9
10
Antonio (in de ^Synagoge Abraham) de 8ilva y Gastro,
Markies van Montfoort', wiens afstammelingen langen
tijd te Naarden gevestigd warem en leden en regenten
der Portugeesche Synagogen aldaar en te Amsterdam
geweest zijn. Zijn tak stierf volgens denzelfden schrijver
reeds in de 18° eeuw uit, terwijl een andere tak van
denzelfden stam in het begin der 19° eeuw nog zou hebben
bestaan, doch zoodanig ia verval geraakt was â??dat zijn
oudste lid meer aanleiding vond, om eene plaats in het
Portugeesche Oude-Mannenhuis dan in den Nederland
schen adel te vragen'.
In het diploma van Leopold I werd Francisco de Silva
volgens da Costa tevens erkend te behooren tot het beÂ
roemde geslacht der Silva's in Spanje en Portugal 5)
en aan de markiezen van Montfort o. m. het recht verÂ
leend om ridders te maken, adel te schenken en munt
te slaan. Dat da Costa, wiens genealogische uiteenzetÂ
tingen vaak in objectiviteit te kort schieten, den inhoud
van het diploma niet nauwkeurig zou hebben weerÂ
gegeven, is mogelijk, doch niet waarschijnlijk, aangezien
dit laatste in 1857 in het bezit was van da Costa's
boezemvriend Dr. A. Capadose te 's-Gravenhage fi), te
wiens huize hij het zonder twijfel zal hebben gezien.
Op welke wijze kwam nu het diploma der markiezen
van Montfort in het bezit der familie Capadose? Wij
stellen deze onbelangrijk schijnende vraag, omdat geÂ
poogd is tusschen beide geslachten een verband te leggen,
dat â?? naar wij zullen aantoonen â?? niet bestaan heeft.
De stamreeks der familie Capadose is opgenomen op
p. 37 e. v. van den laatsten jaargang (1920) van Neder
land's Patriciaat. Zij vangt aan met Aaron Capadose,
in 1669' een der Parnassirri-der-Portugeesche Synagoge
te Amsterdam en tweemaal gehuwd 1° mot Judith Cohen
en 2° met Mester (Esther) de Mattos. Als zoon uit het
tweede huwelijk vermeldt Nederland's Patriciaat:
. â??II Abraham Capadose, geb. Amsterdam in 1659, koopÂ
man, in 1684 een der Gapaine d' Terra Santé e cattivos,
t in April 1746, tr. (ondertr. Amsterdam' 10 Feb. 1683)
Rachel da Silva, geb. Amsterdam in 1666, f in Sept. 1728,
dr.. van Isaac alias Ierdinando da Silva, markies van
Montfoort en Rachel del Sotlo.'
Leek het reeds niet zeer waarschijnlijk, dat slechts
weinige maanden nadat Francisco de Silva, ridder van
de Militaire Christus-orde, enz. enz., wonende te AntÂ
werpen, verheven werd tot markies van Montfort en
H. R. R., zijn kleindochter (want Rachel's vader Isaac
alias Ferdinando kon slechts een zoon van Don Irancisco
zijn- geweest) in de Amsterdainsche Synagoge in het
huwelijk zou zijn getreden met een zoon uit eene goed
Joodsche koopmansfamilie dier stad â?? een acte uit
de protocollen van Nots. J. Sijthoff te 's-Gravenhage d.d.
14Nov. 1724 leert ons, dat tegenover het medegedeelde in
Nederl. Patr. inderdaad eenig scepticisme gewettigd was.
Wij hebben op het ooghet testament (inhet Spaansch) van
8) Dat hier ten onrechte gesproken wordt van het geslacht der Silva's,
terwijl deze naam vrij algemeen is in Spanje en Portugal, ligt voor
de hand.
6) Navorscher, 1. c.
