1AANDBLAD
VAN HE T
Genealogisch-heraldisch Genootschap: â??De Nederlandsche Leeuw.'
Dit blad verschijnt maandelijks en wordt alleen
aan de Leden va n het Genootschap gezonden. BijÂ
dragen, correspondentie betreffende de redactie van
het Maandblad, opgaven van adresverandering, opÂ
merkingen in zake de verzending en aanvragen om
exemplaren va n vroeger verschenen Maandbladen
gelieve men te richten tot den redacteur, Mr. TH. R.
VALCK LTJCASSEN, Raamweg 14, 's-Qravenhage.
De jaarlijksche contributie bedraagt Æ?7.50. Leden
te 's-Gravenhage, die de wekelijksche portefeuille
ontvangen, betalen hiervoor eene verhoogde conÂ
tributie van Æ? 10.â?? per jaar.
Brieven, aanvragen enz . betreffende he t Ge Â
nootschap te richten tot den secretaris, Mr . E. J.
THOMASSEN a THUESSINK VA N M R HOOP, Sweelinck-
straat 8, 's-Gravenhage, en die betreffende de BiblioÂ
theek tot den bibliothecaris W. baron SNOUCKAERT
VAN SCHAUBURG, Jan van Nassaustraat96, 's-Gravenhage.
De Bibliotheek va n het Genootschap, gevestigd
Heerengracht 62 (hoek Princessegracht), 's-Qravenhage,
is voor de Leden geopend iederen Maandag van
2â??4 uur.
De redactie va n het Maandblad wijst er nadrukkelijk op , da t zij niet aansprakelijk is voor de
strekking of den inhoud de r onderteekende stukken.
N°. 3.
XXXVII6 Jaargang.
Maart 1919 .
BESTUURSBERICHTEN .
Tot lid zijn benoemd:
M. C. BISDOM 's rGravenhage.
Adr. Pauwstraat 33.
W. BOISSEVAIN Amsterdam.
Keizersgracht 143.
A. A. BOONACKER Gronin'gen.
Heeresingel-28.
N. J. A. P. H. VAN Es Arnhem.
gep. Kol. Art . Utrechtschc straat 1.
J. j. VÃ?RTHEIM GZN 's-Gravenhage.
Adreswijzigingen.
v. Boetzelaerl. 165.
-W. F . HARTMAN JR Groningen.
H W. Mesdagstr. 50a,.
A. HOYNCK VAN PAPENDRECHT . . . Botterdam.
Mathenesserlaan 226.
JHR. E . O . M . VA N NISPEN TO T SEVE-
NAER Legerplaats Oldebroek.
Oorkonden betreffende het geslacht
van Asbeck,
medegedeeld door M. G. WILDEMAN.
Nu eindelijk (1919) in Nederland's Adelsboek ee n in
de oudere generaties gedeeltelijk gedocumenteerde stamÂ
reeks va n bovengenoemd geslacht werd geboden, wil ik
door publiceering va n regesten de r volgende, ni fallor
onuitgegeven oorkonden mijne in Nieuwe Botterdamsche
Courant van . 14 Jan . 191 9 gemaakte korte op - en aanÂ
merkingen tevens nader bevestigen en voor den toe -
komstigen geschiedschrijver vastleggen, evenwel
met bronnenvermelding, in tegenstelling van de redactie
van genoemd Adelsboek, wier opgaven gewoonlijk aan
alle controle ontsnappen.
Asbecke, bezit ik nog geen afdoende bewijzen, welke mij
overtuigen, da t wi j hier me t vader en grootvader te
doen hebben van den onder III genoemden ridder Bernd,
wiens moeder Lutgardis zo u nebben geheeten. De inÂ
houd va n oorkonde N ° 1 (hierachter) zo u wellicht de
hypothese toelaten, da t deze Lutgardis een e Von Holte
(o. Hoete?) is geweest.') Vermoedelijk zal de vererving
der goederen onder Dinslaken di t punt kunnen op Â
helderen , het onderzoek in die richting wordt voortgeÂ
zet. â?? Men raadplege in zake Bernd e n zijne kinderen
eveneens regest N° '2.
Aangaande de op bl. 34 en 35 va n gemelde stamÂ
reeks in I en II genoemde Bemhard e n Bruno von
IV. Ludolph (zi e regesten 1 en 2).
V. Ludeken von Asbeck. â?? [Deze zou getrouwd.zijn
met de erfdochter van Gohr2) Bliedeken von Gohr].
1) Steinen e n de he m naschrijvende Fahne noemen, ee n Heinrich
von Asbeck zu Partzlar, gehuwd me t Clara (v.) Hoete (de natuurlijke
dochter va n den Cappenburger Probst Wennemar v. Hoete) waaruit
ééne dochter Maria Hertzlieb v. Asbeck gehuwd me t E. von Galen,
Dommherr te Munster.
2) De oudere leensovergangen va n het goed Gohr zijn niet meer
na te gaan. â?? De directie van het Staatsarchief te Düsseldorf meldde
mij indertijd: â??Nach einem hier vorliegenden Verzeichnis de s 17
Jahrh. gehorte da s Gu t zu Gohr (to dem Goer) zu denjenigen Lehen
des Stifts Essen, die verkommen waren d.h . ïhren Lehenscharakter
mehr un d mehr verloren hatten. â?? So findet sich in dem altesten
Lehnbuch nu r eine einzige Stelle über den Empfang dieses Guts durch
Dietrich v. Asbeck (C. 1413).'
In: Die Bau- und Kunstdenkmaler von Westfalen (Kreis Gelsenkirchen
Stadt) vindt me n onder Hesder. Au f dem Hause Goor (Gore, Gare,
Gaer, Goer, Goir, Gayr, Gahr) saszen im 14 Jahrhundert die von Gare
tl342 Hugo 1378â??93'Dietrich) dann 1397â??1756 die von Asbeck, indem
Dietrich von Asbeck, welcher 1390 , 1411 , 141 9 un d 142 0 toe dem Gore
zubenannt wird, die Tochter' Dietrichs von Gare, die Erbin des Gutes,
heirathete. Dessen Enkel Dietrich von Asbeck erhielt 142 0 vom Edlen
Ludolf vo n Steinfürt die Belehnung mitdemGute: â??achter dem Berge'
in de r Bauerschaf t â??Eothusen' im Stifte un d Gerichte von Essen. â??
1420 verkaufte er den Mühlen- und Duismans-Hof zu Bochum an zwei
Bochumer Burger. â?? Er und etliehe vo n seinen Nachkommen (^DieÂ
trich 1437 und Góddert 1495â??1540) fuhrten den Beinamen Pinsequaet. â??
â??zu de r Bergischen Hüle im Nothfall' sollte um 158 0 Georg von
Asbecke zum Gayr zwei Pferde stellen. â?? 161 9 sasz Johann von Asbeck
â??zum Goir.' â?? Bernd Heinrich von Asbeck, Herr zum Gohr, ein Bruder
Rutgers von Asbeck, welcher 163 2 einen Rentmeister auf dem Gute hielt