De Nederlandsche Leeuw, jaargang 37 (1919)

309 310 en Beelaerts, blijkens-het hieronder volgende, ons 'niets verder hebben gebracht, omdat de vader van Willem (van) Nyvelt, weliswaar Gerrit heette, doch geen^ kapitein was, maar speldemaker 'te Z wol le, terwijl Willem niet een bastaardzoon was, maar een uit een wettig huwelijk gesproten kind. Alle supposities over de-aan­ hechting van Willem als bastaard aan een adellijken Utrechtschen van Zuylen vervallen hiermede. De' aan­ hechting moet dus hooger liggen. Ik moet thans terugkeeren tot het artikel van den heer van Epen in Adelsarchief 1903-1904, waar op blz. 266 letterlijk te lezen staat: â??Omtrent de afkomst van dezen Gerrydt Nyvelt werd door ons te vergeefs een onderzoek ingesteld. De Zwolsche archiefstukken uit dien tijd bevatten omtrent hem en zijn voorzaten niets.' â?¢ Reeds de heer Beelaerts vestigde in k. 208 van jg. 1917 de aandacht op deze mededeeling van den heer van Epen. De heer Beelaerts meende terecht, dat in de eerste plaats 'naar Willem Gerritsen Nyvelt gezocht had moeten worden en veronderstelde dan ook, dat de heer van Epen zich minder gelukkig had uitgedrukt en inder­ daad een onderzoek had gedaan èn naar Gerrit èn naar diens zoon Willem. Hoe dit ook zij, de heer van Epen verklaart dat de Zwolsche archiefstukken niets over hem bevatten, terwijl het mij gebleken is, dat èn Gerrit èn Willem in talrijke voor de hand liggende registers van het Zwolsche archief voorkomen, -zoodat de mededeeling van den heer van Epen niet juist is. ' Het-ligt immers voor de hand, dat wanneer Gijsbert Willemsen Nyvelt in 1603 te Zwolle huwt, daar woont en er nog'in -1621 een kind laat doopen, er over hem acten zullen zijn te vinden in het gerechtelijk archief (schepenregisters), acten die den weg kunnen wijzen naar bijzonderheden betreffende zijn ouders en door deze weder het spoor hooger op zullen voeren. Het onderzoek te Zwolle had dus in de schepenregisters â?? waar trouw­ en doopboeken zooals de heer van Epen zelf mededeelt ontbreken â?? omstreeks 1603 moeten aanvangen en had daarin teruggewerkt moeten worden tot bleek dat de naam' niet meer te Zwolle voorkwam. Doch zelfs, indien de weg - gevolgd was, welken de heer van Epen beweerde vruchteloos bewandeld te hebben, n.1. wanneer hij be­ gonnen was met het onderzoek bij Gijsbert's grootvader Gerrit Nijvelt, dan nog zou hij in dit geval geslaagd zijn, want zooals ik reeds mededeelde, bevatten de schepen­ registers ' tal van acten hem betreffende en vindt men zelfs in het ten gemeentehuize berustende Burgerboek zijn inschrijving als burger van Zwolle! Na het vorenstaande kan ik mijn mededeelingen be­ ginnen van hetgeen het Zwolsche archief opleverde over de eerste Nijvelt's aldaar en vang ik aan bij Gijsbert om via zijn vader Willem bij zijn grootvader Gerrit te eindigen. In het Register van transporten van Zwolle vindt men d.d. 20 April 1604 een acte, waarbij Laurens Koek en Mijt zijn vrouw aan Ghijsbert Willemszen (dus zonder Nyvelt of Zuylen) en Barbara de Greve, diens huisvrouw, verkoopen de helft van 2 huizen gelegen aan de Visch­ markt te Zwolle, genaamd de Groene Draeck, waarvan 'den kooper de andere helft toebehoort. Dit is dus al dadelijk een zeer belangrijke acte:' Gijs­ bert Willemsen