137
138 '
compagniën infanterie, sterft 1720, tr. 1°. Marie
Wurgers, tr. 2' Gertrude de Vriese, tr. 3°. Agatha
Bake, tr. 4°. Barbe de Grauw, dochter van Cornelis,
ridder (!) en Geertrude Gordon.
2. Micliel d'lmbyze, ridder, wordt te Brussel door 4
ruiters vermoord,
3. Corneüle d'lmbyze, ridder, officier in^Franschen dienst.
4. Henrietie d'lmbyze trouwt Verheyen, luitenant in
dienst van de Vereenigde Provinciën.
Ik moet nu den aandachtigen lezer dringend verzoeken
de bovenvermelde t namen in dit gezin en hun vader's
voornaam goed op te merken, om al die namen terug
te vinden in de nu volgende â?? in regestvorm gegeven â??
acten, welke ik in de Schepenprotocollen van Batenburg
vond- ,Cft tu
14 December 1675.
Jan Willems, sergeant onder de compagnie van den
Heer Grave van Horne, voor hem zelf, en Jacob Gerrits
met Geertruyt Willems, voor hen zelf en zich sterk
makende voor Cathalijn, Yfken, Cornelis, Hendriksken
en Michiel Willems, allen kindere n en erfgenamen van
Willem Derricx en Cathalina Janssen in leven echteÂ
lieden, verkoopen aan Jan Janssen tot Lienden ') 10^
hont land, waarvan de wederhelft genoemden Jan
Janssen reeds toebehoort, gelegen op de Lienensche
uiterdijk, genaamd de Huerst, zijnde het geheele stuk,
groot vierdehalve morgen, tot dusverre in onverdeeld
bezit en gebruik van al de genoemde personen en
zijnde bezwaard met twee tijnsen, een van 3 gl. 15 st.
aan het Grafelijk huis van Batenburg en een van 2 gl.
aan het Capittel van Batenburg.
Nu geven wij gaarne toe, dat deze eerste acte den
argwaan van den argeloozen lezer nog niet gaande maakt,
doch de nu volgende acte leert meer.
25 Januari 1677.
Johan Willems van Batenburg, sergeant onder dexcom-
pagnie van den Graat van Horne, en Geertruid de Vries
echtelieden voor zich zelf en zich sterk makende voor
Hendrikje en Michiel Willems, onmondig, Jacob Gerrits
en Geertruit Willems, echtelieden, Jeurriaen â?¢ Zeger,
soldaat onder iden Vorst van Friesland en Cathalina
Willems, echtelieden-,' en Cornelis Willems, soldaat
onder capitein Bronsveld, allen erfgenamen van Willem
Derricx en Cathalina Janssen, in leven echtelieden,
verkoopen 2^ morgen land op de Biescamp onder
Lienden, in het schependom van Batenburg, aan Willem
van den Kerkhoff, scholtis van Batenburg.
Zoo zijn er nog 2 dergelijke acten, één van Batenburg
25 Mei 1677 en een van Leur 7 Mei 1678, waarbij al
deze genoemde personen (Yfken komt alleen voor in
die van 14 Dec. 1675 en overleed dus kort daarop)
land verkoopen, resp. 5 hont te Lienden aan Jenneken
Engelen weduwe Jan Roelofs te Niftrik en de helft van
de Copperskamp, groot in het geheel morgen, te
Leur aan Wolter Derricx te Lienden.
Ook in deze beide laatste acten heet alleen Jan
steeds Johan Willems van Batenburg, sergeant enz., de
andere broeders en zusters voeren alleen het patroniem
Willems. 1
') Niet het Neder-Betuwsche dorp Lienden, maar de buurschap
Lienden gelegen tusschen Batenburg en Leur.
Uit al deze 4 acten leeren we nu in 1675â??1678 een
sergeant onder den Graaf van Horne kennen, die Jan
van Batenburg heette, wiens vadersnaam Willem was
en die in 1677, '78 gehuwd voorkomt met Geertruid
de Vries, en bovendien o. m. een Michiel, een Cornelis
en een Hendrika tot broeders en zuster had. Vergelijke
men nu nog even deze officiëele gegevens met de hierÂ
boven vermelde gegeven s over hem en zijn broeders
getrokken uit de familiepapieren, dan kan ieder zijn
conclusies trekken.
Wanneer wij nu verder weten â?? volgens officiëele
bronnen â?? dat de latere kapitein Jan van Batenburg,
de veel besproken stamvader der Imbyze van Batenburg's,
geboren in 1652, eerst 1 Maart 1701 kapitein werd,
en 10 Mei 1678 en 24 April 1690 resp. vaandrig en
luitenant was geworden, dat hij te Hulst diende,' waar
Johan Belgicus Graaf van Horne (aldaar overleden in
Jan. 1695) zijn chef was, en dat hij 4 Mei 1685 te
Hulst ondertrouwde als weduwnaa r van Geertrui d de
Vries , dan mag men veilig aannemen, dat de sergeant
Johan Willems van Batenburg, voorkomende met zijn
geheele familie in de Batenburgsche en Leursche acten
van 1675â??1678, dezelfde is als de kapitein Johan van
Batenburg Willemsz., met wien het artikel in Nederland's
Adelsboek aanving.
De inteekenacte te Hulst luidt:
4 Mei. 1685. Johan van Batenburg, wedr van Geertruid
de Vries, vaandrig van capitein Fierens,
en
Agatha Adriana Baeck, j. d. van St.
Annefort, wonende te Hulst.
Getrouwd te Heijnsdijck.
Deze vrouw overleed blijkens het begraafregister te
Hulst in 1687: 11 Maart '1687 de vrouw van
vaandrig Batenburg.
Zijn 4a huwelijk â?? waaruit de later geadelde familie
sproot â?? vindt men in meergenoemd Adelsboekje.
Alzoo waren de ouders van Jan van Batenburg niet
Willem van Imbyze, ridder, en Agnes Gravin van
Bronckhorst-Batenburg, maar Willem Dirks en Catalyna
Janssen.
En komt er dan geen glimlach op onze lippen, als
wij behalve deze ouders, zijn broeders â?? den soldaat,
later korporaal (acte van 26 Mei 1677) Cornelis en
en den onmondigen Michiel â?? in de familiepapieren
terugvinden als: Cornelis, ridder, officier in franschen
dienst, en Michiel, eveneens ridder?
Na Mei 1678 komt geen lid van dit gezin meer in
de Batenburgsche schepenregisters voor, al hun bezit
was daar toen verkocht, hun familiegeschiedenis is
terug te vinden in de protocollen van de garnizoensÂ
plaatsen in Staatsch-Vlaanderen.
Ook over den vader, Willem Dirks, is in de schepenÂ
registers van Batenburg niets te vinden, omdat die
boeken eerst in 1669 aanvangen,'terwijl' hej, verkochte
land blijkens den inhoud der acten van de zijde der
moeder Catalina Janssen kwam, immers Jan Janssen,
denkelijk haar broeder, bezat in onverdeeld medebezit
de wederhelft van het verkochte land de Huerst. Hij
woonde en was gegoed te Lienden bij Batenburg,
zoodat Catalina Janssen zeker uit dit gehucht afÂ
komstig was.