175
176
mogen aannemen, dat de standaard van hertog Jan I,
dien hij bij Woeringen â?? en niet onwaarschijnlijk daar
voor het eerst â?? ontrold heolt, sedert het begin der
16de eeuw buiten gebruik geraakt is, ten tijde dat de
Bourgondiërs Brabant verwierven en den hunnen in de
plaats stelden. Ook meen ik uit de litteratuur te moeten
opmaken, dat er vóór de 15do eeuw van stedelijke vlaggen
moeilijk sprake kan zijn en dat de landelijke vlaggen
zelfs nog jonger zijn34).
Nu is mij van eene landsvlag met do kleuren geelÂ
zwart niets bekend, maar is het daarentegen mogelijk, dat
zij hare gedaante aan de landskieuren, die, zooals wij
hierboven zagen, de geheele middeleeuwen door roodÂ
wit geweest zijn, ontleend heeft. Echter is de gelegenÂ
heid om dit to constateeren niet gunstig, omdat de
Bourgondische vlag dezelfde kleuren vertoont, namelijk
twee roode knoestige over elkander gelegde stokken diaÂ
gonaal in een wit veld. De overlevering wil, dat Philips
de Goede dit embleem heeft aangenomen, eenerzijds
uit de knuppels, die bij het samenstel van zijn devies
met de vuurslagen en de vlammen behooren, kruiselings
â?¢gelegd ter eere van den familieheilige St. Andries,
anderzijds uit de Bourgondische kleuren, die o.a. in den
vorm van een rood en wit geblokten schildzoom het
Pransche leliewapen breken. Deze Bourgondische vlag
is â?¢ ten tijde van den 80jarigen oorlog de vlag der
Spaansche troepen en is nog lang daarna, zelfs tot den
huidigen dag in de vendels van sommige Brabantsche
schuttersgilden blijven voortleven35).
De eenige mij bekende aanwijzing voor eene BrabantÂ
sche landsvlag is dan ook eerst uit het begin der 18de
eeuw in een vlaggenboek, dat als zoodanig eene afbeelding
bevat van een vlag, geblokt van rood en wit in vier
rijen en in verband met de langwerpige gedaante dei
vlag 9 rijen lang 36).
Tot heden zijn van de provincie Noord-Brabant noch
de kleuren, noch eene vlag officieel vastgesteld en was
de belangstelling voor dit alles zeer gering. Er zijn
echter aanwijzingen, dat dit begint te veranderen en
aan dergelijke emblemen opnieuw beteekenis gaat gehecht
worden. In dit geval is het echter zaak, dat niet de
eerste de beste wapenteekenaar zich van de beslissing
in deze meester maakt, maar dat zij na rijp beraad
84) Zio De Waard, De Nederlandsche vlag, 1900.
a') Enkele van die vlaggen zijn aanwezig in de verzameling van
het Prov. Genootsobap van K. en W. te 's-Hertogenbosch.
Tijdens den Boerenkrijg, waaronder verstaan wordt het verzet der
landelijke bevolking der Brabantsche Kempen tegen de troepen der
!«'« Fransohe Republiek, bestaat de vlag der boeren uit een rood
(staand) kruis op een wit veld, waarin eveneens eene herinnering
aan de Bourgondische vlag kan gezien worden.
s6) Algemeene en verbeterde Hollandsohe scheepsbouw â?? voorts
aller volkeren bekendste scheepsvlaggen. ï' Amsterdam bij Johan
Oosterwijck 1716 1'* deel bladz. 26. Ook heb ik mij laten vertellen
door een oud-student van Leiden, dat vóór meer dan eene halve
eeuw de (Noord) Brabantsche club ter universiteit onder-hare paraÂ
menten een rood-en-wit geblokte vlag bezat.
