153
154
Anno 165EJ 15 Decembr. Natus Anno 1631 3 Aug. st.
v'.- veriit prpxime ex Academia Ultrajectina.
[Geboren in 1631, zoon van Professor Heinrich von
Diest, studeerde 1649 te Deventer, 1653 te Leiden, 1654
te Utrecht, werd 1656 Professor theol. te Duisburg, 1664
te Harderwijk, 1681 te Deventer, f 3 Mei 1694 (Glasius,
Godgeleerd Nederland I, 366, Biogr. Woordenboek van
prot. Godg. II, 490â??492, Nieuw Ned. Biogr. W. B.
IV, 505].
1655, 20 Dec. Johannes Seis Zutphaniensis Gelrus
Anno 1655 20 Decembris. Natus Anno J636 7 Novemb:
Venit proxime ex Acad. Ultrajectina.
1656, 26 April. Adolphus Blancken Tyla Golrus anno
aetatis 16, philosophiae studiosus, promotus nuper Mörsae
ad Lect. publ. et nomen professus 26 Aprilis.
1656, 1 Mei. Henricus Bertramus de Pallandt Geldrus
anno aetatis 17. Venit ex Acad. Ultraject nomen proÂ
fessus 1 Maji.
[1654, April, te Utrecht ingeschreven als â??Nobilis
Huijssensis.'] -
1656, 15 Sept. Prederic Wilhelm de Bronckliorst Ba
tenburgensis aetatis 19 agens. Venit ex Academia UlÂ
trajectina et Noviomagensi 15 Sept.
1656, 19 Sept. Gisbertus op ten Nooit aet. 21 Zutpha
nia-Gelrus, ex Academia Franequerana Frisiorum huc
veni et nomen professus 19 Sept.
1656, 13 Oct. Johannes Kriwitz Amstelodamensis.
Aet. 17. Anno 1656 inscriptus 13 Octob: ex institutione
et commendatione Clarissim. Grevii.
1656, 23 Oct. Wilhelmus Groenen Herimontanus, 21
annorum, juris studiosus Daventria Duisburgum accessi
23 octob.
1656, 6 Nov. Euerhardus llsinck Doetinchemiensis
Gelrus, Annorum 16, Embrica ex classibus Jesuitarum
6 Nov.
1656, 6 Nov. Gerardus llsinck Doetinchemiensis Geld.
Annorum 19, Embrica ex classibus Jesuitarum huc veni
die 6 Novembris.
1656, 8 Nov.: Stephanus Lemminck Herenbergensis,
20 annorum, Juris studiosus. Ultrajecto Duisburgum
8 Nov.
[Studeerde 1655 te Utrecht als â?? Wesaliensis'.]
1656, 8 Nov.: Thomas Lemminck Herenbergensis,
annorum 16. Embrica ex classibus Jesuit: 8 Nov.
[1659, 1 Jan., te Harderwijk als Jurist ingeschreven.]
1656 Johannes Muijs Arnhemo Gelrus, aetatis annor.
25. Med. st.
[1650, 21 Mei, te Harderwijk.]
1656. Wijnandus Muijs Arenaco-Gelrus, aetatis AnnoÂ
rum 22, Juris adhuc studiosus. Colonia huc veniens.
[1656, 21 Mei, te Harderwijk.]
1656. Reinerus Coenen Neomago Gelrus anno aetatis
17 studiosus philosophiae.
1656. Georg Herkei Zutph. Gelrus, L. L. st. Ann. 23.
[1656, 20 April, te Groningen ingeschreven.]
1656. Godefridus a Münnichusen Zutph. Gelr. L. L
st. Aetat. 24.
1657. Adrianus Moldnarius Flissinga Zelandus.
1657. Dionisius Beexslool Flissinga Zelandus.
1657. Simon Cat Batavus, Heidelberga venit, S. S.
Th. st.
1657, 6 Juni. Christianus Fischbach Traiectensis, 18
annorum. Ex classibus Traiectensibus.
1657. Joannes de Biddere Bredanus, Juris Utriusque
Candidatus.
1657. Johannes de Clandas1) Busco-ducensis, annum
agens 17. Ex classibus Vesaliensibus.
1658, 23 Mei. Aemilius Coetsius G. F. Arenaco Gelrus,
annorum 18. Ex Schola Arnhemiensi promotus.
1658, 21 Juni. Joannes Theodorus Jhew Julia Sittar
diensis, albo studiosorum almao Universitatis Duisbur
gensis insertus est 21 Junij 1658.
[Werd Raad van den Keurvorst Friedrich Wilhelm
to Cleve, Panegyrist. (Wassenberg, Embrica, 284. â??
R. Keuchenii Musis juvenih 78.)]
(Wordt vervolgd).
KORTE MEDEDEELINGEN.
Van Keppei van den Nyenborch.
(XLIV, 103 e.v.)
Naar aanleiding van de mededeelingen van Baron van
Keppei over de laatste generaties van Keppei van den
Nyenborch mogen de volgende aanvullingen dienen:
Herman van Kepjiel, van wien niets anders wordt
medegedeeld, dan dat hij blijkens de overgangen van
een leen onder Oldenzaal voor of in 1659 moet zijn overÂ
leden, komt voor in oorkonden gepasseerd te Nienborg
en berustende in het archief op Middachten van 1510,
1517, 1518, 1522, 1530, 1532, 1535 en 1536. Hij treedt
daarin op als getuige of als waarborg, terwijl hij in
dergelijke van 1532 en' 1536 richter van het slot ter
Nyenborch heet.
De Nyenborch was n.1. een versterkt slot, toebehoorende
aan de Bisschoppen van Munster en door dezen gebouwd
als beveiliging van de grens van het Bisdom, terwijl
daarbij de omwonende adellijke geslachten tot borch
mannen werden aangesteld, waarna in al die geslachten
de naamstoevoeging: â??tot den Nyenborch' verschijnt.
Jacob van Keppei, gehuwd met Elsubé voor Munster,
komt nog voor in een oorkonde op Middachten van
1582, zijn zoon Jacob, gehuwd met Lucretia, en diens
zoon, wederom Jacob geheeten, komen voor op 31 Mei
1636in deel 1635â??1638 van het Landgericht vanBorculo,
zij heeten dan resp. Jr. Jacob van Keppei de oude en
jr. Jacob van Keppei de jonge, vader en zoon, waaruit
blijkt, dat de vader in 1636 dus nog in leven was.
Onder de rechtszaken der stad Borculo vindt men
vanaf 4 Maart 1626 een proces tusschen dezen Jacob,
dan geheeten van Keppei ter Horst, borchman tot Nienborg,
contra Anna Walraven genaamd Kundenich, weduwe
jr. Rudolph van Baesfelt.
De vrouw van den sub B vermelden Diederik van
Keppei was geen dochter van Arnt van Baesfelt tot
Hammen, maar tot Hamern. Het echtpaar komt voor in
het testament d.d. 4 Juli 1636 van haar zuster Christina
van Baesfelt, echtgenoote van Friedrich de IVendt, welke
acte berust in het archief van het slot Diepenbrock
onder n°. 1577.
Behalve de genoemde kinderen onder B, 1â??4, zal
nog een dochter van Diederik zijn geweest, de juffer
Clara van Keppei, Borchmans dochter van den Nyenborch,
die 27 Febr. 1665 te Zutphen volmacht geeft. (Kente
nissen van Zutphen, dl. 1663â??1667).
i) De Landas? Eed.