2. Jacob Claesz. Veen, die volgens zijn zegel d.d.
9.6. 1664 voert: 5 liggende blokjes (3â??2). . .. ,
Beide zegels hangen aan schepenbrieven in-het, archief
te Hoorn..
In het familie-archief van Akerlaken bevindt zich
een geslachtsregister van deze familie, waarin o.a. in
teekening het wapen voorkomt van Lijsbet Veen, de
vrouw van Willem van Neck, Schepen van Hoorn, welke
Lijsbet gezegd wordt geweest te zijn de dochter van
Jacob Veen, 1664 Schepen van Hoorn en Catharina
van Someren. Haar wapen volgens die teekening is:
gedeeld: 1. in zilver een geplante boom van natuurlijke
kleur, vergezeld rechts en links van den stam en boven
de kruin van een gouden ster (8), 2. in goud een
zilveren dwarsbalk beladen met 5 liggende zwarte
blokjes (2â??1â??2).
i Dit wapen wijkt dus eenigszins at van het hierboven
sub 2 beschrevene.
Men vergelijke hierbij de beide door Rietstap in zijn
Armorial Général bij van Veen (Hoorn) opgegeven wapens.
DOC.-BÃ?K.
Veer (de). Gevraagd aanvulling van het onderstaande.
Claes Qysbertz. de Veer (XXXVII, 91) had behalve
den genoemden Oysbert Claesz. uit zijn le huwelijk met
Margareiha Loten de volgende kinderen:
a. Sara, geb. Amsterdam 6 Juni 1604, f aldaar 5
October 1667, tr. ald. 6 Juli 1624 Ds. Arent van der
Meersch, leeraar der Doopsgezinden en korenkooper,
geb. ? , f Amsterdam 25 September 1667. (Zn. van
Ds. Arent en Mayke Boutens). Uit dit huwelijk het
geslacht: van Limborch van der Meersch.
b. Abraham. (Vermeld 8 Dec. 1612, verder niets bekend).
c. Suzanna. (Idem).
Over het geslacht van den Brande, waarover door
mij (XXXVII, 91) inlichtingen zijn gevraagd, kwam ik
te weten, dat dit, althans een geslacht van dien naam,
te Middelburg in de regeering heeft gezeten. Kan één
der leden aldaar mij ook wapen enz. mededeelen?
Doesburg. M. R. H. CALMEYER.
Voor het wapen van het Zeeuwsche geslacht van
den Brande verwijzen wij naar het Arm. Genl. van
, Rietstap. Dat Hendrina van den Brande hiertoe behoorde
, is ons niet gebleken. DOC.-BUR.
Wapen van Ophuysen. Welk wapen voerde het
Geldersche geslacht van Ophuysen (in de 17e eeuw te
Zalt-Bommel)?
's-Gravenhage. OARL KÃ?EFLER.
Wapenafdrukken gevraagd. Ik zoek voor mijn verÂ
zameling afdrukken der wapens van de volgende ge-
1 slachten. Wie mij een (of enkele) exemplaren zou willen
toezenden, zal mij ten zeerste verplichten. Portokosten
worden gaarne vergoed.
Kol, Vlaer, Reitz, Kloeck, Mr. Jac. Smits (Adv. Utr.
1760), Loogen, van Hoey, Smith (heer v. Engelen),
' v. O vervelt, Sweerts de Landas, Bartolotti v. d. Heuvell,
v. Barnevelt (heer v. Noordeloos), Bruyningh, PieterÂ
ig maat, Pichot, Ringeling, Thuret, Kerckhoven (A'dam),
v. Grotthaus tot Ledenberg, Martijn Krieger (Nijmegen
1765) en zijn vrouw Oom. Adr. v. Casteel, Michiel v.
1 d. Meuten en Elis. o. Taarlingh, geh. Curacao 1751,
Herman Winkler en Jannetje Reyningh, ± 1770, Jacob
Meyer en zijn vrouw Francina- Lampree (Cochin 1786),
246
Coenradus Smits en zijn vrouw Aletta van Aken (Utrecht
1733, doopsgez.) , Georgius Hammius (Nots. Culemb.
