De Nederlandsche Leeuw, jaargang 39 (1921)

295 RuyI. (XXXIX, 243). Het handschrift Borger vermeldt 7 predikanten RuyI (Rulaeus) die allen, slechts op enkele uitzonderingen na, steeds in plaatsen in Noord-Holland gestaan hebben. 1. Philippus Rulaeus, zn. v. Cornelis, geb. Alkmaar, pred. 1601 Zevenhoven, 1610 Naarden, 1619 Hoorn, t 1649, geb. Zie mijn algem. predikanten-huwelijken 9.8.1602. 2. Johannes Rulaeus, zn. v. 1, pred. 1633 Hauwert, 1636 Muiden, 1639 Rotterdam, 1646 Haarlem, f 1676 Juni 24. 3. Henricus Rulaeus, zn. v. 1. pred. 1634 Wormer, 1637 Weesp, 1640 Amsterdam, f 1680 October, geh. Zie mijn Amsterdamsche predikanten-huwelijken 1.1.1637. 4. Cornelis Rulaeus, zn. v. 1, pred. 1642 Twisk, 1642 Alkmaar, f 1643. 5. Philippus Rulaeus, zn. v. 2, pred. Nederlandsche Ambassade Madrid, 1675 Velsen, f 1677 September. 6. Rudolphus Rulaeus, zn. v. 3, pred. 1659 Barsinger horn, 1662 Graft, 1668 Amsterdam (Gasthuis-Kerk), f 1688 Juni 9, geh. Zie mijn Amsterdamsche predikanten­ huwelijken 23.8.1663.. 7. Philippus Rulaeus, zn. v. 3, pred. 1660 Uitgeest, 1668 Hoorn, t 1678 November 28. Volgens A. F. van Beurden had Peter RuyI, rent­ meester van het ambt Grave, een zoon Albert, die predi­ kant was. Dit is hoogstwaarschijnlijk onjuist. Men vindt: Navorscher 1860 p. 290, 1862 p. 81, v. Troostenburg de Bruyn, Biog. Woordenboek van Oost Indische Predikanten p. 372/3 (zeer uitvoerig) en Nieuw Nederl. Biog. Woordenb. Deel IV melding gemaakt van een Albert RuyI. die soms vermeld werd als predikant, maar dat nooit geweest is, daarenboven heette zijn vader Cornelis. Amsterdam. A. B. VAN DEE VIES. Waltelinghâ??Fransz. (XXXIX, 246). David Fransz, J. U. D., Rector der Latijnsche School te Tiel, Advocaat­ fiscaal van het Ambt Nederbetuwe, overl. te Tiel, tr. aldaar 11 Juni 1733 Hendrica Agneta Schuil, geb. Tiel 17 Aug. 1702, overl. te Tiel. Hunne dochter Theodora Fransz, geb. Tiel 6 Jan. 1735, overl. Sas van Gent 19 Oct. 1779, tr. Ackoy 1 Nov. 1761 Gerardus Waltelingh, geb. 1724, overl. te Tiel 1800, Kapitein in 't Reg*. Oranjeâ??Gelderland. Wapen 'Waltelingh: in goud een blauwe keper, ver­ gezeld van 3 zilveren (blauwe?) ringen. Wapen Schuil: in blauw 3 zilveren baarsen (Rietstap geeft â??turbots'), rood gevind en gestaart, onder elkander. Wapen Fransz: doorsneden: I gedeeld: a. in ? een laars van ?, b. in blauw een zilveren wiel. II een keper van ? vergezeld van 3 zespuntige sterren. Een en ander is ontleend aan een M. Sv genealogie Schuil in 4 dln (zie auctie v. Stockum 18â??31 Mei 1918 Nrs 1186 en 1187). S. E. v. B. Wapen (Onbekend). (XXX1X,247). Capitein Jan Roper trouwt Nijmegen 7/17 Dec. 1634 Anna Sibilla van den Hatert. Hunne wapens met jaartal 1649 bevinden zich boven de deur van het kasteel Hattert. Roper voert: Doorsneden door een lijn en gedeeld door twee lijnen, waardoor zes kwartieren worden gevormd, het le, 3e en 5° in bl. een go. hertenkop en hals, het 2e, 4e en 6e goud. Helmt: een go. uitkomende leeuw, met de voorpooten een go. antieke kroon houdende. Wij bewonderen alweer het Doe. Bur., dat bij het toe­ schrijven van dit wapen aan J. C. Schoorn er bij voegde: â??of dit inderdaad zijn wapen was, kunnen wij niet ver­ zekeren'. 