De Nederlandsche Leeuw, jaargang 46 (1928)

355 in Oost- en Westvoorne vindt men eerst een eeuw later (1206) gewag gemaakt114), terwijl het heerlijk huis te Oostvoorne sedert 1226 115), dat te Westvoorne in 1254 voorkomt116). Hier, op deze sloten, woonden de heeren van Voorne, zij hadden er een kapellaan117), die hun archief verzorgde 118). Geestelijk vormde de heerschappij reeds omstreeks het midden der 13° eeuw een dekenij, met kerken te Westvoorne (Somerlant), Oostvoorne, Abbenbroek, Rugge en Maerlant, later Brielle ge­ heeten ll9). Maken wij nu een omwandeling door de bezittingen der heeren van Voorne, dan vinden wij eerst, naast de beide Voorne's, Rockanje, dat in 1330 bedijkt werd en kort daarna een heerlijke korenmolen had120). Aan de overzijde der Gote de bedijkingen: Zwartewaal, voor het eerst in 1332 vermeld 121), Hellevoet, Cothsouwe 12 2), Abbenbroek123), Veechoe c 124). Beschermd door de duinen van Westvoorne lagen verschillende gorzen, die al in het begin der 13e eeuw bedijkt werden: Somerlant lï5), Middellant en Oosthoec, aan de abdij Ter Does gegeven 126), doch door dit stift in 1231 verkocht127), terwijl de schorren Dirksland en Grijsoord door Graaf Floris V aan heer Aelbrecht eerst verpand, daarna verkocht werden 128). Meer tegen Schouwen aan lagen Bommenede en Dreischor 129), eerstgenoemd gors door de Voorne's aan Ter Does geschonken 130). Op Noord-Beveland was de heer van Voorne van ouds leenman der Utrechtsche kerk voor verschillende tien­ den 131), eveneens van deze kerk schijnt het bezit op Tholen afkomstig te zijn, in de buurt van Poortvliet en Scherpenisse 132), waarover boven 133) reeds gesproken werd. Meer naar het noorden, in Riederwaard, bezat heer Aelbrecht, wel door koop of bedijking, een hoeve, die hij in 1280 aan een nicht in leen gaf134), terwijl de vijftig gemeten in Katendrecht, waarmede de vrouw van Voorne in 1327 Dirc Symonsz. van Teylingen be­ leende, waarschijnlijk Teylingsch bezit waren 135). Ver­ der oostwaarts bezat Gerard van Voorne, zonder dat wij weten hoe, het ambacht van Over-Sliedrecht, ge­ legen bij den tol van Niemansvrient, en beleende daar­ mede, in 1289, heer Henric, heer van de Lecke136), het ging in 1327 als Voornsch leen over op Dirck Sy monszoon van Teylingen 137). Nog meer naar het oosten, onder Vreeswijk, hield de heer van Voorne, op 'het einde der 13e eeuw, de gift van de kerk en de was- I'*) Als voren, I. n°. 206, §2. '') Als voren, n°'. 299, 362, 465. '0j Als voren, n°. 588. '7) 1283. Bartholomeus, pastoor te Rugge en kapellaan des heeren van Voorne, maakt zijn testament (de Fremery, Suppl. n°. 222). lls) v. Riemsdijk, Tresorie, bl. 659, vgl. bl. 561. â?? De heeren van Voorne hadden een bijzonderen jaarstijl: Bijdr. Vad. Gesch. 3* reeks, deel IX, bl. 105. '») Stuk door mij afgedrukt: Bijdr. Hist. Gen. TJtr. 49, bl. 268, vgl. de Fremery, Suppl. n°. 209. »') Reg. Hann. bl. 188, 258, 282. Het wordt 1220 al genoemd: Oork. Holl. T. n°. 269. i') v. Mieris, II. bl. 529. '') Beiden genoemd 1220: Oork. Holl. I. n° 269. '») Vermeld in het verdrag van 1206: Oork. Holl. I. n'. 206, §4. '') Genoemd sedert 1318: Reg. Hann. bl. 76. m) de Fremery, Suppl. n°. 58. 1!G) Oork. Holl. I. n'. 269, 299 en 316. â?? Uit n''. 194 en 242 (dit laatste verkeerd gedateerd) blijkt dat Hugo van Voorne in 1203 ad­ vocaat der abdij was. '') de Fremery, Suppl. n'. 