In het work van P. van der Laars, Wapens, vlaggen en zegels van
Nederland, 1913 komt op blz. 76 eene Brabantsche vlag voor, geÂ
blokt van blauw en wit. Aan welke bron dit ontleend is, is mij onÂ
bekend, doch ik vermoed aan zulk eene, die in de 17de eeuw of welÂ
licht nog later het systeem van kleuraanduiding van Butkens bezigde,
waarbij rood door horizontale arceering wordt aangeduid. Zie RietÂ
stap, Handboek der wapenkunde. Overigens moet het mij van het
hart, dat de vlag, die Van der Laars afbeeldt â??volgens wapenschild'
louter fantasie is en dat, wat Brabant betreft â?? voor het overige
onthoud ik mij van een oordeel â?? de â??betrouwbare deskundige verÂ
zorging'' van dit werk veel te wenschen overlaat.
door de bevoegd e autoriteiten en na raadpleging van
deskundigen gegeven wordt. In dit verband meen ik volÂ
doende bewezen te hebben, dat de Noord-Brabantsche
landskleureu oudtijds rood-wit waren, dat dit gebiuik
tot heden zichtbaar in vele Noord-Brabantsche gemeenteÂ
wapens is blijven voortleven en dat van den anderen
kant het gebruik om als zoodanig geel-zwart aan te
duiden, hetgeen m. i. een misbruik is, nog verre van
algemeen is en dus zonder bezwaar kan onderdrukt
worden37). Wat een Noord-Brabantsche vlag aangaat,
zal eene beslissing m. i. moeilijker zijn. Het is noodig,
dat van weerszijden nog meerdere argumenten worden
aangebracht, om haar, hetzij aan do kleuren van het
provinciale wapen, hetzij aan de landskieuren te ontlee
nen, in welken strijd ik overtuigd ben, dat de sympaÂ
thie van velen met mij aan het aloude overgeleverde
zal staan. Vervolgens zal dienen uitgemaakt, hoe de
verdeeling der kleuren behoort te geschieden, bij welke
gelegenheid aandacht zal moeten worden geschonken
aan de 18de eeuwsche afbeelding, waarvan ik hierboven
gewaagde.
Wapens der heerlijkheden van het huis
Oranje-Nassau
(Prinsenhof te Delft),
door wijlen Jhr. Mr. W. G. FEITH.
Bij de gedeeltelijke restauratie van het Prinsenhof
te Delft, ruim dertig jaren geleden, zijn de zeven ramen
in de zoogen. Historische Zaal voorzien van glas in
lood en â?? in overeenstemming met de bestemming â?? van
glasschilderingen. Deze (ten getale van 56) stellen voor
do wapens van prins Willem I, zijn gemalinnen, cartouches
met de geboorte-, trouw- en sterfdata, de 7 deelen van het
wapen, zooals de Prins dat voerde, ieder afzonderlijk,
de wapens der 7 provinciën en de wapens der heerlijkÂ
heden van Prins Willem I. Uit deze laatste is een keuze
gedaan van 14, naar welken maatstaf blijkt niet en
wordt evenmin medegedeeld in de uitvoerige gids1)
(blz. 58â??60) met interessante beschrijving van gebouw
en voorwerpen. Wel vermeldt deze, aan welke heerlijkÂ
heden de wapens behooren, die zijn uitgezocht om hier
's Prinsen bezittingen te illustreeren.
Opmerkelijk is echter, dat slechts bij 3 van de 14
wapens de juiste heerlijkheid is vermeld. Ware het
niet, dat 6 wapens zijn aangebracht, wier naam niet
in de lijst prijkt, dan zou men kunnen meenen, dat de
fout slechts school in de opsomming, waar alleszins
bekende wapens (als b.v. IJsselstein of Vlissingen) zijn
toegeschreven aan heerlijkheden in Frankrijk.
Van links naar rechts ziet men eerst het wapen van
Breda gedeeld met de Lek (Polanen), terecht vermeld
onder N° 15 als het wapen van Breda.
N° 16 is het wapen van Vere, vermeld als Diest.
N° 17 is het bekende sprekende wapen van VlissiDgen,
genoemd Grimbergen.
N° 18, een gouden anker in blauw, is het graaf-
3') Voor zoover mij bekend, ontmoet men het alleen bij linten aan
kransen of bij geringe insignes.
') Historische beschrijving van het Klooster van'Sint-Agatha met
het Prinsenhof te Delft, benevens een Catalogus der verzameling
enz., door Jhr. B. W. P, van Riemsdijk.