De Nederlandsche Leeuw, jaargang 44 (1926)

MAAND BLAD VAN HET Genealogisch-heraldisch Genootschap: â??De. Leeuw.' Dit blad versohijnt maandelijks en wordt aan de leden Tan het Genootschap gratis toegezonden. . Bijdragen en correspondentie, bestemd voor het Maandblad, zoomede opgaven van adresverandering gelieve men te richten tot den redacteur Mr. TH. B. VALCK LUCASSEN, huize Sparrenheide, Driebergen. De jaarlijksohe contributie voor het lidmaatschap bedraagt Æ?10.â?? en voor de léden te 's-Gravenhage, die de wekelijksohe portefeuille ontvangen, Æ? 15.â??. Voor niet-leden is het Maandblad, verkrijgbaar tegeneen abonnementsprijs van Æ?10.â?? per jaargang. Postrekening van den penningmeester N°. 20910. Correspondentie betreffende het Genootschap (niet bestemd voor het Maandblad) gelieve men te 'richten tot den secretaris Mr. Ã?. J.THOMASSEN a THÃ?ESSINK VAN DEK Hoop, Sweelincksir. 50, 's-Gra­ venhage, en die betreffende de Bibliotheek en de wekelijksohe portefeuille, zoomede aanvragen om exemplaren van vroeger verschenen Maandbladen, tot den bibliothecaris A. P. M. A. STORM DE GKAVE, Prins Mauritslaan 44, 's-Gravenhage. De Bibliotheek, gevestigd Bleyenburg 5, 's-Graven­ hage, is voor de leden geopend iederen Maandag van 3â??5 nnr en op nader met den bibliotheoaris overeen te komen nren. De redactie van het Maandblad wijst er nadrukkelijk op, dat zij niet aansprakelijk is voor de strekking of den inhoud der onderteekende stukken. XLIV6 Jaargang. Juli 1926. BESTUURSBERICHTEN. Bericht van den Redacteur. Wegens verblijf in het buiten 1 and verkeerde de Redacteur tot zijn leedwezen inde onmo­ gelijkheid de verzorging van de rubriek â??Vra­ gen en antwoorden' in dit nummer op zich te nemen. De voor deze rubriek ingekomen bij dragen zullen derhalve eerst in het Augus tus-nummer worden geplaatst. Tot lid zijn benoemd: Mr. B. J. L. baron DE GEER VAN JÃ?T- PHAAS Utrecht. Seer. Curat. Utr. Hooge Sohool. Emmalaan 1. E. HELDRING Amsterdam. Comm. Ned. Bank. Heerengracht 478. Adreswijzigingen. Jhr. M. J. HOOFT 's-Gravenhage. Stadhoudersplein 67. Prof. Dr. O. C. UHLENBECK .... Nijmegen. Bergendalsche weg 251. Bijdragen tot de kennis der middeleeuwsche geslachten van Holland en Zeeland, door Dr. HENRI OBREEN. De Heeren van Teylingen en van Brederode. HOOFDSTUK I. Inleiding. â?? Bronnen. â?? Stand van het vraagstuk. al heel wat pennen in beweging gebracht. Het kan zijn nut hebben het in tallooze boeken en tijdschriften be­ waarde materiaal eens te voorschijn te halen en over­ zichtelijk te ordenen, alvorens wordt overgegaan tot het opbouwen van de geschiedenis der beide geslachten uit de ons thans ten dienste staande bronnen. De eerste, die ons omtrent de kwestie inlicht, is een niet onbelangrijke getuige: de Egmonder monnik Wil lelmus Procurator, die eertijds kapelaan op het slot Brederode was geweest en in de jaren tusschen 1322 en 1332 een kroniek schreef. l) Op het jaar 1321 melding makende van het huwelijk van Hendrik, den toenmaligen heer van Brederode, met Elisabeth, dochter van den heer van Fontaines, zegt Willelmus 2) als kapelaan van Brederode van de gelegenheid gebruik te willen maken om iets omtrent dit geslacht mede te deelen. â??Gij moet weten,' aldus zijn verhaal, dat ik hier uit het Latijn overzet, â??dat de eerste, die te Brederode heer was, een broeder van den heer van Teylingen, Dirk Drossaet heette, zijn echtgenoote was vrouw Alveradis, een dochter van den heer van Heusden. Zij wonnen Willelmus, den tweeden heer van Brederode, die met Hildegondis, dochter des heeren van Voorne, huwde. Hun werd de derde heer, Dirk geheeten, geboren, die te Reims stierf, en met Maria, een dochter van den heer van der Lecke, trouwde. Hun zoon is de tegenwoordige heer, Hendrik, gehuwd met Elisabeth.' De geschiedenis â?? of liever â?? de oorsprong der geslachten van Teylingen en van Brederode, van welke het eerste gedurende de 139 eeuw, het tweede sedert den aanvang dierzelfde eeuw tot in veel latere tijden een belangrijke rol speelde in het graafschap Holland, heeft Wij merken reeds terstond op, dat de Procurator hier een volkomen juiste stamreeks geeft, die door de docu­ menten gestaafd kan worden, maar tevens dat hij ons over de afkomst der van Teylingens, welke hem trouwens niet kon interesseeren, in het onzekere laat. De schrijvers na hem betreden een anderen weg. Zoo­ als voor zoovele oude geslachten ontstond n.1. omstreeks het midden der 15e eeuw een legende, die de genealogie ') Laatste uitgave door Mr. C. Pijnacker Hordijk in de Werken uitg. door het Hist. Gen. te Utrecht, 8e serie, No. 20 (Amst. 1904.) ') Bl. 98.