405 406
Zutphen '29 Jan., de Zutphensche stadsroeden
toegestaan 28 Jan. 1739.
Uit het tweede huwelijk 9 kinderen:
2. Johanna Willemina, ged. te Zutphen 7 Mrt. 1686,
beleend met die Lakeke 26 Oct. 1729, als erfgeÂ
naam van haar vader, overl. 9, begr. te Zutphen
13 Jan. 1751, huwde te Hengelo 10 Juli 1720
(o. te Zutphen 23 Juni, naar Hengelo geatt. 8
Juli, huw. v.w. Zutphen 10 Juni): Adriaan Schas,
zn. van Dr. Albertus Schas en Maria Bender,
ged. te 's-Gravenhage in de N. kerk 28 Mrt. 1685,
luit.-kolonel in 't regiment van Huffel, commandeur
van Brielle en Hellevoetsluis 24 Nov. 1725, overl.
2, begr. te Brielle 11 Jan. 1729.
3. Agatha Geertruid, ged. te Zutphen 3 Febr. 1689,
overl. 1 Nov. 1717, ongeh.
4. Jan, die volgt V.
5. Henrica Reiniera, ged. te Zutphen 9 April 1693,
overl. 21, begr. te Zutphen 26 Febr. 1767, huwde
(o. te Zutphen 4 Juni, naar buiten geatt. 19 Juni,
hw. v.w. Zutphen 1 Juni 1713): Dr. Jan Ludolph
ten Behm Wenthoit, zn. van Dr. Arnold Wentholt
en Elisabeth ten Behm, geb. 31 Dec. 1688, ged.
te Zutphen 1 Jan. 1689, ingeschr. als student te
Leiden 19 Sept. 1707, secretaris van Zutphen 1
Mrt. 1713, secretaris van gedeputeerden 1 Juni
1725, burgemeester van Groenlo, kerkmeester der
St. Walburgskerk en provisor Oude en Nieuwe
Gasthuis 1 Mrt. 1743, de Zutphensche stadsroeden
toegestaan 23 April 1746.
6. Peter, ged. te Zutphen 11 Dec. 1695, jong overl.
7. Dr. Coenraad, ged. te Zutphen 13 Jan. 1698, inÂ
geschr. als student te Leiden 22 Sept. 1716, te
Harderwijk 16 April 1718, burgemeester van
Lochem, rentmeester der St. Walburgskerk 1 Mrt.
1723, ontvanger-generaal der Graafschap Zutphen
19 April 1723, rentmeester der St. Anna BroederÂ
schap, overl. vóór 31 Jan. 1724, huwde te Hum
melo 8 April 1721 (o. te Zutphen 13 Mrt., naar
buiten geatt. 7 April): Elisabeth Kaldenbach, dr.
van Dr. Gerhard Hendrik Kaldenbach.
Uit dit huwelijk geen kinderen.
8. Helena .Catharina, geb. 3, ged. te Zutphen 3 Mrt.
1699, overl. op 't Holtslag bij Steenderen 31 Mei,
begr. te Zutphen 4 Juni 1771, beleend met Menongh
te Hengelo 3 Dec. 1734 als erfgenaam harer ouders,
huwde te Rijswijk 25 Mrt. 1722 (o. te Zutphen 8
Mrt., huw. v.w. Zutphen 16 Mrt.): Ds. Pierre van
Eijs, zn. van Gilles van Eijs en Madeleine Hamal,
geb. 4, ged. te Amsterdam in de Kl. Waalsche Kerk
5 Aug. 1693, ingeschr. als student te Leiden 4 April
1716, predikant bij de Waalschegemeente te Zutphen
19 Mrt. 1719, overl. 4 Juni 1747.
9. Hendrik, ged. te Zutphen 23 Juli 1700, jong overl.
10. Maria Theodora, ged. te Zutphen 30 Juli 1702,
overl. 8, begr. te Zutphen 15 April 1762, huwde
te Voorst 3 Juni 1723 (o. te Zutphen 16 Mei, naar
Voorst geatt. 3 Juni): Mr. Barthold van Hasselt,
zn. van Dr. Willem van Hasselt en Aleidd van
Diemen, ged. te Zutphen 16 Jan. 1700, raadsvriend
te Zutphen 10 Sept. 1723, hopman der Laarpoort
compagnie 29 Febr. 1724â??12 Mrt. 1733, gecomÂ
mitteerde ter Weeskamer 1728, 29, 41, 42, 51, 52,
55, 56, 57, commandeur der stad 2 Mrt. 1739â??30
Mei 1749, gedeputeerde, bewindhebber der W. I. C.
