammingha, overl. 1794, ou d 7 6 jaar, laat d e heerlijkheid n a aa n zijn schoonbroeder: Tjaïling Minno Watze Maurits Baron van Asbeck z u Berge und Munsterhausen, gehuwd met Susanna Bar bara van Cammingha. Hun dochter: Barsse Everarda Johanna Maria van Asbeck, geb. 1762, overl. 1829 o p Tjaerdastate, huwt Johannes Theodorus Franciscus de Botte, geb . 1744, f 1812 o p Tjaerdastate. Hun zoon: Jhr. Maurits Calixtus Franciscus Johannes de Botte, heer van d e vrijheerlijkheid Oudheusden, Elshout en Hui­ ten, geb . 1788, overl. 1846, verkoopt d e heerlijkheid in 1846 aa n de n Heer G. C. Bax t e Heusden. Aanvragen om naamsverandering, -aanneming en- toevoeging, voorkomende in de Javasche Courant 1914. (Vervolg van XXXII, 216). Medegedeel d doo r Mr . P . C . BLOYS VAN TRESLONG PRINS. 33. J. C. I . Schenck, ass . de r Kroewoeh Estates Ltd. te Wlingi, (Zi e oo k n°. 29, kol. 216 van jaarg. XXXII) verzoekt zich t e mogen n . e n s. J. C. I. Teengs Schenck. (Jav. Cour. 3-7-'14 n° . 53) . 34. Johan Pieter Frederik Muller, particulier te Batavia, heeft de n G.G. verzocht zich t e mogen n. e n s. Sijthoff Muller. (Jav. cour. a . v. ) 35. Notaris H. Snellen verzoekt voor zijn minderjarigen zoon Nicolaas Messchaert e n diens wettige nakomelingen vergunning zich t ë mogen n . e n s. Messchaert Snellen. (Jav. cour. a . v. ) 36. Willem Hendrik zich noemende Van Delden te Tj abak (Blora) verzoekt zich t e mogen n. en s . Van Delden. (Jav. cour. 23-9-1914.) 37. Anna Albertina Christina verzoekt d.d. Semarang 30-9-'14 zich t e mogen n . e n s . Schmidhamer. 38. H. N. Boerrigter verzoekt voor zijne pleegdochter Helene vergunning zich t e mogen n . e n s . de Eerens. (Jav. cour. 16-10-'14.)