De Nederlandsche Leeuw, jaargang 37 (1919)

9 het studeeren aan de verschillende faculteiten'uit, waar­ van de grondgedachte nog steeds gehuldigd wordt. â?¢ 'Behalve als hervormer van het medisch onderwijs is Van Swieten vooral op hygiënisch gebied werkzaam ge­ weest. Met behulp van den bekenden Josef von Quarin, dien hij tot geneeskundig inspecteur bij het ministerie van binnenlandsche zaken deed aanstellen, riep hij een school voor de opleiding van vroedvrouwen, een school voor officieren van gezondheid en een school voor vee­ artsen in het leven, hij richtte in elke voorstad een zieken­ huis op en stelde regelen voor het klinisch bezoek. Ook de bekende sterrenwacht te Weenen heeft aan hem het bestaan te danken, evenzoo het eerste chemisch en phy sisch laboratorium, aan welke instelling hij 66 mikros kopen schonk, een voor die tijden vorstelijk geschenk. Voor de studenten zorgde hij als een vader: hij liet er jaarlijks 30 op zijn kosten studeeren, zijn tafel stond steeds open voor hongerige weezen en voor menigen armen student betaalde hij de boeken en collegegelden. Het thans nog bloeiende weduwen- en weezenfonds voor geneesheeren werd ook door Van Swieten opgericht. Allengs kwam niet alleen het medisch, maar het ge heele onderwijs in Van Swieten's handen. Als directeur der hofbibliotheek was hij met de censuur van alle boeken belast. Dit uiterst inspannende werk bezorgde hem veel onaangenaamheden en vijandschap, vooral waar het be­ trof de controle op de uit het buitenland ingevoerde boeken. Dit ambt was vroeger in handen der paters-jezu ïeten geweest, die letterlijk alles wat niet met hun op­ vatting over moraal en godsdienst strookte, in beslag namen. Intusschen was het voor Van Swieten een groote^ voldoening, toen 'de Keizerin op zijn raad besloot, dit ambt aan de paters te ontnemen en daarmede een com­ missie te belasten, met hem aan het hoofd. De censuur behoorde, zoo betoogde hij, door den staat en niet door de kerk te worden uitgeoefend, en tot groote ergernis der jezuïeten en bisschoppen, die hem voor een Jansenist uitmaakten, vond zijn voorstel een gunstig gehoor. Be­ denkt men welke vlucht de Fransche, Engelsehe en Duitsche letterkunde juist in het laatst der 18de eeuw genomen hebben, dan begrijpt men, voor welke moeilijke taak hij stond. Voltaire, Rousseau, Montesquieu, de En cyclopaedisten, Lessing, Goethe â?? zij waren allen te vrijzinnig voor den bekrompen geest in Oostenrijk en zelfs Van Swieten was niet altijd in staat tegen den stroom op te roeien. Hij was, zooals alle hervormers in die dagen een verlicht despoot, die wat hij voor goed hield des­ noods met geweld wilde ten uitvoer brengen. Zoo werkte Van Swieten gedurende 27 jaren in Oosten­ rijk en stierf in 1772 in het keizerlijk paleis van Schön brunn. Vooral uit zijn briefwisseling met Maria Theresia, welke geheel het karakter eener vriendschappelijke corres­ pondentie droeg, blijkt, welk een vriendschap zij haren lijfarts heeft toegedragen. Toen zij in zijn laatste ziekte afscheid van hem nam, smolt zij in tranen weg, waarop Van Swieten, die reeds niet meer staan kon, zijn laatste glas wijn op hare gezondheid uitdronk. Sedert hij haar en enkele harer kinderen van de pokken had weten te genezen, stelde zij een onbegrensd vertrouwen in zijn kun­ de. Nog jaren later gebruikte zij zijn recepten, en beval die hare kinderen aan, â??vous avez tant aimé ce Van Swieten, c'est de son école que je vous envoie le secours', zoo schreef zij aan aartshertog Ferdinand, met de bij­ 10 voeging dat zij sedert zijn dood elk vertrouwen in medi­ cijnen en doctoren verloren had, â??car il savait vérita blement ordonner avec ma santé'. Van Swieten werd met vorstelijke praal begraven. Keizer Joseph in persoon, met alle ministers en waardig­ heidsbekleders, volgden den met zes paarden bespannen lijkwagen, die, alvorens naar de kerk te rijden, zich langs den â??Hof burg' bewoog, om de Keizerin gelegenheid te geven nog een laatsten groet aan haren vriend te brengen. Nog 8 jaar later schrijft de Keizerin aan haren zoon Ferdinand: â??J'ai aujourd'hui un grand jour de dévotion et de retraite, 1'anniversaire de Van Swieten qui est pour mon particulier une perte irréparable'. Zelfs in Frankrijk, waar hij de geleerden door zijn strenge censuur dikwijls genoeg ergenis gegeven had, werden zijn verdiensten toch zóó erkend, dat toen de tijding van zijn dood in de vergadering der â??Académie des Sciences' kwam, de spreker zijn geleerd betoog staakte en zeide: â??Messieurs, le baron Gérard van Swieten a succombé,' waarop de vergadering met het pathos dier dagen eigen antwoordde: â??Jamais! II ne succombera pas!' De groote Billroth, een eeuw later de roem der Ween sche universiteit, schreef van hem: â??Wer in der Bekannt schaft mit diesem herrlichon Menschen keine Freude ge funden hat, bei dem mag ich mich nicht entschuldigen'. In de groote zaal der Weensche hofbibliotheek werd op 11 Nov. 1833 een buste onthuld, met het korte op­ schrift â??Gerhardus van Swieten', terwijl hij, de beste leerling van Böerhave, op 3 Mei 1888- bij het prachtige standbeeld van Maria Theresia vereeuwigd werd, staande tusschen de ruiterstandbeelden van Loudon en Traun, zoodat thans leermeester en volgeling, hoewel honderden mijlen van elkaar gescheiden, beiden in brons vereeu­ wigd zijn. Zijn bekendste werken zijn: Dissertatio inaug. de arte riae fabrica et efficacia in corpore humano, Commentaria in Hermanni Boerhave Aphorismos de cognoscendis et curandis morbis, Kurze Beschreibung und Heilungsart der Krankheiten, welche am óftersten in den Feldlagern beobachtet werden, Constitutiones epidemicae et morbi potissimum Lugduni Batavorum observati. Hij was Commandeur in de orde van den Heiligen Stephanus. i) Voor aanvulling of verbetering van het bovenstaande, meer speciaal van het genealogische gedeelte, houd ik mij steeds gaarne aanbevolen. Alle gegevens omtrent leden ook van andere takken van deze familie zullen mij steeds meer dan welkom zijn. Fragment-genealogie Battaerd, doo r M. G. WILDEMAN. Slechts enkele particuliere kennisgevingen van huwelijk en overlijden en een luttel aantal annoncen (deze laatste aanwezig in de verzamelingen van het Centraal Bureau voor Genealogie en Heraldiek) maakten den grondslag uit van 't volgend fragment. ') In 1770 genas hij Maria Theresia van de kinderpokken, waarvoor hij het Commandeurskruis in de orde van den Heiligen Stephanus ver­ wierf, verder schonk de keizerin hem 3000 ducaten en haar beeltenis in briljanten givat.