â??la Sra Da Sara alias BlancadeSilva, CondessacZeMontforté',
eene â??bejaerde ongehuwde JufP' â?? zooals een voor denÂ
zelfden notaris gepasseerde transportacte d.d. 4 Juli 1725
haar noemt â?? wonende in den Hage en blijkbaar een
dochter van meergenoemden Don Francisco. In dit testaÂ
ment vermaakt de erflaatster â?? behalve eenige legaten
ten behoeve van Goede Werken' en van haar personeel â??
aan haren broeder Dn Antonio de Silva marqués de
Montforté7) een legaat van fl. 6000.â?? en aan hare nicht
Da Lea de Silva, dochter van laatstgenoemden Dn AnÂ
tonio, hare kleederen, bepaald aangeduide juweelen, taÂ
pisserieën enz. Tot hare erfgenamen benoemt zij :
voor l hare zuster Da Juana de Silva de Quiros,
weduwe van Dn Manuel de Quiros, en bij ontstentenis
van deze haren zoon Dn Francisco de Quiros, en
voor f haren neef Dn Joseph de Silva, zoon van haren
broeder Dn Antonio de Silva, marqués de Montforté, echter
onder den last van uitkeering van fl. 25000.â?? aan zijne
voornoemde zuster Da Lea de Silva, welk bedrag echter
aan Dn Joseph zal terugkeeren, wanneer zij vóór hare
meerderjarigheid of ongehuwd mocht komen te overlijden
of een huwelijk mocht aangaan, dat niet de algeheele
goedkeuring wegdroeg van haren vader en hare tante
Da Juana de Quiros. Ingeval Dn Joseph de Silva vóór
de erflaatster mocht komen te overlijden, zou het vruchtÂ
gebruik van diens totale deel levenslang toekomen aan
zijn vader D' Antonio en na diens dood de volle eigendom
voor ^ vervallen aan meergenoemde Da Lea de Silva en
voor |- aan Dn Francisco, de Quiros.
Tot executeurs-testamentair en voogden over de minÂ
derjarigen benoemt zij laatstgenoemden Dn Francisco
.de Quiros en Mosch de Aron Pereira Junior.
.^.Het^feiJ,, dat,,in,,dit,, testament,noch van..een.â??Isaac
alias Ferdinando da Silva, markies van Montfoort' noch
van Rachel da Silva of haren man Abraham Capadose
sprake is, hoewel laatstgenoemd echtpaar in 1724 nog in
leven was, zou op zichzelf niet veel te beteekenen hebben,
ware het niet, dat de testatrice, waar zij redenen meende
te hebben om een lid van hare familie van de erfenis
uit te sluiten, hiervan uitdrukkelijk melding maakte.
Dit deed zij ten aanzien van haren neef Luys de la Corona,
zoon van hare zuster Da Eleonor de Silva, omdat zijne
moeder tegen den zin der erflaatster gehuwd was en haar
met vele processen vervolgde (â??por ser su Madre Cazada
contra el Gusto de la Testatora, y haverla perseguida con
muchos pleytos'). Was Rachel Capadose â?? da Silva eene
afstammelinge van Don Francisco de Silva markies van
Montfort geweest, zij zou o.i. in het testament van Da Sara
niet onvermeld gebleven zijn.
Aan de hand van het bovenstaande komen wij nu
tot de volgende tabellarische opstelling:
7) Het is opvallend, dat in deze en andere acten evenals bij de Végiano
de geslachtsnaam kortweg luidt de Silva of Sylva, zonder de toevoeging
Solis, als bij da Costa en diens naschrijvers. Solis is de naam van een
uitgebreid geslacht van schijn-Christenen, dat zich over Nederland,
Frankrijk, Engeland, West-Indië, en de Vereenigde Staten verspreidde,
in welk laatste land â?? speciaal te Philadelphia â?? nog heden ten dage
leden dier familie â?? Solis, Solis Oohen en da Silva Solis geheeten â?? voortÂ
leven Zij heeten af te stammen van het echtpaar Salomon da Silva
Solis én Isabel da Fonseca, omstreeks 1670 in de Synagoge te AmÂ
sterdam gehuwd. Zie, ook the Jew. Enoycl. XI, p 435, alwaar men
onder de leden der .familie Solis â?? vermoedelijk op gezag van da
Costa â?? den Markies van Montfort vermeld zal vinden, hoewel diens
diploma hem toch uitdrukkelijk een telg noemt uit het geslacht der
Süva's.