103
104
oudevader ende hare twier overoudemoeder wael
gheboren ende waren uut tween edelen hofsteden
gheboren, alse haer overoude vader, die eens ridders
zoen was, gheboren uter hofstede van der Helle,
ende hoer overoudemoeder een waelgheboren wiif
was, gheboren uter hofstede van YsseltJ7).
Ende in kennisse der waerheit zo hebben wi WilÂ
lam van Ysselt, Herman van Ysselt, Willam van
Hemert, Ghisebrecht ende Cossiin voerscreven onse
seghellen an desen brief gedaen tenen oerconde.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent drehondert
dre ende neghentich op des Hilichs cruusavont
inventio.
Wat Willem van Hemert en Gijsbert uter Koken beÂ
treft, die deze verklaring medebezegelden, kan ik mede
deelen, dat de eerste blijkens zijn zegel de drie leeuwenÂ
koppen voerde, die nog heden door het geslacht van
Hemert van Dingshof worden gevoerd, en dat Gijsbert's
zegel hetzelfde wapen, doch gebroken met een barensteel,
vertoont, zoodat laatstgenoemde, zoo niet een zoon of
een jongere broeder van Willem, dan toch tot diens
maagschap zal hebben behoord. Dat Willem van Hemert
dit attest mede afgeeft, wordt verklaarbaar, wanneer
wij zien in eenen brief door den abt van St. Paulus te
Utrecht Henrik van den Bijn in 1383 geschreven aan
Gerard van den Rijn Danielsz. van Everdingen8), dat
deze abt, die mede van den Ysseltschen stam was geÂ
sproten 9), spreekt van Willam van Hemert, onsen lieven
neve, die ons oems soen is.
Behalve deze bewijzen voor den ouden adel der eerste
Ysselt's zijn nog andere aan te voeren, al betreffen die
personen, die niet den stamnaam van Ysselt droegen.
Ik denk hier b.v. aan den reeds meer genoemden WilÂ
lem Vlaming van Boternèsse1 °). Sedert ik voor de eerste
maal melding van hem maakte, mocht ik er in slagen
de door Buchell afgeschreven oorkonde van 1355 met
Wülem's zegel in originali terug te vinden. Bedoelde
oorkonde is van 3 Juni 1355 en berust in het archief
van het Kapittel van St. Pieter te Utrecht (inv. n°. 389),
Mabely, jonkvrouw van Buren en haar zoon Alard heer
van Buren, knape, stellen daarbij hun geschil met het
kapittel over het recht op de tienden van Malsen ter
beslissing van de dekens der kapittelen van den Dom
en van St. Pieter als scheidslieden, onder aanwijzing
van borgen, onder wie wordt genoemd Willam Vlaminc
van Botternesse, knape.
Tot zoover hetgeen reeds meer of minder bekend was.
7) Het tweede exemplaar dezer oorkonde (vgl. noot 6) is een weinig
uitvoeriger en heeft in plaats van het tusschen [ ] geplaatste:
â??waelgheboren sijn, als van oere ouders, ende ghekomen sijn uyt
â??tween verleenden hofsteden, dat is te weten, dat van der eenre
â??syt oer averoudervader eens ridders soen was, gheboren opter hofÂ
steden ter Helle, dat een leen is ons ghenedigen heer van Gelre,
â??ende van der ander sijt oer averoudermoeder der een waelghebaren
â??wijf was, ghebaren opten hofstede tot Ysselt, dat een
â??leen ia ons ghenedighen here van Hollant'.
Men wachte zich er intusachen wel voor op grond van leenbezit
in de tweede helft der veertiende eeuw adel te presumeeren.
8) R. A. Utr., Arch. der Geestel. Gestichten n'. 505, fol. 56.
») Zie jaarg. XL, kol. 254.
,0) Zie jaarg. XL, kol. 255, en jaarg. XLI kol. 59 e.v. Hij is verÂ
moedelijk niet te vereenzelvigen met Willem Vlaming, den broeder
van Dirk Cosijn van Ysselt, maar eene generatie lager stellen. Deze
Willem Vlaming van Boternèsse vond ik nog vermeld in eenen schepenÂ
brief van Rhenen van 1362, waarbij eene hofstede binnen Rhenen
aan de markt van hem in erfpacht wordt genomen (R. A. Utrecht,
m.s. n°. 828, fol. 101).