1 Mei 1738, tweede burgemeester 22 Febr. 1755,
gecommitteerde ter Admiraliteit op de Maze 10 Jan.
1759, overl. 1, begr. te Zutphen 5 Sept. 1767.
V. Mr. Jan van Essen, ged. te Zutphen 16 Nov. 1690,
erft de wahre N° 102, ingeschr. als student te
Leiden 27 Sept. 1710, kanunnik van St. Pieter te
Oirschot 1700, secretaris van Etten,Leur en Sprundel,
subst.-griffier van den Hove van Gelderland 17 Oct.
1715, griffier en eerste secretaris van de KanÂ
selarij 7 Mei 1735, lid der Broederschap van St.
Nicolaas te Arnhem 24 Dec. 1740, gecommitteerde
ter Admiraliteit in Westvriesland en 't NoorderÂ
kwartier 26 April 1758, burgemeester van Groenlo,
beleend met Menningh te Hengelo 16 Mei 1719,
met Mentinck Sonderkamp 7 Oct. 1727, met
Bruinink en Averenck 18 Oct. 1727, overl. 21,
begr. te Arnhem 27 Oct. 1760, huwde (o. te Arnhem
14 Mrt., te Zutphen 15 Mrt., van Arnhem naar
buiten geatt. 31 Mrt., huw. v.w. Arnhem 13 Mrt.
1716): Roelanda van Eek, dr. van Dr. Arnold van
Eek en Anna Catharina ten Behm, ged. te Arnhem
19 April 1678, begr. aldaar 19 April 1736.
Uit dit huwelijk 3 kinderen:
1. Henrica Helena Catharina, geb. 28, ged. te Arnhem
31 Oct. 1717, overl. 8, begr. te Nijmegen 13 Mrt.
1800, huwde te Hengelo 2 Sept. 1743 (o. te ArnÂ
hem 16 Aug., te Nijmegen 18 Aug., naar buiten
geatt. 2 Sept., huw. v.w. Arnhem 16 Aug.): Arnold
Engelen, zn. van Willem Engelen en Christina
Verstegen, geb. 25, ged. te Nijmegen 27 April 1712,
houtvester des kwartiers van Nijmegen en ontvanger
der middelen van 't Nijmeegsch comptoir, begr.
te Nijmegen 10 Mrt. 1794.
2. Arnolda Anna Catharina, geb. 20, ged. te Arnhem
23 Mrt. 1719, overl 25 Juni 1719.
3. Johan, die volgt VI.
VI. Mr. Johan van Essen, geb. 18,. ged. te Arnhem
20 Nov. 1721, erft de wahre N°. 1.02, ingeschr.
als student te Harderwijk 17 Sept. 1739 en 6 Nov.
1743, grootburger van Zutphen 29 Oct. 1737, doet
meerderjarig den eed 27 Dec. 1741, landdrost der
Graafschap Bergh 6 Nov. 1750, burgemeester van
Groenlo, beleend met Bruinink, Menningh, MenÂ
tinck Sonderkamp en Averenck 4 Aug. 1761, overl.
15, begr. te Deventer 21 April 1762, huwde te
Deventer 8 Oct. 1744 (o. aldaar en te Arnhem
19 Sept., naar Deventer geatt. 6 Oct., huw. v.w.
Deventer 17 Sept.): Elisabeth Helena van der Lith,
dr. van Tido Hendrik van der Lith en Mechteld
Iheodora Yssel, geb. 30 Sept., ged. te Deventer
3 Oct. 1727, overl te Hengelo 18 Mrt. 1800.
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
1. Mr. Jan, geb. 10, ged. te Deventer 13 Mrt. 1748,
erft de wahre N°. 102, ingeschr. als student te
Harderwijk 24 Mei 1766, landdrost der Graafschap
Bergh na doode zijns vaders, grootburger van
Zutphen 25 Aug. 1768, kleinburger van Deventer
14 Febr. 1787, beleend met Bruinink, Menningh,
Mentinck Sonderkamp en Averenck 19 Oct. 1762,
vernieuwt meerderjarig den eed 6 Oct. 1768, overl.4,