66. tinsigen, benevens de dienstlieden van het hof aldaar, Huibert van Vianen werd daarvan achterleenman 138). In het land van Arkel vinden wij den heer van Voorne in het bezit van rechten onder Akoy en Dalem ge­ legen, waarmede verschillende leenmannen beleend werden 139). Benoorden de Maas, in het Westland, hadden de Voorne's een uitgebreid bezit, waaruit hun bloedver­ wanten de heeren van Naeldwijck en van der Woert gegoed werden. De hiermede verband houdende vraag­ stukken zullen t. z. t. een nader onderzoek noodig maken. Het zou ons te ver van den weg afvoeren om- hierop te dezer plaatse dieper in te gaan. Een leenbezit heel in Westfriesland, onder Schermer, Mijsen en Ursem gelegen, was waarschijnlijk terug te voeren op grafelijke belooning na een der expedities van Floris V tegen de Friezen 14°). Al deze grondheerlijke bezittingen werden in 1328 nog aanmerkelijk uitgebreid, doordat de heer van Voorne en zijn zoon Aelbrecht zich verplicht hadden de som van 600 pond holl., die de graaf hun betaald had als afkoop der hun toekomende vervallen van Zeeland, in Holland te zullen beleggen.141) Zij verwierven daar­ door land, erfhuren, een molen en andere rechten in Zandambacht ('s-Gravenzande), Maasland, Monster, Rijs­ wijk, Warmond, Noordwijk en Zwammerdam. Al deze renten dienden in 1332 weder gedeeltelijk als onder­ pand der 1000 pd. holl., die heer Gerard bij testament voor zijn dochter vastlegde.142) * * * Het spreekt, van zelf dat de heer van Voorne, evenals de andere leenmannen der graven van Holland, uit voornoemde bezittingen de gebruikelijke rechten trok, als daar waren renten, cijnsen, erfhuren, landwinning, tienden, hoenders, visscherijen, enz. Van gansch anderen aard echter waren een reeks rechten, waaraan, wij nu onze aandacht willen wijden, en die bewijzen dat de heer van Voorne geheel als souverein optrad. Dit blijkt in de eerste plaats niet alleen uit zijn verhouding tot de inwonenden van zijn gebied, maar ook uit die, waarin zijn leenmannen tot hem stonden. Treft het ons reeds dat de heer van Voorne een voor Holland ongewoon aantal vazallen onder zich heeft, nog meer treft het ons dat hij, buiten bemoeiing van den lands- 158) Oork. Holl. II. 373 en 506, de Fremery, Suppl. n». 177, vgl. v. Mieris II, bl. 617, waaruit blijkt dat het â??eigen goed', dus geen leengoed was. «°) Genoemd 1206, Oork. Holl. I. n°. 206, §2, vgl. §17. is») Oork. Holl. I. n°» 269 en 362. i«') Oork. Holl. I. n». 221 (vgl. de Frem. n°. 27) en II n». 972. i') Oork. Holl. I. n°'. 186, 198, 206, §§ 2 tot 4 en 17. i«) Kol 295. '»') Oork. Holl. II. n°. 388, hij breide hier zijn bezit nog uit:'ald. n'. 584. i»1) Reg. Hann. bl. 162. '86) Oork. Holl. II. n'. «89 en de Fremery, Suppl. n°. 255. i»7) Reg. Hann. bl. 162, vgl. Ned. Leeuw, 1926, kol. 207. i»8) de Femery, Suppl. n°. 261. is») De heer van Voorne had 1305 met de heeren van Arkel en Oulenborg strijd 'over de grenzen der heerlijkheid Akoy: van Mieris, II. bl. 51. â?? Voor beleeningen o.a. Brom, Lijst van Oork. n». 2890, Reg. Hann. bl. 65, 252 (vgl. v. Mieris, III, bl. 445), 270, Reg. Voorne AB, fol. 102 v°.â??103, B, f». 101 v°.â??102 v». '»°) Oork. Holl. II. n'. 952. Deze inkomsten worden nog 1832 als Voornsch bezit gemeld: van Mieris, II. bl. 529. i«i) V. Mieris, II. bl. 471â??475. !') Als voren, bl. 529.