Nieuw is mijne meening, dat uit den ouden YsseltÂ
schen stam ook het geslacht van Neckevelde is voortÂ
gekomen, welks adel onmiddellijk is te bewijzen. Ik
vond n.1. dat Kasijn van Neckevelde Oeritssoen, die tot
de â??knechten des ïants van Veluwen' moet worden geÂ
rekend, 14 November 1435 het verbond tusschen de
ridderschap en de steden des lands van Gelre heeft
bezegeld11), en dat diens zegel een wapenschild met
14 Desanten (4:4:3:2:1) vertoont. Dit wapen, hetÂ
welk, wat de figuren betreft, volkomen overeenkomt
met dat der Ysselt's, is mij eene vingerwijzing naar
dat geslacht. Ook de voornaam Kasijn (Cosijn) wijst
in diezelfde richting. De naam van Neckevelde ontleende
deze familie zonder eenigen twijfel aan het nog beÂ
staande gehucht Nekkeveld in de gemeente Nij kerk,
dus in de nabijheid van Amersfoort, waar ook de Ysselt's
thuis behoorden.
Op deze Neckevelde's, aangaande wie slechts weinig
bekend schijnt te zijn12), veroorloof ik mij hierbij de
aandacht te vestigen in de hoop, dat het mogelijk zal
blijken ook hunne afkomst nader vast te stellen.
Zutphensche Geslachten.1)
Bijdrage tot de genealogie Solner, thans Sölner,
door JHR. H. H. RÃ?ELL
I. Laurens Solner, woonde te Nisse.
II. Steven Solner, geb. te Zevenbergen, burger van
Zutphen 12 Juli 1611 2), rijdende bode in plaats
van Oerrit Op ten Nas 20 Feb. 1617, van stadswege
een glas vereerd in zijn hersteld huis in de Turf
straat 16 Juli 1630, subsidie voor een nieuw paard
10 Dec. 1631, koopt 11 Mei 1637 dewahreN°66,
verkrijgt acte van survivance voor zijn zoon Laurens
9 Maart 1658, zijn ambt door dien zoon waargeÂ
nomen 19 Mei 1660, doet afstand ten behoeve van
dien zoon 24 Juli 1661, overl. vóór 31 Mei 1665,
huwde 1° te Zutphen 20 Oct. 1611 (o. 22 Sept. 3):
Hendersken de Haes, dr. van Udo de Haes, van
Arnhem.
Hij huwde 2° te Zutphen21 Mei 1626 (o. 30 April).:
Grietgen Dirks, dr. van Dirk Claesz.
Hij huwde 3° te Spankeren (o. te Zutphen
30 Oct. 1636): Geertien Jans van Brummen, wed.
van Peter Timmerman, overl. na 31 Mei 1665.
Uit het eerste huwelijk 3 kinderen:
1°. Sander, die volgt III. A.
2°. Laurens, ged. te Zutphen 20 Febr. 1620, jong overl.
3°. Geertruicl, ged. te Zutphen 29 Juni 1621, jong overl.
»') Zie Nijhoffs Gedenkwaardigheden IV, blz. 138 noot.
ll) Ik verwijs hier nog naar het Geldersch leenregister, Kwartier
van Arnhem, blz. 86, waar blijkt, dat Wouter van Ncckenvelde vóór
1432 gegoed is geweest te Nekkeveld.
') Zie ook Maandbl. XXXVII, kk. 401â??408.
») Burgerboek der Stad Zutphen, 1478â??1630.
Opten 12«n Julij 1611: Steven Zólner, van Seevenbergen, sijnde rbe-
gunstiget mit het recht van de burgerschap hefft sijnen burgereedt i
gedaen ende aengelaavet sieh the willen dragen conform der Heeren :
Schepenen ordon. ende is alsoo tot burger angenaamen.
s) Trouwboek der stad Zutphen, 1600 -1651, ondertrouwd 22-Sept.:
1611: bteffen Solner, uijt Sevenburgerland, Laurens Solner, van Nisse â?¢
n.s. en Hendricxken de Saes, van Aernhem, Oyde de Haes, ,b. tot Aern
hem d. (X 20 Oct. 1611).