De Nederlandsche Leeuw, jaargang 35 (1917)

135 13G 8. Cliarlotte Gravin van Bronckhorst-Balenburg, geboren . in 1607, f 4 Jan. 1668, gehuwd 13 Jan. 1659 met Herman Slóet van Cannevelt te Kampen. 9. Goede Anna Gravin van Bronckhorst'Batenburg, geboren in 1609, gehuwd met Jan Derk van Heyden, heer van Ootmarsum. Maximiliaan Graaf van Bronckhorst-Batenburg, hertrouwde in 1635 (6 jaar voor zijn dood) nog met eene Anna Maria Storm, die vermoedelijk uit het dorp Horssen kw.km, omdat alle handschriftelijke genealogieën haar noemen als Storm van Horssen, staande Horssen toenmaals onder de rechtspraak van het Graafschap Batenburg. Deze tweede vrouw was .'in rJuni 1683 overleden, in een kwestie over haar nagelaten goederen heet zij echter Anna Maria Storm, van Werle. Volgens van Rhemea sproten uit dit 2e huwelijk 4 kinderen. 10. Petronella Justina Grayin van Bronckhorst-Batenburg, geboren in 1636, leeft nog in 1661. 11. Frederik Willem Graaf van Bronckhorst-Batenburg, Heer van Batenburg (1641â??60), geboren in 1637, overleden te Parijs in 1660. 12. Een zoon, geboren in 1638 en overleden kort daarna. 13. Maximiliaan, geboren in 1639, jong gestorven. Wanneer men nu de positie dezer edelen en hunne allianties goed in aanmerking neemt, dan voelt men al dadelijk, dat de kapitein Jan van Balenburg en zijn straks te noemen 4 echtgenooten in een geheel ander milieu verkeerden dan zijn hem aangewreven adellijke ouders en verdere iamilie. 2°. Waarom de toegedachte ouders niet de. werkelijke kunnen zijn geweest. Behalve de reeds aangestipte omstandigheden van levenskring, parentage, bekleede ambten enz., welke aanleiding geven om het denkbeeld te verwerpen, dat Jan van Batenburg, een zoon van Agnés Gravin van Bronckhorst-Batenburg was, leveren de onderv.olgende punten ook het bewijs ervoor, dat dit verhaal een verdichtsel is. 1°. Volgens de familiepapieren Imbyze van Batenburg zou Agnes een dochter zijn geweest van Graaf Maxi­ miliaan en Anna Maria Storm van Horssen, daar dit huwelijk eerst in' 1635 plaats vond en Agnes in 1645 met Willem van Imbyze zou zijn gehuwd, is zulks onmogelijk. Terecht. vermeldt van Rehmen, dan ook, dat Agnes uit het eerste huwelijk met Agnes van Ketteler was gesproten en reeds in 1604 was geboren. Bij de kwesties over de nagelaten goederen van de in Duitschland gestorven Anna Maria Storm van Werle douairière van Batenburg in 1683 ontstaan, komen de Imbyze van Batenburg's dan pok niet voor. '.'' 21'. ïn~heiö kerkarchief van'Batenburg (thanè bewaard wordende op het Rijksarchief te Arnhem) bevinden zich nog kerkerekeningen van dit stadje. In een rekening van 1649â??1666 komen o. a. ook voor de begravenen in de kerk te Batenburg over dit tijdvak. En nu vind ik daaronder op 16 Nov. 1661 het begraven van â??de gewesen e Camenier van Freuling Agnes van Batenburg.' Indien Agnes inderdaad in 1645 met Willem van lmbyse was gehuwd, dan kon zij ih 1661 niet meer als â??freule Agnes van Batenburg' worden betiteld. Nu is het mogelijk, dat zij een misstap begaan heeft, b.v. te Wesel, waar het gezin van haar vader veel vertoefde en bij haar door een gehuwde of ongehuwde officier van Hèmbize, welke ook in Wesel in garnizoen lag, een kind verwekt is, te meer ook omdat van Rhemen achter haar naam niets vermeldt, nóch ongetrouwd, nóch iets anders, maar dan is dit onechte kind beslist niet de latere kapitein Jan van Batenburg, omdat zooals straks zal blijken, onze Jan nog 6 broeders en zusters had en men 7 mis­ stappen bij Gravin Agnes toch wel niet waarschijnlijk zal achten, tenzij de aan het slot van dit opstel ge­ waagde veronderstelling juist mocht zijn. 3°. Wie de ouders van Jan van Batenburg dan wel zijn geweest. In de tweede helft van de 18e eeuw werd â?? men mag aannemen ten behoeve der toenmaals levende fa­ milie â?? een handschrift samengesteld, bevattende de genealogie van het geslacht van Imbyze, later genaamd van Imbyze van Batenburg. Dit manuscript kwam ten slotte door koop in handen van anderen en is thans in het bezit 'van ons mede-lid, den heer W. J. J. C. Bijle veld te Leiden. Aangezien sommige zinnen hierin geheel overeenkomen met hetgeen Rietstap in zijn Wapenboek omtrent dit geslacht verhaalt, heeft hij voor zijn artikel gebruik gemaakt van dit handschrift. Met hoeveel fantasie dit ook is opgesteld geworden, de toenmalige samensteller moest daarbij toch rekening houden met'zaken en personen, welke nu eenmaal niet te verduisteren waren en zoo is daarin waarheid en verdichting tezamen neergeschreven. Om iets te noemen droeg de vader van den kapitein Jan van Batenburg inderdaad den voornaam van Willem, vandaar dat de schrijver van het manuscript dien vader inschreef als Willem, van Imbyze, voorts had onze kapitein eenige broeders en zusters gehad, welke oude lieden/4n schrijvers tijd, 'misschien zich ^nog'herinnerden. Hij kon die 'derhalve niet geheel negeeren en vermeldt ze dan ook in zijn geschrift, zij het met verfranschte hamen en hoogere rangen, dan zij ooit bezeten hadden. Ook de namen der 4 vrouwen en der 13 kinderen van Jan van Batenburg zijn uit den aard der zaak juist, wat geen wonder is, als men bedenkt, dat een zoon van Jan's jongste zoon in 1820 verheven werd in den Nederlandschen Adel en deze dus moeielijk de familie­ omstandigheden van zijn grootvader kon verzwijgen. Wij zullen nu eerst mededeelen, wat bedoeld handschrift over die familie vertelt, daarbij opmerkende dat het verhaal nopens Willem van Imbyze en Agnes Gravin van Bronckhorst-Batenburg, het voeren van den ge combineerden naam en de jeugd van Jan, geheel over­ eenkomen met hetgeen Rietstap over dit alles bericht en wat wij in den aanvang van dit artikel reeds hebben vermeld. Volgens het handschrift dan hadden Willem van Imbyze en Agnes van Bronckhorst-Batenburg de volgende kinderen: â?¢l.Jan van Batenburg, ridder - (sic), geboren op het kasteel Batenburg .1652, onder voogdij van Johan Belgicus Graaf van Home, later kapitein over 2