Nijvelt blijkt eigenaar te 'zijn van een huis, waarvan zelfs de naam opgegeven'wordt. De vraag rijst:-hoe kómt hij' aan die eene helft? Nu vindt men in het Boek van momberschappen van Zwolle op 16 Januari 1587 de aanstelling van voogden over Gijsbert, onmondig kind van wijlen Willem Ger­ ritsen Nijvelt en Aleijdt diens vrouw. Het is duidelijk, dat dit onze Gijsbert van 1603 en 1604 is, gelooft men dit niet, ziehier het bewijs: in de acte van momber­ stelling worden de goederen van het onmondige kind vermeld, behalve eenige kapitalen en rentebrieven vindt men daarbij: de helft van een huis aan de Vischmarkt genaamd den Draeck. Alzoo bedoelde helft â?? waar hij in 1604 de andere helft bijkoopt â?? had hij van zijn vader geërfd. De vraag rees, hoe kwam de vader er aan. Vooraf deel ik eenige andere acten mede.' Blijkens hetzelfde boek van momberstelling ontslaat Gijsbert Willemse Nijvelt op 14 Maart 1599 zijn voogden Johan Eeckhuis en Johan Michiels, onder dankzegging voor hun goed e administratie, van de momberschap. Gijsbert Nijvelt, die ih 1599 dus meerderjarig is geworden, is dus omstreeks 1578 geboren. , Ik vond nog een veel latere acte, waarin Gijsbert voorkomt, n.1. in de Boeken van testamenten van Zwolle komt een testament voor van Maria Nyvelt, weduwe Frans Jansen, gedateerd 12 Mei 1618, daarin vermeldt zij haar broeder Evert Nyvelt en haar zuster Aeltken Nijvelt en den zoon Gijsbert van haar overleden broeder Willem Nijvelt. Hierdoor leeren wij dus kennen de kinderen van Gerrit Nijvelt, immers als Maria Nyvelt op 1 Jan. 1594 te Zwolle huwt met Frans Jansen, die dan van Rog heet, wordt zij vermeld als: Mariken Gerritsen, dochter van Gerrit Nijvelt. Uit andere acten bleek mij, dat Frans Janssen blauwverver was en o.a. 3 kinderen had, Lutgert, Abraham en Isaak, waarvan alleen de laatste nog in leven was, toen zijn moeder in 1618 als weduwe haar testament maakte. Wellicht is de zuster Aeltken, die zij in dit testament vermeldt, dezelfde als Alyt vrouw van Laurens â?¢ Koek, die in 1604 de eene helft van den Groenen Draeck aan Gijsbert Nijvelt verkoopt en dus door haar ouders mede gerechtigd was aan dit huis. Ook Evert Nijvelt, de in het testament genoemde broeder, blijkt daarin 2 kinderen te hebben, hij huwde blijkens het trouwboek eerst in 1615 als Evert Gerritsen, zijn afstammelingen heb ik niet nagezocht, omdat zulks voor het doel van mijn nasporing van geen belang was. Willem Gerritsen ,Nijvélt was 16 Jan. 1587 reeds over­ kleden, omdat toen voogden benoemd werden over zijn eenigen zoon Gijsbert, in een acte van 9 Juni 1586 komt hij echter nog voor, zoodat hij in het laatst van 1586 zal zijn gestorven. Hij moet toen hoogstens 36 jaar geweest zijn, zijn weduwe. Aleydt overleefde hem lang. Behalve in een acte van 9 Jan. 1585 komt hij voor met zijn ouders en met zijn vrouw in een transportacte van 11 Januari 1585. Blijkens deze acte verkoopen Gerrit Nijvelt en Lutgert zijn .vrouw, aan Willem Nijvelt, hun zoon en Aleijdt diens vrouw, hun huis de Groenen Draeck aan de Vischmarkt te Zwolle. Ik vermeen dat door de overgangen van den Groenen Draeck de stam­ reeks nu wel deugdelijk bewezen is. Wij leeren hier ook kennen den naam van de vrouw van Gerrit Nijvelt n.1. Lutgert. Over Gerrit is het aantal