De Nederlandsche Leeuw, jaargang 34 (1916)

73 74 Bijdragen tot de geschiedenis van eenige geslachten in de 16e en 17e eeuw gevestigd in 's Gravenzande en Sandambacht, doo r G. B. OH. VAN DER FEEN. (Vervolg van XXXIII, 837.) III. 3. Adriaen (Arien) 1) Pieterszn. Ho ij er (ook wel: die Ho ij er), ook gen.: *Adriaen Pier Thijszn. de H oei] er (a) waarschijnlijk ge­ boren omstreeks 1533 (B. st. II (g) en (l)), over­ leden tusschen 3 en 17 Mei 1574 (b), Burge­ meester van 's Gravenzande (1568) (c) Heilige Geestmeester (1573) (d), woonde bij den achter­ molen (e). Hij gebruikte in 1561: 8 morgen en 8 hont huur- en 4| hont eigen land gelegen binnen de vrijheid van 's Gravenzande en Sand­ ambacht, met een gezamenlijke huurwaarde van 70 £ 15 sch. (f). Hij was gehuwd, waarschijnlijk omstreeks 1560 (g) met [*Maritge Jorisdr.]. overleden na 1579 (h). Hij liet bij zijn dood vier hinderen achter: twee zoons en twee dochters (i) (zie IV 1, 2 en 3) *Matthijs Pieterszn. (zie III 7) en*Adriaen Joriszn., ooms van vaders- en moederszijde waren voogden over hen (1c). Een der kinderen werd opgevoed ten huize van *Cornelis Wil lemszn. Langeneel, en een ander bij zijn oom *Adriaen Joriszn. (I). Zij heetten: (i). IV. 1. Pieter Adriaenszn. (Arijsze) Hoijer, die volgt. 2. Neeltje Adriaensdr. (Arijsze) Hoijer, gehuwd met Cornelis *Lenaertszn. Coeman, wonende op Staelduijnen. Zij hadden ééne dochter (A). A Dijngenon Cornelisdr., gehuwd met F1 o ris Korsse van Couwenho ven, van Stael­ duijnen, wonende aan den Delffclandschen Maas­ dijk in Sandambacht, Schepen van Sandambacht (1643â??1652). (Zie bij het geslacht Go uwen­ ho ven). IV. 3. [ ] Adriaensdr. (Arijsze) Hoijer, ge­ huwd met *Pieter Gilliszn., timmerman op Honshol redijk. * 4. J a n A d r i a e n s z n. (A r ij sz e) H o ij e r (* H oij), overleden in 1608 (m1), woonde aan den Maas­ dijk in Sandambacht, was'gehuwd met *Trijntgen Maertensdr., zuster van *Crijn Maertenszn., bleeker Naaldwijk (n), overle­ den einde 1606, of begin 1607. Zij hadden vier hinderen (m1): A, B, C en D. A. Adrijaan (Aren) Janszn. Hoijer, geboren in Mei 1597, [overleden te Voorburg], [Schepen van Voorburg], [liet geen kinderen na]. B. Jannetge Jansdr. Hoijer, geboren Licht­ mis (2 Februari) 1598. C. Maertge (Maritge) Jansdr. Ho ij er, ge­ boren Vastenavond (4 Februari) 1602, overleden waarschijnlijk te 's Gravenzande omstreeks 1643, *) Het gecursiveerde en <ïé niet met een * gemerkte namen staan vermeld in het fragment uit de genealogie Hoijer en het geslachts­ register Hoijer, zie de Inleiding. was gehuwd met *Maerten Janszn. Bruijn, hadden één zoon (o) '). D. Sijmon Janszn. Hoijer, geboren 19 Maart 1604, [overleden in Ned. Indië, zonder kinderen]. Bewijsstukken. nr. (a) Zie: Kaartboek van de landen behoord hebbende aan het klooster der Regulieren te 's Gravenzande door Coenraet Ollen, gezworen landmeter van Delfland, anno 1566 fol. VI, vergelijk ook fol. XV, en het cohier van de ÏO penning van 's Gravenzande, 1561, fol. 1. en 3. (&') Ghijs Adriaensz., waert op ten dijck, getuijcht vóór schepenen der hooge heerliekheyt van Honsholredijck, ten versoucke van Adriaen Pieterszn. de Hoijer t's Gravesandt, dat hem deposant noch'wel voirstaet, dat ten tijde, doen de impost eerst over die platte lande ont fangen worde, dat zijn huijsvrouwe die eerste vier offte vijff reijsz niet meer betaelt en heeft van elcke vierling coorens, dat ter molen gedaen worde van impost een penning. (Schepenarchief Hondertlandt dl. I). 2 Maart 1571. (62) Schepenen wijsen met vonnis, dat den H o ij e r gehouden sal sijn Jan Dirckszn. te voldoen volgende zijn eijsch. Appel. Van welck vonnis de Hoijer appelleert ende seijt also alsser expresselick in de coepmanschap bevoerwaert is geweest, dezelve Jan Dirckszn. met zijn ruijn tot Vlaerding in de Marckt soude comen ende aldaer levering te doen van 't selve paert/ 't welck Adriaen hem vermet sulcx te bewijszen/ ende is in de marckt gecomen om de coepmanschap te voldoen en II daech naer Jan Dirckszn. gewacht/ ende neijt gecomen en is/ ende versocht daerop vonnis om ongehouden te zijn van de levering. Acta den 19en' Oct. '73. (Dingboek 's Gravenzande). (JJ) Cornelis Janszn. belooft metten Hoijer een man van betaling te maecken van drie pont Hollants aengaende een weddinge 2) gedaen tot Maesland ten huijze van Jan K ij vit. Acta 8 Mrt 1574. (idem). (&') Jan Kijvit recht op ten Hoijer. Adriaen Pieterszn. Hoijer ende Cornelis Calis bekennen met hem beijden een man van betaling te maecken op ten eijsch van Jan Kij vit beroerende zeeckere wedding 2). Acta 19 April 1574. (idem.) (b5) Cornelis Willemszn. de Hoijer bekent Cornelis Willemszn. VI gulden 3 stuijvers. Rechtdach 3 Meij. (idem). (b6) Jacob Claeszn. weduwe maect recht op den boel van Arien Pieterszn. Hoijer. Rechtdag 17 Meij 1574. (idem). (c) Adriaen Pietersz. Hoijer, poorter der stede en Br. met Matthijs Janszn. a/d Maesdijck, als borgen en Matthijs Pieterszn., wonende a/d Maesdijck als principael. 9 Mei 1568. (Schepenarchief 's Gravenzande Dl. I fol. 337). (d) Schepenarchief 's Gravenzande Dl. I fol. 344 en Dingboek, idem, pachtdach 22 Juni '73. (e) Adriaen Pieterszn., medepoorter bekent schuldich te wesen Arien Arienszn. inwonend poorter 1000 gulden van 30 penningen voor den koop van .... en verbindt zijne woning bij den achtermolen. 5 Oct. 1563. (Schepenarchief 's Gravenzande dl. I fol. 326). 1) In de genealogie Hoijer staat vermeld: overleden te Vlaardingen, zonder kinderen. Hieruit ziet men, dat men niet onverwaardelijk op familieaanteekeningen af kan gaan. 2) Weddinge = Het spelen om geld. (Verdam, Midd. Ned. Handwoordenboek).