363
364
1611 N.S., ontvangt vanaf zijn tiende jaar een
studietoelage uit de Ecclesiastique Goederen, aanÂ
genomen als alumnus der stad Kampen 20 Mrt.
1627, bezoekt aldaar de Latijnsche school, ingeÂ
schreven als theol. stud. Leiden 1631, door de
magistraat van Kampen teruggeroepen en tot leeraar
aan de Latijnsche school aangesteld 1635, propoÂ
nent 1636, predikant te Epe 1638, f Epe 24 Jan.
1653, N. S., tr. Epe 15 Mrt. 1646 Anna Verhagen,
geb. Kampen omst. 1615, f na 8 Oct. 1656, dochter
van Peter Verhagen (f 1626) en Marreken Dirksdr.
(f 1624). Zij geeft na den dood van haar echtÂ
genoot in 1655 diens â??Epistulae ad amicos prae
sertim Oampenses', d.i. â??Brieven aan meest Kamper
vrienden' uit en verhuist in 1654 met haar 3
kinderen van Epe naar Deventer, waar, zij een
woning betrekt in de Eijkmanstraat15). Zij testeert
te Kampen voor schepenen 8 Oct. 1666. â??
Franciseus Martinius was geen onverdienstelijk
dichter (de volledigste uitgave zijner â??Gedichten'
verscheen te 's-Gravenhage in 1729) en toont zich
in zijn brieven een uitstekend Latinist. Men zie
zijn biografie door Dr. J. C. van Slee (Ch. Dixon,
Deventer 1904), verder het N. Ned. Biogr. WoordenÂ
boek dl. VII, in voce en de oudere Biografische
Woordenboeken.
Uit zijn huwelijk (vgl. van Slee, blz. 94 en 95):
1) Marge Martinius, ged. Epe 7 Juni 1647,
ï na 8 Oct. 1656.
2) Marien Martinius, ged. Epe 16 Mrt 1649
door Ds. Conradus Goddaeus, predikant te Vaassen
(getuigen zijn vader en Johannes Wilhelmus Wend
bejel, rector te Kampen), f eind September 1650.
3) Marien Martinius, geb. Epe 30 Sept., ged.
ald. 6 Oct. 1660, getuige Cornelis Hendriksz, een
oom uit Kampen, f na 8 Oct. 1656.
4) Petrus Martinius, volgt IV.
IV. Ds. Petrus Martinius16), ged. (als Peter en volgens
van Slee genoemd naar zijn grootvader Peter VerÂ
hagen) Epe 7 Mrt. 1652 door Ds. Conradus Goddaeus,
getuige zijn vader, lib. art. stud. in Collegia
Fratrum Harderwijk 7 Mei 1668, theol. stud. Leiden
13 Oct. 1671, als proponent beroepen te Oosterwolde
(Veluwe) 1677, te Nunspeet 1679, f' aldaar 3 Mei
1718, tr. ± 1694 Helena Desemers, waarsch. dr.
van Diihmar Desemers.
Uit dit huwelijk twee zoons:
1) Ds. Franciseus Martinius11), geb. Nunspeet
21 Apr., ged. ald. 14 April 1695, phil. en theol.
stud. Harderwijk 24 April 1713 en 14 Nov. 1714,
id. Leiden 23 Mrt. 1718, volgt zijn vader op als
predikant te Nunspeet 1 Oct. 1719, verkrijgt wegens
zwakte emeritaat 1739, f Nunspeet 19'Oct. 1741.
Ongehuwd.
2) Diihmar Martinius, volgt V.
15) Zie van Slee, blz. 105.
>G) Zie Wap. Her. 1903, 329, Alb. Ac. Leiden, v. Slee, 104/06,
H. S. Borger, in voce, Nav. 81e jaar, 603.
17) Dr. A. W. Bronsveld te Utrecht was in 1904 in het bezit van
een drietal gedrukte gedichten op de geboorte van Franciseus
Martinius, zie van Slee, 104, zie verder Wap. Her 1904, 67 en 68,
Alb. Ac. Leideu, II, S. Borger in voce, Navorscher 33e j., blz. 5.
V. Ds. Diihmar Martinius1*), geb. Nunspeet 16 Oct.,
ged. ald. 18 Oct. 1696, theol. stud. Harderwijk
23 Mei 1718, id. Leiden 3 Febr. 1721, proponent
te Nunspeet 1723, beroepen te Elspeet 26 Juli 1728,
bevestigd ald. door zijn ouderen broeder 7 Nov.
