13
14
schillende Heemraden door hem en door zijn opvolger
Prins Willem V zijn benoemd.
Toch kon de Dijkstool zich met dezen gang van zaken
maar slecht vereenigon en hij stelde verschillende pogingen
in 't werk om zelf weer 't benoemingsrecht in handen
te krijgen, welke pogingen in 1783 met succes werden
bekroond, want in de vergadering van 12 Mei van dat
jaar deelt de Dijkgraaf mede een onderhoud gehad te
hebben met den Prins en dat Z. K. H. had goedgevonden,
dat bij voorkomende vacatures hierin weer door den
Dijkstoel mocht worden voorzien.
In 't begin der omwenteling van 1795 werden Dijks
president â?? Dijkgraaf was blijkbaar te mooi â?? en HeemraÂ
den aangesteld door den Opperdirecteur der Dijken, den
burger G. D. van Hellenberg.
Later volgden de benoemingen door 't Departementaal
bestuur en vanaf het verdwijnen der Bataafsche republiek
zijn Dij kgraaf en Heemraden steeds door de Kroon benoemd.
Tot 1795 bedroeg het tractement van den Dijkgraaf
f 160.â??, dat van een Heemraad f 125.â??, tenminste voor
de gequalificeerde personen (leden der Ridderschap van
Tielreweert), voor niet gequalificeerde personen f 25.â??
minder, terwijl de Dijkschrijver f 100.â?? genoot, bovendien
ontvingen allen voor 't voeren der schouw 1 Nobel,
behalve dan nog verschillende emolumenten.
Tot deze laatste behoorden o.a. eene jaarlijksche bijdrage
van de Commanderie van Tiel ad f 35.â?? en van 't
Stift van Zennewijnen van f 25.â??, bestemd voor hand
schoenengeld voor den Dijkgraaf.
In de kosten van verteering ter gelegenheid van 't
schouw voeren, welke vaak zeer aanzienlijk waren, werd
bijgedragen door de abdij van Mariënweerd voor een
jaarlijksch bedrag van f 76 â??.
Eertijds moesten de leden van den Hoogen Dijkstoel,
bij 't voeren van den Loofschouw door 't klooster
Mariënweerd worden onthaald, maar in 1635 kwam een
overeenkomst tot stand tusschen Gedeputeerden des
Nijmeegschen Kwartiers, als administrateurs van de abdij
Mariënweerd en den Dijkgraaf, waarbij werd bepaald,
dat inzake â??die questieuse pretensie van de verpleginge
der dijckschouwen die selvighe geaccordeert sijn dat aen
voergenoemden dijckgreeff daer voor Jaerlijcks van
d'abdye van Mariënweerdt voors. genieten sal die somme
van vijf en seventig gulden ingaonde met t Jaer 1634,
midtsdatdaermedeallequestiendien aengaende opgeheven
en afFgedaen sullen sijn en blijven'.
Deze bijdrage van f 75.â?? wordt nog steeds door de
eigenaars van Mariënweerd betaald, al heeft deze dan
ook eene andere bestemming gekregen.
De Dijksignaten van 1599 t/m. 1620, van 1622 t/m.
1629, van 1642 t/m. 1648, van 1652 t/m. 1666 en van
1668 t/m. 1673 ontbreken en kon ik zoodoend e de namen
der titularissen van die jaren niet opgeven, behalve een
enkele wiens naam mij uit andere stukken bleek.
Voor de Heemraden geef ik de jaren aan in welke
zij benoemd zijn of voor 't eerst voorkomen en die waarin
zij bedankt hebben, overleden zijn of voor 't laatst voorÂ
komen, dus niet die waarin ze tot 1693 telkens voor
twee jaren in- functie waren.
Dijkgraven.
1340 NicolaesPauw^idderwoontteTuil^lSSO1).
') Uit de genealogie v.h. Geldersche geslacht, Pauw.
1539 Herbern de Cock van Neerijnen tot Klin
gelenbo'rg 1).
1542 Otto van Asperen ê).
1578â??1580 Gijsbert de Cock van Neerijnen (Dijksignaat
begint met 1578).
1581â?? Adriaan de Cock van Delwijnen, hr tot
Wadenoyen (was nog Dijkgraaf in 1699).
1608 Peter van Asperen en van Vuuren (komt
voor in dit jaar).
1621 Johan de Cock van Delwijnen, hr tot
Wadenoyen (komt voor in dit jaar).
â??1640 Johan van Maschereel, hr van Balgoy, Keent
en Opijnen f 17 Decr. 1640 (komt reeds als
Dijkgraaf voor in 1630).
1640â??1674 Alexander Tengnagell, hr' tot Gellicum.
1674â??1705 Gijsbert Tengnagell, hr tot Gellicum t 1705.
1705â??1706 Johan de Cock van Delwijnen, hr tot WadeÂ
noyen, Amptman van Bommel, Tielre- en
Bommelreweerden. Bedankt 7 Juli 1706.
1706 â?? 1709 Reinier van Haeften, hr van Ophemert.
Bedankt.
1709â??1746 Walraven van Haeften, hr van Ophemert
en Zennewijnen, f Septr 1746.
1746â??1751 Barthold Baron van Haeften, hr van WadeÂ
noyen, 1 Octr 1746 aangesteld als ProviÂ
sioneel Dijkgraaf. 20 Jan. 1747 volgde zijn
benoeming tot Dijkgraaf en tevens tot
Amptman van Bommel, Tielre- en Bommelre
weerden.
1751_1782 of '83 Jan Walraven Baron de Cock van
Haeften, Heer van Ophemert, Amptman v.
Bommel, Tielre- en Bommelreweerden, was
10 Jan. 1783 reeds overleden.
1783 â??1784 Zeno Diederik Walraat Baron van TengnaÂ
gell, hr van Bronckhorst. Provisioneel DijkÂ
graaf.
1784â??1795 Reinier Baron van Haeften, Heer van OpÂ
hemert en Zennewijnen. Amptman van BomÂ
mel, Tielre- en Bommelreweerden.
1795â??1802 Jan Margriet Franciscus van Everdingen.
(Deze had niet den titel van Dijkgraaf, maar
van Dijk-president.)
1802â?? 1803 L. D. W. C. van Tengnagell. Bedankt 11 Aug.
1803.
1803â?? 1828 Jan Margriet Franciscus van Everdingen
t 1828. Van af den dood van J. M. F. van
Everdingen in 1828 tot 2 Dec. 1837 is 't
ambt van Dijkgraaf vacant geweest.
1837â??1860 E. W. van Dam van Isselt.
1860â??1865 H. W. Baron van Aylva van Pallandt van
Waardenburg en Neerijnen.
1865â??1879 J. J. G. van Everdingen.
1879â??1903 Mr. W. C. Baron van Pallandt.
1903â??1923 Mr. M. Kolff.
1923â?? F. J. Mijnlieff.
Heemraden.
1562 Gijsbert.de Cock van Neerijnen, Heer van
Klingelenborg en Rijsenoyen.1)
') v. Meura. De Ridderschap van het kwartier van Nijmegen. Pag. 47.
*) van Gouthoeven. Kroniek van Holland enz. Bijvoegsel 1' deel
pag. 172.