's-Gravenhage. J. D. WAGNER. Wapen (Onbekend). (XXXIX, 248). Aldaar lees ik : â??en een schildhoofd met een garnaal (althans geen kreeft, want hij heeft geen scharen)' etc. Tegen deze bewering moet ik opkomen. Misschien heraldisch niet, maar zoölo­ gisch zijn er wel degelijk kreeften zonder scharen. De geheele familie der pantserkreeften (Loricata) heeft pooten zonder scharen. De voornaamste soort van deze familie is de Langouste (Palinurus) welbekend bij dé bezoekers der Middellandsche Zee. Als dus alleen het ontbreken der scharen zou moeten bewijzen, dat deze kreeft een garnaal is, dan moet ik daartegen protest aanteekenen. Maar mogelijk blijft het altijd, dat een heraldische kreeft en een zoölogische kreeft twee ver­ schillende dingen zijn. 's-Gravenhage. H. P. SCHOONENBEEK. Westrhenen (van). (XXXIX, 183,248). Vergelijk voor het huwelijk van Westrhenenâ??Cr egel (Crekel) ook Na­ vorscher 27, blz. 95 en 423. Baarn. JOAN H. A. KRUIMEL. Zuylen (van). Welke persoon kan voorstellen een geschilderd mansportret van laatste helft 17e eeuw, zonder jaartal of naam, doch in, den linkerbovenhoek voorzien van 4 kwartierwapens en wel: 1. Zuylen, 2. vermoedelijk ook Zuylen, doch het schildje kan ook 3 roode leeuwen (2 en 1) vertoonen, 3. niet meer te zien, doch vermoedelijk een klimmende gouden leeuw, 4. in... . een zilveren leeuw. De afbeeldingen zijn zeer onduidelijk, behalve het 1° kwartier. De gezochte persoon moet zeer na familie zijn geweest van Mechteld van Zuylen van Nievelt, echtgenoote van Gerard van Reede van Renswoude. d. St. W. INHOUD 1921, N° 10. Bestuursberichten. â?? Pieter van Beoostenzweene'a Remissorium Philippi, door Mr. E. J. Thomassen a, Thuessink van der Hoop. (Vervolg). â?? Uit de oude registers van Voorschoten, door W. J. J. C. Bijleveld. â?? Van Heiden (von Heyden), door H. H. K. Langen mayr. (Slot). â?? Zusters van het 'Agnietenklooster te Harderwijk, door Jhr. Mr. W. G. Feith. â?? Namen van Heerlijkheden bij Geslachts­ namen, door Mr. W. Lunsingh Tonckens. â?? Huwelijksinteekeningen in de Kerkelijke registers te Amsterdam van Predikanten, die aldaar gestaan hebben, medegedeeld door A. B. van der Vies. (Slot)._ â?? Vragen en Antwoorden: Broers-van Orsoy, Cuyck (van), Esseren (van), Hattert (van), Machalst (van) en RuyI, Mildt (van der), Nieuw kuyk (van), Porte (de la)-de With, Rengers, RuyI, Waltelinghâ?? Pransz, Wapen (Onbekend), Westrhenen (van), Zuylen (van). DE NED. BOEK- EN STEENDRUKKERIJ, V/H H. L. SMITS,