De Nederlandsche Leeuw, jaargang 44 (1926)

151 152 1649, 1655. Precies hetzelfde wapen als Mr. Cornelis hiervóór in 1644. Het contrazegel vertoont een klein schildje, beladen met oen wagenrad, aan de velling ontbreekt J/8 (west-noordwest) zijnde het wapen van Nieuwkoop, maar dan zonder de kruisjes. 21. Hendrik van Sevenhoven, baljuw etc. als voren (zoon van Mr. Cornelis), overl. te N. 18 Nov. 1691 (Leidsch Jaarb. 1916: 132-138). Voort in 1677 en 1689 het wapen van zijn vader uit 1640, maar als helmteeken een klaverblad tusschen een vlucht. 22. Pieter van Sevenhoven, schout van Zevenhoven, zegelt in 1647 en 1661 met een wapen als Cornelis v. Sevenhoven hiervoor in 1640, maar de balk beladen met eon omgekeerd klaverblad, steel omhoog, en als helmt. een rechtstandig klaverblad tusschen een vlucht Contrazegel met de letters P.V.S. boven elkaar. 23. Corne'is van Sevenhoven, schout van Zevenhoven, zegelt in 1688 en 1711 met eenzelfde wapen als Pieter hiervóór, doch het klaverblad op den balk niet omgekeerd. 24. Cornelis Gerritsz, schout van Zevenhoven en Noor­ den, zegelt in 1636 met een gelijksoortig wapen als de van Sevenhoven's hiervóór, doch de balk niet beladen en in het schildhoofd iioee rozen. Randschr: .... erritsz. v. der.... 25. Spruytenburg. Barend S}n, kerkmeester te Ouds­ hoorn 1795. Een toren, waaruit links en rechts een zijwaarts gebogen korenhalm spruit. (Dit moet nog geverifieerd wordon. Is to vindon in een bundel processtukken: â??kerkmeesters contra municipaliteit', kk. archief Oudshoorn) 26. Straatman Hendrik Str., armmeester te Alphen in 1801. Gedeeld: I, in blauw drie gestengelde en gebladerde distelknoppen, II een geschaakt schuin kruis, gaande over een dwarsbalk. (Zie: Ingekomen Stukken 24 Febr. 1801.) 27. Veen berg en. Cornelis Martijns F. f 6 April 1665, â?? Hendrick Comelisz. V., baljuw en schout van Hazerswoude, f 27 Mei 1667 en Cornelis V., baljuw en schout van Hazerswoude, f 23 Febr. 1673. Allen te Hazerswoude onder dezelfde grafzerk begraven, waarop een wapen: Gedeeld. I in? drie rechterschuin balken, II een gebergte? (Niet door mij gezien, maar aldus naar een verstrekte opgave.) 28. Verruyt. Jan Vetruyl, seer. van Nieuwkoop 3 Juli 1771. In? drie ruiten (2 en 1). Kroon met 9 parels. 29. Voogt, de. Mr. Paulus de Voogt, baljuw van Acht­ tienhoven, baljuw en schout in den ban van Nieuw­ koop en Noorden 1733. Gevierendeeld. 1 en 4 vier boomen op grasgrond met een effen schildhoofd, 2 en 3 een beurt, gekanteelde dwarsbalk. Helmt.: een boomstam? tusschen twee buffelhorens. Randschr. â??Mr. Paulus de Voogt. 8.' 30. Werve, van de. J.A. van de Werve, notaris te Leiden 1764. Een schuinrechts geplaatste berenklauw, de nagels omhoog. Helmt: de klauw. 31. 'Wilde, de. Catharina de Wilde, vrouwe van Alphen en Rietveld, voerde (volgens alliantiewapen met Braconier): Gedeeld. I een wildeman met knods over den schouder, het veld groen gearceerd, II een leeuw. Over alles heen een hartschild met? 32. Winden, van. Fredericus van Winden, pastoor in het Noordeinde van Nieuwkoop 1716. Gevierendeeld: 1 en 4 een leeuw, 2 en 3 effen met een schildhoofd, beladen met 3 rangswijs gepl. staande kruisjes. Helm­ teeken : een uitkomende leeuw. 33. W ij s, d e. Mr. Cornelis de Wijs, schout van Aar landerveen in 1712. Gegeerd van 8 stukken. Nederlandsche Studenten aan Duitsche Universiteiten en andere inrichtingen van Hooger Onderwijs, medegedeeld door Dr. Theol. W. ROTSCHEIDT te Essen-West. (Vervolg van XLIV, 118). Duisburg. 1655,15 April: Henricus Bentinck tot Werkeren aetatis 20: Zallandus. Fuit partim Harderwici partim Daventriae in quadriennium usque studiosus Historiarum et Politices et nomen hic professus 15 Aprilis. [1652, 17 Maart: â??Henricus Bentinck, Trans-Isalanus Ph.' te Harderwijk 1653, 6 Mei: â??Henricus Bentinck, Transisalanus' en 1657, 3 Februaii, â??Henricus Bentinck, Nobilis Transisa­ lanus' te Deventer.] 1655, 14 Mei: Wilhelmus Bentinck van Werkeren aetatis 19 Zallandus. Fuit per triennium partim Harder vici, partim Daventraei. Et hic nomen est professus 14 Maij Anno 1655. [1653, 6. Mei: â??Wilhelmus Bentinck, Transisalanus' te Deventer (met den vorige als â??fratres' aangeduid).] 1655, 20 Mei: Reinoldus a Coeverden aetatis 17 Tu bantino-Transisalanus, literarum studiosus e classibus Daventriensibus studiosus factus et hic nomen professus 20 Maij Anno 1655. 1655, 20 Mei: Henricus Bentinck, Tubantino-Trans isalanus, literarum studiosus 14 annor. e classibus Daven­ triensibus studiosus factus hic nomen professus 20 Maij Anno 1655. [1652, 17 Maart, in Harderwijk ingeschreven, (cf. hier­ boven, 1655, 15 April.)] 1655, 5 Juli: Ego Joannes de Wijlder Venlonae in üucatu Geldriensi natus Obedientiam Amplissimo ac Magnifico Domino Rectori Claubergio sub legibus stu­ diorum praestiti Anno aetatis meae 23° cupiens me fauento Deo applicare studio Theologico, Veniens Colonia Ordinem Augustianorum deserens et salutem suae animae quaerens. 5 Julii. 1655, 27 Sept.: Gerardus Muijs, Arenaco-Gelrus, Me dicinae studiosus aetatis annor. 30. Nomen professus 27 Sept. 1655, 1 Oct.: Petrus Queisen Suolla Transisalanus, juris studiosus, aetatis annor. 26, nomen professus Calend. Octob. 1655. 1655, 18 Oct. Ernestus ab Itlerssum Rijssa Tubantinus 19 Ann: ox Gymnasio Daventriensi veniens nomen professus 18 Ootobris 1655. 1655, 26 Oct: Henricus Gerhardi Wesopia Batavus Meursae 15 septembris anni 1655 promotus huc veni anno aetatis 20, philosophiae studiosus. Nomen professus 26 Ootob. 1655, 6 Dec.: Adrianus Moldnarius Flissinga Zee landus, Philosoph. et Med. studios. Venit Ultrajecto 6 Decembris. 1655, 15 Dec.: Samuel a Biest Hardervico-Gelrus