De Nederlandsche Leeuw, jaargang 36 (1918)

351 352 3. Nicolaas de Brueys, geb . Deventer 2 0 April 1812 , overl. ald . 22 Febr. 1814 . 4. Hendrina Elisabeth Sophia de Brueys, geb . 's-Graven­ hage 21 Me i 1814, ongeh. overl. Genua 18 Juni 1870. 5. Cecilia Elisabeth de Brueys, geb . Utrecht 14 Juli . 1817 , tr. me t Pierre Forgues t e Toulouse. 6. Aleida' Johanna Mathilda de Brueys, geb . Utrecht 14 Febr. 1821, ongeh. overl. Utrecht 26 Sept. 1848 . IVbis. Pieter Stephanus de Brueys, geb . St. Oedenrode 10 Sept. 1794 , overl. Hintham 29 Dec . 1865 , tr. Asten l Juni 182 1 me t Francina Catharina Boosen, dochter van Hendrik Gijsbert en .. . . Uit di t huwelijk: 1. Benjamin de Brueys, geb . St. Oedenrode 18 April 1822, ongeh. overl. . 2. Hendrik de Brueys, geb . St. Oedenrode en ongeh. overl. 3. Gijsbertus de Brueys, geb . St. Oedenrode, tr. Johanna Jacoba Mulder, geen afstammelingen. â?¢4. Susanna de Brueys, geb . St. Oedenrode, tr . Frans Coenraad Hartman, di e 12 Jan . 186 8 te Leerdam overleed. Ilbis. Pierre Isaac de Brueys, geb . 's-Gravenhage 12 Febr. 1696 , overl. St . Michielsgestel 30 of 31 Jan . 1776, tr . Johanna Maria Olivier, geb . te .. . 15 Aug . 1690, overl. te Waalwijk 23 Febr. 1768 , dr. van Adol phe, predikant te Stavenisse (ee n broeder wellicht van de n in Ned. Leeuw 1890, kol. 76 vermelden Jordain). Uit di t huwelijk: 1.- Anthony Adolph de Brueys, geb . Waalwijk 6 Me i 1735, ongeh. overl. Batavia 31 Oct . 1763 . liter. Simon de Brueys, geb . 's-Gravenhage 15 Maart De Riddermatighei d van het geslach t van Wijnbergen , 1705, overl Wesel 10 Me i 1775 , tr. Anna van Dorth, dochter van Johannes van Dorth en .â?¢. . Uit dit huwelijk: 1. Maria Christina de Brueys, geb . Wesel 18 Sept. 1730, overl. Groningen 20 Me i 1809 , tr. 's-Gravenhage tl April 175 6 mé t Dr . Jacob Baart de la Faille, lector in d e Meet- en Natuurkunde te 's-Gravenhage, tevens leeraar aa n de Stichting va n Renswoude aldaar,' geb. 's-Gravenhage 14 Januari 1716 , overl. aldaar 3 Dec . (30 Nov.?) 1777 , zoon va n Jacob Baart of Bart en van Johanna la Faille1), en weduwn. van Johanna Guldemont. Met zijn broeders ha d hij den naam Baart de la Faille en he t wapen va n het geslacht de la Faille aangenomen. Zijn jongste broeder Cornelis noemde zich zelf alleen de la Faille me t weglating va n den naam Baart, de beide andere, Johannes en Willem, schijnen geen kinderen te hebben gehad. Ui t zijn zoon Jacob Baart de la Faille (bij Maria Christina de Brueys), de n eenige, die huwde, spruiten du s de Baart de la Faille's thans nog in leven (zie Vorsterman v. Oyen, Stam- en Wapenb. in voce). 2. Anna Anthonia de Brueys, geb . Wesel in Febr. 1733 , tr. 1° N. N. Velthausen, 2 ° N. N. van der Burgh e n 3° in 179 5 N. N. Dierdorfs. Overigens is niets va n haar bekend. ') Te n onrechte vermeldt Ned. Patr. 1913 , p. 11 9 dezen Dr. Jacob Baart de la Faille aa n het hoofd va n de stamreeks al s ware hij een natuurlijk kind. Wi j zouden hierover gaarne meer vernemen, aange­ zien voor de onwettigheid, naar wi j meenen te weten, ieder bewijs doo r Jhr . Mr . W . A . BEELAERTS VAN BLOKLAND. In 190 9 wijdde ik een kort opstel aa n de eerste vijf generatiën va n het geslacht va n Wijnbergen, zooals die waren gepubliceerd in Nederland's Adelsboek 1905, (zi e dit Maandblad kol . 