1728,' t Elspeet 9 Juni 1763, tr. Elburg 11 Juli
17341 'â?¢') (ondertr. Elspeet 25 Juni) Henrica Fabritius,
geb. Elburg, f na 9 Juni 1763, dr. van Ds. Ber-
â?¢ nardus Fabritius, pred. te Elburg en Christina
Wameling.
Uit dit huwelijk vijf kinderen:
1) Petrus Martinius, geb. Elspeet 8 Aug. 1736,
ged. ald. 12 Aug., tot lidmaat aangenomen 9 Dec.
1755, met attestatie naar Zwolle vertrokken 3 Mei
1756, te Elspeet terug 26 April 1760, naar AmÂ
sterdam 22 Sept. 1760.
2) Christina Helena Martinius, geb. Elspeet
24 Mrt. 1738, ged. ald. 26 Mrt., als lidmaat aanÂ
genomen 9 Dec. 1755, met attestatie naar HarderÂ
wijk vertrokken 15 April 1766, tr. Elspeet 24 Mrt.
1756 (ondertr. Elspeet 3 Mrt. en Harderwijk 7 Mrt)
Eijkert Appeldoorn, j m. te Harderwijk.
3) Bernardus Martinius, volgt VI.
4) Franciseus Martinius, volgt VI bis.
5) Diihmar Matinius, volgt VI ter.
VI. Ds. Bernardus Martinius, geb. Elspeet 7 April 1741,
ged. ald. 9 April, gaat school te Deventer 1761â??58,
theol. en philos. stud. Harderwijk 19 Sept. 1758â??63,
beroepen te Elspeet in plaats van zijn vader 31
Oct 1763, bij de Ned. gemeente te Archangel
1779, repatrieert 1788, vestigt zich te Harderwijk,
beroepen te Eikerzee op Schouwen 28 Aug. 1789,
te St. Maarten bij Alkmaar 14 Aug. 1794, wegens
anti-republikeinsche preeken in arrest gesteld en
uit zijn ambt ontzet 1795, vervalt na 16 maanÂ
den arrest tot groote armoede en wordt eindelijk
veldprediker in Engeland 1800, repatrieert na den
vrede 1802, beroepen te Blankenham bij Blokzijl
5 Mei 1803, herdenkt zijn 50-jarigen dienst 16.
Jan. 1814, f Blankenham 30 Jan. 1814. Hij was
schrijver op theol. gebied, zie N. Ned. Biogr.
Wb. dl. VII in voce. Hij trouwt: 1) ± 1778
Meijntje (of Maria) Jansdr. Nieuwenhuijs, f tusÂ
schen 1789 en 1802, 2) ± 1805 Qerritje van Sichem,
geb. ± 1755, f Deventer 18 April 1837.
Uit het eerste huwelijk:
1) Hendrika Anna Martinius, geb. Elspeet 25
April, ged. ald 2 Mei 1779, ten doop gehouden
') Zie Wap. Her. 1904, 71, Alb. Ac. Leiden, van Slee, 106,
H. S. Borger in voce, Her. Bibl. 1882, 243.
,9) Trouwboek Elspeet 1731: â??niet attestatie van Elburgh, Dithmar
Martinius, predicant in Elspeet, met Hendrika Fabritius, j.d. van
Elburgh, ingetekent den. 25 Juny en bevestigd tot Elburgh den
11 July des avonts door Domine Bernardus Fabritius, Predicant in
de Beets''. Genoemde Ds. Bernardus was een broeder van Henrica
en ondertr. te Amst. 9 Jan. 1733 met Anthonia Valckenier (zie Ned.
Leeuw 1919, 218). De vader, Ds. Bernardus Sr., ondertr. id. 7 Febr.
1699 Christina Wameling (zie Ned. Leeuw 1919, 19), deze was een
zoon van Ds. Lubbertus Fabritius (pred. Blankenham 1655, Heerde
1660 en Elburg 1666, zn. van Berend Gerritsen), die te Deventer
17 Juni 1656 met Janneken de Wilde Andriesdr. ondertrouwde (zie
Her. Bibl, 1882, 243). â?? Hoewel het doopboek van Elspeet verÂ
scheidene kinderen vermeldt van Bernardus Fabritius en Christina
Wameling (o.a. Henricus, ged. 21 Oct. 1706), mocht ik de doopacte
van Benrica Fabritius niet ontdekken.