241
242
helmteeken van Aylva, 3. het helmteeken van Meckama,
4. Meckama, hartschild: Houwerda. Waarom hij juist
Meckama uitzocht om zijn wapen mede te verfraaien,
is niet duidelijk, teminder omdat zijn oom Scipio zich
Meckama van Aylva noemde, vermoedelijk niet naar
zijn moeder Lucia Hesselsdochter van Meckama, echtÂ
genoote van Douwe van Aylva (grootouders van onzen
H. W.), maar naar aanleiding van de erfenis der
Meckama's nl. de Tammingaborg te Hornhuizen, die
hem in 1670 aankwam van zijn schoonzuster Lucia
Julius' dochter van Meckama, weduwe van zijn broeder
Douwe. De kleinzoon van dezen Scipio nl. Hans Willem
van Aylva voerde in 1732 op de kerkbank te Hornhuizen:
gedeeld van v. Aylva en v. Meckama naast het wapen
v. Camstra (zonder den Fr. adelaar, zie N. L. XL, 343)
naar zijn vrouw Barbara van Camstra. Toch moet de
generaal H. W. v. Aylva een reden gehad hebben, om
toen hij behoefte gevoelde zijn wapen te verfraaien,
juist Meckama te kiezen. Kan het zijn geweest, dat nu
50 °/0 van zijn kwartieren van niet-Frieschen, zelfs niet
Nederlandschen stam (zijn moeder was een gravin von
Althan) waren, hij het eerste wel-Friesche kwartier nam
nl. Meckama? Maar ter onderscheiding van zijn ooms
en neven de Meckama van Aylva's, nam hij het wapen
der Houwerda van Meckama's, niet omdat zijn grootÂ
moeder stamde uit het huwelijk van Filip van Meckama
en Jet Houwerda in de tweede helft der 16e eeuw, maar
mogelijk, omdat in 1668 met Filips Houwerda van Meckama
het geslacht Meckama in den mansstam uitstierf, terwijl
in 1669 ook diens zuster Lucia stierf (gehuwd met Bocke
van Burmania, die in 1671 zwager werd van den geÂ
noemden generaal H. W. v. Aylva). Hij zou dus het
wapen Meckama in den luisterrijksten vorm (zooals het
nl. was vrijgekomen in 1668) gekozen hebben. Weliswaar
voert Houwerda, aanvankelijk een hoofdelingengeslacht
in het Klei-Oldambt, later resideerende op één der hoek
kasteelen van Appingedam, in rood een zilveren leeuw
en niet, zooals in het onderhavige hartschild een aan
zienden leeuw, maar bij al de heraldische vrijheden, die
de heer v. Aylva zich permitteerde, is deze afwijking
onbeduidend. Hoe hetzij, het bovenstaande toont opnieuw,
hoe in Friesland andere regels op genealogisch en
heraldisch gebied aangehangen werden, dan in verder
Nederland.
Voorburg. W. G. FEITH.
Ba(a)ren (van), de Pater. Gevr. wapens van de geÂ
slachten van Ba(a)ren en de Pater uit Alblasser- en
Krimpenerwaard.
R. N. C. v. M.
Baerda. Waar en wanneer is geboren Reijnau Jansdr
Baerda, dr v. Jan Hobbesz. Baerda, tr. Leeuwarden 1700
Jan Jacobsz. Schut?
R. N. C. v. M.
Bekius. Wie kan een beschrijving geven van het
wapen der familie Bekius (Beeck)?
Alphen ajd Rijn. W. M. C. EEGT.
Bersselaer (van den). Gevraagd worden wapen en
genealogie van het geslacht van den Bersselaer, waartoe
behoorden de volgende kinderen van Laureys v. (d.) B.
te Etten (volgorde onbekend):
1. Christoffel Laureysz. v. d. B., verm. â??vorster tot
Etten' omstr. 1570, vader van Lynlken (Catarina),
geh. met Geerijt Pieters Tack,
2. Wouter L. v. d. B, f vóór 1604, tr. Comelia Jans
van Buerstede, waaruit Elisabeth, geh. met Buybrecht
Willem Bovers, schepen te Etten 1618,
3. G( ?) L. v. d. B., geh. met Mr. Merten van W(hoven,
4. Anthonis L. v. d. B., tr. Maria, leven nog 1615,
5. Hendrick L. v. d. B., leeft nog 1615,
6. Anneken L. v. d. B., tr. verm. Hendrick Aerts van Looy,
7. Maria L. v. d. B., f vóór 8 Dec. 1615.
Bilthoven. H. W. VAN TKICHT.
Blok-van Beek. (XLI, 39, 88, 127). In mijn kwartierÂ
staat komt betreffende Blok-van Beek het onderstaande
voor. Kan de Heer B. v. B. mij misschien obk mede
deelen of dit juist is, en zoo ja of het met Venlosche
gegevens verder opgevoerd kan worden ?
I. ? Lucas van Beek, geboren Emmerick, ondertr. HaarÂ
lem 26/6 1627 Christina van Steenkist, j.d. van
Haarlem.
II. Pieter van Beek, van Amsterdam, inget. Amst. 24/9
1650 (D T B. 681, f 2V.) op acte van Haarlem, trouwt
Haarlem voor schepenen 16 Oct. 1650 Janneken de
Pateyn, j.d. van Haarlem (in de Genealogie Patijn
niet te vinden).
'III. Lucas van Beek, geb. Amst. 1651, inget. Amst.
11 Oct. 1674 (DTB. 678, f°. 118), vader Pieter
Lucasz., met Maria Block, geb. 1653, Antonys dr.
ex Barbara Leeuw.
IV. Maria van Beek, geb. 1678, huwt Amst. 6-3-1707,
ond. id. 7-2-1707 (DTB. 705, f. 168v.), moeder Maria
Block, met Michiel Blok van A., geb. 1684, vader
Pieter Michielse (moeder Johanna van Aldewerelt
DTB, 694, f. 39*.), hij begr. N. K. Amst. 24/6 1761.
Helmond. J. G. KAM.
Bonnet. (XL, 386, XLI, 39, 204). Als aanvulling van
de reeds verstrekte gegevens, kunnen wij nog mede
deelen, dat wij in de brieven aan de Utrechtsche vroedÂ
schap een brief vonden van M. Bonnet, 25/1 1742
Substituut-drossaard en kameraar te â??de Vaart' i.e.
Vreeswijk.
Het wapen op zijn lakafdruk vertoont â??3 boomen'
met een boom als helmteeken.
Doe. BUR.
Bouquet (XLI, 206). In een ms. genie Slingelandt:
Maria v. Slingelandt, dr. van den 1540 overleden Jan
en van Maria van de Capelle, tr. Willem Boucquet, Generaal
Meester van de Munten der Vereenigde Nederlanden.
Hij ob. 1570 en voerde: Gevierendeeld: 1 en 4 in zi.
een gr. boom, 2. in go. drie ro. harten, 4. in go. drie
zw. dorre boomtakken (?) schuins links geplaatst in de
richting van een rechterschuinbalk.
In 1777 is sprake van het Zwitsersch regiment Bouquet
in Hollandschen dienst.
Heinrich Bouquet (von Rolle) hatte sein Vaterland
mit 17 Jahren verlassen, um in Holland in das Schweitzer
regiment. Constant einzutreten .... Da ihm der Prinz