119 en 120) , en besloot ik mijne mededeelingen met er op te wijzen, da t geen zijner leden de landvrede- of verbond brieven van he t einde de r 14 de of begin de r 15 de eeuw onder de vele ridders en knapen 's lands va n Gelderland heeft bezegeld. Ho e oud en aan­ zienlijk he t geslacht va n Wijnbergen oo k zijn moge, zijne riddermatigheid scheen mi j va n jongen datum, en toen de riddermatigheid de r Oldeneel's door mi j werd besproken (zi e jaargang 1915 , kol . 362) , heb ik niet kunnen nalaten daaraan no g eens te herinneren, in de hoop da t zulks zoude prikkelen to t een nader onderzoek. Gebaat heeft di t echter niet, want tot heden zijn geene bewijzen voor de oude riddermatigheid de r Wijnbergen' s bijgebracht. Bij dezen stand va n zaken viel he t mi j op, da t in Nederland's Adelsboek 1918 van Siueder van Wijnbergen, die in 143 5 me t Wijnbergen en Radelant werd beleend, wordt gezegd: â??i n de ridderschap va n Veluwe 145 6' . Di t is eene nieuwe toevoeging â?? (evenals de eerste twee generatiën !)) â?? sedert 1910, in welken jaar­ gang he t geslacht va n Wijnbergen he t laatst wa s be­ handeld. Waar de redactie va n Nederland's Adelsboek vond, dat ' deze Sweder van Wijnbergen i n 145 6 deel uitmaakte va n de ridderschap va n Veluwe, zocht ik tevergeefs. We l is duidelijk, dat die bron niet het noodige vertrouwen kan verdienen, immers Sweder van Wijnbergen was in genoemd jaar reeds lang dood. In mijn in de n aanvang aangehaald opstel toch deelde ik reeds mede, dat Sweder van Wijnbergen-, di e in 143 5 met Radeland werd beleend, in 145 2 dood was , daar in da t jaar zijn ' zoon Siwart van Wijnbergen al s erfgenaam zijns vaders 1 Sweders me t dit goed werd beleend2). Sweder van Wijnbergen, di e in 1452 dood blijkt te zijn geweest, ka n in 1456- dus niet to t de ridderschap va n Veluwe hebben behoord. Aangezien d e redactie va n Nederland's Adelsboek bi j zijnen zoon Siwert van Wijn­ bergen d e beleening me t Radelant i n 145 2 vermeldt en bijgevolg moet hebben geweten, dat zijn vader Sweder destijds niet meer leefde, schijnt he t aannemelijk he t jaartal 145 6 voor eene drukfout te houden. Mocht di t inderdaad he t geval zijn, da n is he t niet alleen va n belang he t juiste jaartal te leeren kennen, maar veel meer no g de bewijsplaats, want zoolang dit bewijs niet is geleverd, kan de riddermatigheid niet worden aanvaard. In di t verband meen ik overigens no g he t volgende te moeten opmerken. D e Sweder van Wijnbergen, di e in 1435 me t Radeland werd beleend en in 145 2 dood was , werd in 1436 oo k beleend met â??dat goet to Wijnbergen, in den lande van Zutphen, in den kerspel van Duetinchem' a ). Is he t nu , me t he t oog daarop, niet merkwaardig, da t in diezelfde jaren ee n Sweder van Wijnbergen voorkomt ') Deze zijn no g voor nadere aanvulling vatbaar. 2) Zi e he t Reg . op de Leenaktenboeken va n Gelre en Zutphen, uitgegeven door â??Gelre', Kwartier va n Zutphen, blz. 163, waar staat: â??Siwart van Wijnbergen, erve sijnes vaders Sweders, beleent, a'. 145 2.' ontbreekt . , [RED.] s) Ibidem, blz. 265 . Deze beleening wordt ook in Nederland's Adels­ boek vermeld.