De Nederlandsche Leeuw, jaargang 44 (1926)

149 150 dessen Frau Lambergis, der Eltern der Frau Wennemars.- Die Kinder von Wennemar von Heijden und Sophie: Menso, Sophia und Lambergis sind damit eiuverstanden. Es werden die Ver pflichtuugen des Vikars festgesetzt und hierbei unter anderen» bestimnit, dass zur Kriegszeit auf der Burg Engelrading Messe gelesen werden soll an bestiinmten Tagen und Festen, wenn kein kanonisches üinderniss vorliegt und der Pfarrer von Borken seine Erlaubniss giebt. Staatsarehiv Munster: Kopie in Msc. 11, 4 S. 157â??160. Bijlage 6. 1386 September 29. Graf Adolf von Cleve ernennt zuniichst auf die Zeit bis zum 24. Juni 1388 Wennemar von hei/den zu seinem Drosten in seinem alinger lande van der Heitere end hebben oen mede be­ volen onse hues toe Rosennouive, ivillich onse vorgen. ampte end hues Me ons trueweliken hueden, waren, weren end beschiidden sal na sinre macht. Seine Pffichten und Rechte werden festgestellt. Beide Teile haben das Recht der Kündigung. Fiir etwaige Schaden im Dienste des Grafen wird Wennemar entsuhadigr. * Staatsarehiv Düsseldorf: Registerbikher der Grafen und Herzöge von Cieve und Mark, G. 63. Gleichzeitige Niederschrilt. Beschrijving van eenige familiewapens uit Rijnland, door W. M. O. REGT. 1. Adriaensz. Anthonis Adriaensz, schout van Zuylen's Gerechte, 1664. Drie rechterschuinbalken, elk beladen met 3 .... ? , 2Allart. Apothekersfamilie te Alphen a.d. Rijn, 19e eeuw. Alliantiewapen onder een kroon met 5 fleurons. Beide schilden ovaal. Herald, rechts: drie kuipers­ hamers? (roskammen?) 2 en 1, beneden vergezeld van een liggend vaatje, links drie gesteelde, onge­ bladerde eikels, 2 en 1, de stelen omlaag. 3. Bemmel, van. C. van Bemmel, secretaris? van Bodegraven, 1809. Drie bemmëls. Kroon met 5 fleu­ rons. Onderaan de letters C. v. B. 4. Bongart. Mr. Reinier Bongart, baljuw-van Achttien-. hoven, baljuw en schout in den ban van Nieuw­ koop en Noorden, 1714. Een zwemmende zwaan. Helmteeken: een vlucht. 5. Br o u wer. Frederik Brouwer, schout van Koudekerk, 1748 tot 1762. Gedeeld, a een halve adelaar, uitk. van de doellijn, b. doorsneden in driëon, 1 een 6 p. ster, 2 een hoofdletter R, 3 een bl. gepunte roos. Helmteeken: een vlucht, geflankeerd door de letters F en B. 6. Dorp, van. Cornelis van Dorp, baljuw en schout van Nieuwkoop en Noorden, baljuw van Achttien­ hoven, 1661. Een rechterschuinbalk, beladen met drie, aan de uiteinden verbreede, staande kruisjes. Wrong met vlucht. 7. F eg er. Mr. Adrianus Feger, secretaris van Aarlan derveen, zegelt in 1764 met dit wapen: Een naar de herald, rechterzijde gewende man, houdende in zijn rechterhand een schuin rechts'gepl. gebladerde tak (3 links, 3 rechts en I aan den top). Helm met wrong en dekkl. Helmt.: de arm met den tak (elleboog herald, links.). (Op huwel. proclamatie van 13 Jan. 1704.) 8. Francken. Mr. Jan Francken, schout van Zeven­ hoven 1754. Een steigerend paard. Wrong met een uitkomend steigerend paard. 9. Fr ets. Dirk Jansz. Frels, ambachtsbewaarder en substit. schout van Zevenhoven, 1732. Twee gekruiste, gevederde pijlen, de punten omlaag. Helmt: een uit­ komende knaap, die in de rechterhand oen rechtop­ staande pijl houdt en in de linker een schuinrechtsch geplaatste ongespannen boog, de koorde omhoog. 10. Groot van Kints, de. Zie n°. 13. 11. Heul, van der. Johan van der Heul, schout van Kalslagen 1657. Een schild, waarin een handmerk in den vorm van een verkort schuinkruis, gaande over een verkorten dwarsbalk, de benedeneinden van het kruis door een dito dwarsbalk verbonden, de boveneinden winkelhaakvormig en buitenwaarts om­ gebogen. Helm met wrong en vlucht. 12. Hoep, van der. Gerrit van der Hoep te Woubrugge . 17 .. Een hart, gaande over twee gekruiste pijlen, de punten omlaag. Helm met wrong en vlucht. Tusschen de vlucht een. zwevende geopende passer, herald, rechts vóór den vleugel, links er achter. 13. Kints, de Groot van. Jan Oerrilsz. de Q. v. K., schout van Kalslagen 1654. Gevierendeeld. 1 en 4 drie leliën (2 en 1), 2 en 3 een leeuw. Helmt: ver­ moedelijk een uitkomende leeuw tusschen een vlucht. 14. Meesters. Dirk Meesters, schout van Alphen en Rietveld 1744 tot 1765. Gevierendeeld: 1 en 4 drie vogels (2 en 1), 2 en 3 een rechtop gepl. kuipers­ hamer. Hartschild met? Helmt: een achtpuntige ster tusschen een vlucht. 16. Oisterlinck, Oosterling. Jheremias Cornelisz. Oisterlinck, baljuw en schout van Nieuwkoop 1594. Doorsneden in drieën, a en b met twee 8 p. sterren, c met één 8 p. ster. Twee der sterren worden over­ dekt door een vrijkwartier, ter grootte van één vierde van het schild. Het vrijkwartier beladen met een beurtel. gekanteelden dwarsbalk. Wrong met ondui­ delijk helmteeken. 16. O.udewater. Johannes Oudevoater, baljuw en schout van Nieuwkoop en Noorden, baljuw van Achttien­ hoven 1692. Gedeeld, a met een lischbloem? links en rechts een blad, b een gekroond ruitschild, waar­ schijnlijk beladen met een springenden vos. Helm­ teeken: de figuur uit a. Gerrit Oudewater, baljuw etc. als voren, 1707. Vermoedelijk hetzelfde wapen als van Johannes, de tweede helft van het schild was echter niet meer aanwezig. 17. Scheer ken. Willem Scheerken, notaris te Leiden, 1756. Een schild met een droogscheerdersschaar, de veering omlaag. Helmt: de schaar. 18. Schouten. Wouter Schouten, schout van Wilnis, 1669. Drie droogscheerdersscharen, de veering omlaag. . Helm met wrong, helmt. niet meer aanwezig. 19. Sevenhoven, van. Mr. Cornelis van Sevenhoven, baljuw van Achttienhoven, baljuw en schout in den ban van Nieuwkoop en Noorden 1630. Overleden volgens grafzerk 26 Febr. 1648. Een dwarsbalk, ver­ gezeld in het hoofd van 3 rangswijs gepl. rozen, en in den voet van 3 ruiten (2 en 1). Helmteeken: een roos tusschen een vlucht. (Aldus een zegel van 1640, in 1644 is de dwarsbalk beladen met een klaverblad.) 20. Mr. Johannes van Sevenhoven, baljuw etc. als voren