227
228
schichte eines Marschbauerngeschlechts im Krurhmhörn
(Kreis Emden) 1628 bis 1928. 'Aurich 1928.
Die Wappenrolle von Zürich. Ein heraldisches DenkÂ
mal des vierzehnten Jahrhunderts in getreuer farbiger.
Nachbildung de3 Originals mifc den Wappen aus dem
Hause Zum Loch. Im Auftrage der antiquarischen Ge
sellschaft in Zürich herausgegeben von Walther Merz,
Friedrich Hegi. [Verschijnt in afleveringen]. Leipzig 1927.
Het wapen der gemeente Huybergen
en zijne betrekking tot de Praemonstratenser Abdij
Tongerloo en de orde der Wilhelmieten.
door Mr. J. P. W. A. SMIT,
Rijksarchivaris in Noord-Brabant.
Het tegenwoordig wapen der gemeente Huybergen is
haar bij Besluit van den hoogen Raad van Adeldd. 20 Febr.
1816 â??bevestigd' en wordt alsdan beschreven: â??Het
wapen beladen van Lazuur met St. Huibert van Goud,
is verzeld met twee wapentjes beide mede van Goud,
het eerste beladen met twee Bisschopsstaven van LaÂ
zuur, het tweede beladen met 4 klaverbladen en een
leeuw meie van Lazuur'.
Uit de bijgevoegde afbeelding sub 1, ontleend aan
het Wapenboek der Nederlandsche Gemeentewapens van
Mr. W. J. Bn. d'Ablaing van Giessenburg, blijkt volÂ
doende, dat het destijds geinspireerd is op het zegel
der voormalige schepenbank van Huybergen, sub 2
hierbij gevoegd. ...
Het bedoelde zegel, waarvan het stempel, hoewel
zeer versleten, nog ten gemeentehuize berust en verÂ
moedelijk uit het einde der 15da eeuw dagteekent,1)
kan als volgt beschreven worden. Het stelt binnen een
cirkel en onder een laat-gothiek baldakijn O. L. Vrouw
voor, staande op een lossen grond, gekroond, op den
rechterarm het Christuskind met nimbus, met de linker
geleund of vasthoudende twee vóór haar op dien grond
geplaatste wapenschilden. Van deze wapens vertoont
het (heraldisch) rechts geplaatste een wapen, bestaande
uit twee gekruiste kromstaven, in het hoofdpunt verÂ
gezeld van eene onduidelijke en moeilijk definieerbare
figuur. Het links geplaatste wapen is bezaaid met lelies,
met een vrij kwartier beladen met drie rechts gewende
wassenaars. Het omschrift luidt: sigillum scabinatus
de Huberghen.
De rechtsbeteekenis van dit zegel behoeft na hetÂ
geen ik over dergelijke zegels reeds vroeger in het
tijdschrift Taxandria publiceerde, nauwelijks verklaard.
De schepenbank erkent nl. hare onderhoorigheid aan
twee personen of lichamen, vertegenwoordigd door hunne
wapens, en bovendien het patronaatschap der MoeÂ
dermaagd, hetzij direct, omdat zij de patrones der
parochie en gemeente, want beide begrippen gaan doorÂ
gaans samen, hetzij indirect, omdat zij de patrones van
bedoelde personen of lichamen is.
De moeilijkheid ligt in de verklaring van beide waÂ
pens. Het dorp Huybergen ressorteerde oudtijds onder
twee grondheeren, abt en convent van Tongerloo ter
') Door de welwillendheid van den burgemeester der gemeente, den
heer J. P. J. van Agtmaal, werd ik in de gelegenheid gesteld een
photographie te vervaardigen.
eenre, die de meerderheid der schepenen benoemden,
en prior en convent van Huybergen ter andere zijde.
Laatstgenoemd klooster der orde der Wilhelmieten was in
het jaar 1278 op gronden der heeren van Breda en
met hunne medewerking gesticht. Bij de bekende deeling
dier goederen in het. jaar 1287 was Huybergen niet
onder het engere Land van Breda, maar onder het
Land van Bergen-op-Zoom gekomen, maar bij eene
paalscheiding van het jaar 1335 bleek, dat de bezitÂ
tingen van het klooster en het gebied van zijne heerÂ
lijkheid zich bovendien over het aangrenzend en van de
heeren van Breda en van Bergen onafhankelijke Land
van Rijen uitstrekten en wel over het gedeelte, dat
onder Esschen-Kalmpthout gelegen was, welke grond
heerlijkheid sedert het jaar 1159 aan de abdij Tongerloo
toekwam. Na veel twist is in het jaar 1368 een accoord
tusschen Tongerloo. en den heer van Bergen tot stand
gekomen, waarbij de rechten van de eerste op het beÂ
doelde deel van Huybergen onverkort erkend werden.
De grens bleek zelfs dwars door het erf van het kloosÂ
ter Huybergen tè loopen 2).
Het zou dus geen tegenspraak behoeven uit te lokken,
zoo gesteld werd, dat van beide wapens het eene dat
van het klooster Huybergen, het ander dat der abdij
Tongerloo voorstelt, en inderdaad wordt het (heraldisch)
linksche â?? met eene geringe wijziging â?? gevonden op
een eind- 16do of 17de eeuwsch zegelstempel, hiernaast
sub 3 afgebeeld 3), dat met een dergelijk kleiner thans
berust in het Bisschoppelijk Instituut St° Marie ter
plaatse, welke kostschool in de voormalige kloostergeÂ
bouwen gevestigd is. Bij.nader toezien blijkt dit stempel
echter eene verrassing te bevatten, want uit het omschrift:
â??sigillum ordinis Sancti Guillielmi', blijkt, dat in plaats
van dat van het klooster Huybergen stempel en wapen
der orde zelve gevonden zijn.
Tot goed verstand volge hier eene schets der lotgeÂ
vallen der Wilhelmietenorde. Zij werd gesticht door
Wilhelmus van Malaval, die in 1157 overleed, maar van
de eerste jaren is weinig en slechts tegenstrijdigs bekend.
Ten tijde van haren bloei was zij in drie provincies
verdeeld, de Toscaansche of Italiaansche, waarin de
hoofdzetel, met 28 onderhoorige, de Fransche met 14
en de Duitsche met 17 kloosters of prioraten. EerstgeÂ
noemde schijnt vóór 1463 over gegaan te zijn naar de
orde der Augustijnen. Van de derde bleef door gelijken
uittocht alleen het voornaamste klooster Grevenbroek
over, dat bij de Fransche provincie gevoegd werd. Ook
deze laatste, voortaan de geheele orde vertegenwoordigend
en waarvan de meeste stichtingen in de Nederlanden
gevestigd waren, geraakte in verval en trok zich geheel
uit het Zuiden terug. Van de vier ten slotte nog beÂ
staande kloosters werden in 1784 door Joseph den lld°
drie, waaronder Beveren in Vlaanderen, dat sedert ge
ruimen tijd als het voornaamste der orde gold, gesupÂ
primeerd. Het laatste klooster der Wilhelmieten HuyÂ
bergen is in 1847 opgeheven en de laatste monnik in
1879 overleden 4).
s) Het bovenstaande is ontleend aan de geschiedenis van het Wil
helmietenklooster en van het Bisschoppelijk Instituut Ste. Marie te
Huybergen door eenige oud leerlingen. 1906.
3) Door de welwillendheid van broeder Lambertus werd ik in de
gelegenheid gesteld dit zegel te doen photographeeren.
*) Zie hiervoor Geschiedenis van het Wilhelmietenklooster etc. als
boven.