De Nederlandsche Leeuw, jaargang 37 (1919)

133 134 Valso (de). Is aan een der lezers iets bekend over het bestaan eener familie de Valso of de Vaslo? V. .. v. O. Veer (de). Wie kan nog de onderstaande gegevens voor mij aanvullen? Gijsbert Claesz. de Veer (XXXVII, 91) had drie kinderen: 1°. JSlicolaes, vermeld als koopman te Amsterdam o.a. in rogge 1681 en schepen bevrachtende aldaar 1684, gehuwd met Elisabeth Oosterlingh (testament bij notaris van der Groe, Amsterdam, 13 Mei 1691). Deze hertrouwt vóór 20 April 1703 met Pieter Block en laat Æ? 129.000 na. 2°. Cornelia, gehuwd met Hendrik Oosterlingh (tes­ tament als boven, 7 Mei 1692) en later met Pieter Noordijck, leeraar der Doopsgezinden (testament bij notaris Backer,. Amsterdam, 11 December 1704), f 9 November 1727. 3°. Pi,eter, (XXXVII, 91). Uit het huwelijk van Nicolaes en Elisabeth Oosterlingh: a. Lodewijk, geboren . . . . f 1708 of 1709, koop­ man te Amsterdam, gehuwd 3 Juni 1703 te Amsterdam met Hester van Halmael (dochter van David en Rinsje Aarssen). b. Cornelia, geboren Amsterdam 31 Mei 1681, f aldaar 30 October 1738, gehuwd aldaar: 1°. 23 Januari 1701 met Jan van Halmael (zoon van David en Maria von Mough), geb 1677, f : . . . . 1706, 2°. 2 No­ vember 1707 Jacob van Lennep, weduwnaar van Suzanna Rutgers (zoon van Jacob en Inginia Sydervelt), geb. 31 October 1673, f â?¢ â?¢ â?¢ â?¢ 1742. Uit het huwelijk van Lodewijk en Hester van Halmael: 1°. Elizabeth, 2°. Cornelia. Deze staan na het sterven van hun vader onder voogdij van hun behuwdoom Jacob van Lennep en in het testament van diens vrouw ieder vermeld voor f 50.000. Verder niets van haar bekend. Wie kan mij iets mede deelen over het geslacht Oosterlingh? Doesburg. M. R. H. CALMEYER. Ver Huell. (XXXVII, 45 en 92). De onderstelling der Red. (noot, kol. 93) is juist. De door den heer Staring genoemde â??orde van Burgerl. verdiensten van Wurtem berg' is geheel gelijk aan de â??orde v. militaire verd.', doch het lint der eerste is zwart, geel gezoomd, dat der laatstgenoemde geel, zwart gezoomd. Waar de hier be­ doelde orde met die van den gouden adelaar sedert 1818 is vereenigd tot de â?? Wurtembergsche Kroonorde' (aan rood-zwart lint), daar moet Ver Huell vóór dat jaar met het zwarte Jint zijn begiftigd. Junius' â??Heraldiek' be­ schrijft het lint dezer voormalige orde (evenals de heer M. G. W. in XXXVII, 92) ten onrechte als â??donkerblauw'. DOC.-BUR. Wapen (Onbekend). Op een lakafdruk uit de 18e eeuw komt het volgende wapen voor: gedeeld: I bl. met 3 omgewende vogels (2â??1). II zi. m. e. gr. boom op een grasgrond. Ht: ossekop en -hals. Welk geslacht voerde dit? Ginneken. SE EENKAMP. Het eenige ons bekende wapen, dat in hoofdzaak met het bovenstaande overeenkomt, is dat van Jan van der Kaa, 1793 Gardiaan van het St. Nicolaasgilde te Arnhem en Johan Pieter Gerrit van der Kaa, 7.12.1821 koopman te Rotterdam, het eerste te vinden op den zilveren beker, van voornoemd gilde in het Museum te te Arnhem, het laatste in de boedelpapieren van de Amsterdamsche Weeskamer. Zij verschillen slechts daarin van het gevraagde, dat bij hen de vogels niet omge­ wend, zijn en het helmteeken een der vogels van het schild vertoont. Dit laatste behoeft niet als bewijs te worden opgevat, dat het gezochte wapen daarom van der Kaa niet is, aangezien verschillende leden van een zelfde geslacht dikwijls verschillende helmteekens plachten te voeren. DOC.-BUR. Wapen (Onbekend). Op een lakafdruk uit de 18' eeuw komt het volgende wapen voor: doorsneden: I een uitkomende leeuw, II 3 liggende blokjes (2 en 1). Ht. een antieke vlucht. Welk geslacht voerde dit? Ginneken. STEENKAMP. Indien de leeuw gekroond is, komt dit wapen over­ een met dat, hetwelk van Rhede van der Kloot in zijne â??Aanteekeningen omtrent de Regeeringsfamiliën van 's-Gravenhage en Scheveningen' op p. 34 toekent aan Adriaen van Leeuiuen, 1672 â??1706 Vroedschap van 's-Gravenhage. Op p. 64 deelt de schrijver mede, dat dit wapen ook zonder de doorsnijdingslijn voorkomt. DOC.-BUR. Wapen (Onbekend). Welke personen voerden het volgende alliantie-wapen ? a. een roofvogel met een linker-schuinbalk, b ilicm met 3 gewende wassenaars over alles heen. Kl ? b. ovaal schild. 3 sterren. Kl ? Hel. VAN KINSCHOT. Het mannelijk wapen is dat van het geslacht van Buttingha (zie hierboven het antwoord ingezonden door Jhr. Mr. W. G. Feith), het vrouwelijke van het geslacht Gerlacius (zie Arm. Genl.). Het alliantie-wapen dankt zijn ontstaan, hetzij aan het huwelijk van Nicolaas van Buttingha, geb. + 1650, gezworene te Groningen, met Wibbina Gerlacius, hetzij aan dat van diens broeder Johan van Buttingha, convooimeester, f 27 Oct. 1709, met Clara Gerlacius. (Zie XXXVII, 80.) DOC.-BUR. Wapen (Onbekend). Welk geslacht voert een keper met een ster (6) in de voet en als helmteeken een ster? Kleuren onbekend. Hel. VAN KINSCHOT. Het eenige ons bekende wapen, dat met het ge­ vraagde volkomen overeenkomt (ook wat betreft het helmteeken) is dat van een geslacht van Gehren, volgens lakafdruk op een brief van Mr Johannes Gabriel van Gehren, 30.10. 1778 Raad van Justitie te Batavia, in het archief te Enkhuizen. De geslachten Behagel en van der Kala) voeren eveneens een keper vergezeld beneden van een ster, doch deze is in beide wapens 8-puntig. DOC.-BUR. Wapen (Onbekend). Welk geslacht voert een keper