De Nederlandsche Leeuw, jaargang 44 (1926)

99 100 dat van Assendelft later gevierendeeld werd, zoude volgens deze zelfde bron en eveneens volgens de Batavia Illustrata, druk van 1685, folio 85b' en 975, ziju: een kruis, vergezeld van 4 merletten in elk canton. Gaan wij nu eens na, hoe het in werkelijkheid met een en ander is gesteld geweest. Voor en aleer ik echter daartoe over ga, merk ik op, dat alle hierna aangehaalde zegels, terwijl zij aan de oorspronkelijke charters hingen, door mij persoonlijk zijn onderzocht. Ik schrijf dus niemand na en sta derhalve voor de juistheid van het medegedeelde volkomen in. Uit hun zegels nu bl ij kt, dat Barihout, here tot Assen delf t, â?¢ ia 1429, diens broer Dirck in hetzelfde jaar, Oeriji van Assendelft, heer van Assendelft, in 1462, diens oudste zoon Jan in 1478, Oerijt van Assendelft, heer van Assen­ delft, Eemskerck etc, ridder, in 1544 en Floris van Assendelft, heer van Goudriaan etc. in 1534, die allen het gevierendeelde wapen Assendelft-IIaarlem voeren, daarbij als helmteeken hebben een paardekop met hals tusschen 2 waterscheppen of hoosvaten met lange stelen. Deze voorwerpen werden (wellicht nog heden?) gebruikt door do bleekers, om het water uit de slooten te scheppen en over het goed, dat te bleek lag, te sprenkelen. Zij hebben op het eerste gezicht iets van sikkels met lange stelen. Zij komen voor in het wapen der Dordrechtsche familie Biertjes, zooals blijkt uit den lakafdruk van Maria Biertjes, in 1758 te Dordrecht wonende, en wijzen volgens den Heer G. Gips in Navorscher 1916 pag. 446 op het bleekersvak der familie Biertjes, en inderdaad vond ik Nicolaas Gerrit Biertjes, garenblijker te Dordrecht, kort voor 22/11 1698 overleden. Eveneens kan men 2 van deze voorwerpen afgebeeld zien op grafzerk n°. 6 in de Grooto Kerk te Rotterdam, die het graf gedekt heeft van Jan Jansz. Bleicker, die 4-9-1617 overleed. Wij mogen dus wel veilig aannemen, dat de flambouwen in het Armorial Général behooren veranderd te worden in waterscheppen of hoosvaten en dus het helmteeken van het gevierendeelde wapen van Assendelft is: â??een paardekop met hals tusschen 2 waterscheppen of hoos­ vaten'. De Batavia Illustrata zegt op folio 853, dat do heeren van As.tendelft na hot huwelijk van Diderik, ambachts­ heer van Assendelft, met Mabelia van Haarlem, hun wapen met dat van de familie van Haarlem altijd ge quartileerd gevoerd hebben en inderdaad Barihout en Dirlc, de beide, oudste zoons uit dit huwelijk zijn de eersten, die ik met het gevierendeelde wapen vond, doch zij voerden dat eerst in 1429, terwijl zij nog in 1413 (nl. Barthout) en in 1405 (nl. Dirk) alleen het paard voerden. De zegels van de afstammelingen van Diderik en Mabelia na 1429 vertoonen dan ook alle het gevieren­ deelde wapen Assendelftâ??Haarlem en daarbij als helm­ teeken den paardekop met hals tusschen de waterscheppen. Do door mij gevonden zegels van vóór 1429 vertoonen de wapenschilden zonder helm en dus ook zonder helm­ teeken. Zooals reeds gezegd, beschrijven het Armorial Général en de Batavia Illustrata het wapon van de familie van Haarlem als een kruis, vergezeld van 4 merletten in elk canton. waarbij wij nog kunnen voegen die van Beatrix van Assendelft, weduwe van Ghijsbert die Cock van Nerijnen in 1595 en van Anna, vrouwe tot Assendelfft, douagière van der Aa in 1620? Op al hunne zegels zien wij in de kwartieren 2 en 3 het kruis vergezeld in elk canton niet van 4 maar van 3 vogels, die meestal als merletten, doch soms ook wel als gewone vogels of als zwanen zonder pooten voorkomen. Hieruit blijkt dus, dat het Armorial Général en de Batavia Illustrata, die van 4 merletten spreken, het mis hebben. En zoeken wij nog eens verder in de groep kruizen, die vergezeld zijn van vogels, dan vinden wij Willam van Haerlem, ridder, in 1303 Egmondsch leenman, Heijnric van Haerlem in 1376, diens broer Jan van Haerlem, die in 1376 land aan de abdij van Egmond schenkt, Aelbrecht Jacobsz. van Haerlem ook genoemd Aelbrecht Jacobsz. die Vizelaer, in 1436, Anthonijs Ael brechtsz. in 1469 schout van Schoorl, Anthonijs Ael brechtsz. in 1475 schout van Rijnsburch en Wouter Buus, ook Base genoemd, die in 1432 land onder Oastricum van de abdij van Egmond in leen ontvangt, die allen op hunne zegels voeren: een smal kruis, vergezeld in elk canton van 3 merletten. .Geen hunner zegels vertoont op het schild een helm en dus blijkt niet, wat hun helmteekens waren, doch de laatstgenoemde, n.1. Wouter Buus vinden wij nog­ maals vermeld in een charter van 13/6 1460, waarbij hij hot land, onder Castricum gelegen, weder overdraagt aan de abdij van Egmond. Aan dit charter hangt zijn zegel, dat weder het vergezelde kruis vertoont en thans daarbij als helmteeken.... dezelfde 2 waterscheppen of hoosvaten, zooals wij die zoo even in het helmteeken van het gevierendeelde wapen van Assendelft tegen­ kwamen. Wij zien hieruit, dat deze 2 waterscheppen als helm­ teeken behooren bij een wapen, dat eeu kruis vergezeld van 12 merletten vertoont, welk wapen gevoerd wordt door iemand, die in Kennemerland gegoed was, ten minste land aldaar te leen hield. En als wij nu zien, dat dit zelfde wapen met kruis en 12 merletten gevoerd wordt door personen van den naam van Haarlem en wij diezelfde 2 waterscheppen tezamen met een paarde­ kop met hals zien fungeeren als helmteeken in de wapens der descendenten van Diderik van Assendelft en Mabelia van Haarlem, dan vermeen ik, dat wij als zeer waar­ schijnlijk mogen aannemen, dat het helmteeken van de familie van Assendelft de samenvoeging is van het helm­ teeken van Assendelft, n.1. den paardekop met hals, met dat van van Haarlem, n 1. de 2 waterscheppen of hoos­ vaten. Het ronde bord volgens het schild tusschen een vlucht, dat het Armorial Général als helmteeken van het wapen van Haarlem aangeeft, ben ik nimmer tegengekomen. Dat stappende paard (niet springend of klimmend, maar speciaal stappend) komt veel voor in wapens van personen, die in en om Haarlem gevestigd waren. Zoo vond ik het behalve op de zegels van de leden der familie van Assendelft op die van Claes Jan Bariouts soenssoen in 1405, Bertout Dircz. in 1460 burgemeester van Beverwijk, Dirc Olghersz. in 1403 schepen van Beverwijk, Jacob Engbrechtsz. in 1482 schepen van Haarlem, Alaerd Reyner Colijnszone, die in 1334- aan- Edoch, wat zien wij op de zegels van alle hierboven reeds genoemde leden van de familie van Assendelft,