1700)',- van -Cingelshoeck, Vlietenthoorn, van loll, van
Nijerop, de Bije, van Aerkel, v. lill,.v. Egeren, de
Joncheere, van der Borgh, van Heerdt', van Friese.
Buus Ballotstraat 55, utrecht. H. W. VAN TRICHT.
Wapen (Onbekend). In het Rijksarchief te Haarlem
hangt in de kamer van den Adjunct-Archivaris een ruitÂ
vormig wapenbord, waarop in kleuren het navolgende
wapen: gedeeld: 1. gevierendeeld: I en IV een zilveren
schuinbalk over een van rood en groen gedeeld veld,
II en III doorsneden: a effen hermelijn, b een blauw veld
bezaaid met gouden herkruiste kruisjes met spitsen voet,
op deze gevierendeelde helft een hartschild zijnde in
rood 2 beurtelings gekanteelde zilveren dwarsbalken,
2. gevierendeeld: I en IV, in een met gouden kruisjes
bezaaid rood veld 2 verticaal geplaatste afgewende
blauwe visschen, II en III. in goud een beurtelings
gekanteelde zwarte dwarsbalk vergezeld van 3 zwarte
bijen met zilveren vleugels.
Het le en 4e kwartier van de rechterhelft doet al
dadelijk veronderstellen, dat wij hier te doen hebben
met een lid van het geslacht van Eek van Panthaleon.
Inderdaad vond ik in de Akten en Bescheiden van de
Geldersche Leenkamer het wapen van Bertram van Eek
van Panthaleon, heer van Groenewoude en Oostbroeck
huijsen, 7/5 1659 erfhofmeester van Gelre, dat volmaakt
overeenkomt met de rechterhelft van het boven om
schreven ruitvormig schild.
De vraag is nu, wie voerde het wapen, door de linkerÂ
helft aangegeven, dus het gevierendeelde met de visschen
in 1 en 4 en de dwarsbalken in 2 en 3.
Ook hieromtrent zal dezelfde bron de oplossing geven.
Een stuk van 1660 toch vermeldt, dat Barthram van Eek
van Panthaleon, heer van Groenewoude in handen stelt
van den Stadhouder der Geldersche leenen het 15e geÂ
deelte van â??de erfhotmeesterije met alle appendentien
en dependentiën van dien, gesitueert onder den SchepenÂ
dom van Gent in Over Betuwe', en verzoekt daarmede
te verlijden Johanna de Bije weduwe Johan Glummers tot
Palmesteijn, Raad van het Vorstendom Gelre.
In dezelfde Akten en Bescheiden vind ik verder dezen
Johan Glummer 13/9 1655 vermeld als Burgemeester
van Zalt-Bommel en Raad van Gelderland en zijne
weduwe Johanna de Bije 4/7 1660 wonende te Arnhem.
Verder nog, dat Johan de Bije tot Waijesteijn, ridder,
dijkgraaf in Bommelerweert, 4/2 1654 machtig maakt
om voor hem voor de Leenkamer te verschijnen Johan
Glummer, gecommitteerde ter vergadering van de Hoog
Mogenden, en bovendien, dat Bertram van Eek van
Panthaleon, heer ven Groenewoude, ook namens zijn
broer en zusters 11/12 1657'requestreert als erfgenaam
van wijlen zijne ouders Gerardt van Eek van Panthaleon,
heer van Groenewoude, en Maria Justina Quadt, dochter
tot Wijckraedt.
Het wapen Glummer nu is in rood 2 verticaal geÂ
plaatste afgewende zilveren visschen, vergezeld van 9
herkruiste gouden kruisjes met spitsen voet, het wapen de
Bye in goud een beurtelings gekanteelde zwarte dwarsÂ
balk, vergezeld van 3 bijen van natuurlijke kleur (komt
ook voor met 4 bijen boven en 3 bijen beneden de
balk en evenzoo met 3 bijen boven en beneden de balk).
Mijn vraag is nu: hoe is het familieverband tusschen