73
74
Derk van Keppel, van wien ons zoo vele staaltjes
van willekeur en minder loyale handelingen bekend
zijn, vermocht echter niet in het bezit van dit leen te
blijven. In 1552 kwam daartegen op Alaert van Haeften,
Heer van Venvolde en daar uit de aanteekening in het
Leenboek, zoowel de familierelatiën als de opvolgende
leenrechten blijken, doen wij deze hier in haar geheel
volgen:
â??Op 18 Juny 1552 is comen Alaert van Haeften
â??als man en momber joff. Kunnegund van Keppel, aildste
â??dochter Frederix van Keppel, zijne huisvrouwe, ende
â??heft te kennen gegeven dat zijne huisvrou vurs ind
riniet Derk van Keppel rechte leentolgersche totten leen
â??(is) daar Elsbé van Keppel van der Waïltbeke in beÂ
storven en van den huize van den Berge eertijds mede
â??beleent is, wo waill die vurgen. Derick sich daarmede
â??had laten beleenen up sinistre angeven, twelcke hie
â??anders bewijsen wolde, went als Elsbé sonder echte
â??lijfsgeboorte na te laten gestorven, hed sie daarmede
â??beervet oeren broeder Evert van der Wailbeke, die dat
â??voirt up sijnre dochter, echte huijsvrou Derick van
â??Keppel (van Verwolde) verlaten end as sie gestorven
â??dat voert geërfd up oeren zoen Johan9) end so die
â??zonder echte geboirte na te laten gestorven, daarmede
â??beervet had zijnen vader Derick van Keppel, so die
â??noch in den leven was, ind as die vurs Derick
.â??ook gestorven dair met voirt beërfd hed sijnen soen
â??Frederick van Keppel, des vurs Kunnegonden vader
â??end so die nu ook gestorven, hed der vurg joncf Kun
â??neyunde, sijne huijsvrou, as des vurg Frederix ailste
â??dochter daarmede beërfd, verzoekende dat het verzuim
â??van zijne huisvrou alderen in genaden aversien en
â??zijne huisvrou moge beleend worden.
â??Dit geschied en word beleend ! 552 Juni 18.'
Uit het vorenstaande blijkt dus duidelijk dat Johanna,
die de tweede vrouw werd van Derk van Keppel van
Verwolde, niet een dochter was van Herman, doch van
zijn broeder Evert.
~ Door dit huwelijk werden zij de stamouders van de
verder volgende Heeren van Verwolde en van de daarÂ
uit gesproten tweede en derde linie van de Woolbeke en
de tweede linie van Oolde.
De eerste linie van de Keppels gend. Woolbeke is dus
in mannelijke lijn uitgestorven en in de vrouwelijke
lijn door huwelijk van de beide nichten, Henrica Boberts dr.
en Johanna Evertsdr., beiden met Keppels van Verwolde,
in laatstgenoemd huis overgegaan.
Wij meenden in het kort nog iets te moeten mede
deelen omtrent de verdere beleeningen van het herhaalÂ
delijk door ons genoemde Mingfeld.
Herman van Keppel had nog in 1492 den leeneed verÂ
nieuwd, doch bij zijn spoedig daarna gevolgd overlijden
was dit leen ledig geworden en moest door de erfgeÂ
namen worden aangevraagd.
Het leenregister vermeldt dat 29 October 1557 en
daarna nog op 3 Maart 1568 uitstel gegeven werd aan
Joachim van Keppel, zoon van Derk van Keppel van
Verwolde bij zijn tweede vrouw Johanna van Keppel
gend. Woolbeke. Hij schijnt evenwel dit leen niet aan-
°).De hier genoemde Johan van Keppel was de oudste zoon uit het
tweede huwelijk van Derk tot Verwolde en Johanna, Evertsdr. van Keppel
gen. Woolbeke. Hij sneuvelde in 1528, nog zeer jong zijnde, te Utrecht
in de poort. Matth. Anal. I 108.
vaard te hebben maar 16 October 1581 werd aan Joa
chim's oudsten zoon Dirk van Keppel uitstel geweigerd
en 4 September 1598 aan diens broeder Jurnen uitstel
verleend en deze eindelijk op 27 October 1603 weder
beleend als erve zijns vaders Joachim ende bestevaders
Herman.
Het is zeer opmerkelijk dat van 1492 tot 1603 geene
beleeningen hebben plaats gehad, wel een bewijs voor de
eigenaardige toestanden onder het leenstelsel. Doch ook
met de omschrijving was het niet te best in orde. ImÂ
mers bij de laatstgenoemde beleening wordt Herman
van Keppel bestevader van Jurrien genoemd en dit
toch kan in den gewonen zin onmogelijk juist zijn.
Jurriens grootvader was Derk van Keppel van Verwolde
en het leen . na Hermans dood aan de tweede vrouw
van dezen Derk 'aangeërfd, hetzij rechtstreeks, hetzij
door haar vader Evert.
In het leenregister stond echter de laatste beleening
ten name van Herman en meer dan honderd jaren later
heeft men dezen zonder onderzoek eenvoudig als besteÂ
vader van Jurrien beschouwd. De hier genoemde JoaÂ
chim en zijn zonen Derk en Jurrien behooren tot de
tweede linie der Heeren van de Woolbeke en van deze
ging Mingfeld over in de branche der Keppels tot Odinck,
Mallum enz.
De aanteekeningen uit de leenboeken van Bergh ontÂ
vingen wij door de welwillendheid van den Heer J. D.
Wagner, wien wij hiervoor nog onzen vriendelijken dank
betuigen, daar zij ons in staat stelden eene belangrijke
aanvulling en verbetering aan te geven in tabel IV
der vroeger door ons bewerkte genealogische tabellen
van het geslacht van Keppel, waarvan wij destijds een
exemplaar aan de Bibliotheek van ons Genootschap
hebben aangeboden.
Voor verdere aanvullingen houd ik mij ten zeerste
aanbevolen. ^
Deventer geslachten.
Bijdrage tot de genealogie Jacobson en ten Brink,
door Mr. H. KRONENBERG en Jhr. H. H. RÃ?ELL.
(Vervolg van XLVI, 50).
ten Brink.
Jacob Jacobsen (zie kol. 37 onder IV) huwt
l' Aaltje Vriese. Uit dit huwelijk 4 kinderen, die
den ouden geslachtsnaam ten Brink weer aange
nomen hebben:
1'. Joan ten Brink, ged. Deventer 21 Juni 1644,
begraven aldaar Lebuinuskerk 3 April 1719,
huwt Almen 1676, ondertr. Deventer 5 Aug.
1676, naar Almen geatt. 26 Aug. (in de acte
heet hij Joannes Jacobs ten Brinck soon van
wijlen Jacob Jacobsen ten Brinck) Aleijda Qelinck,
ged. Deventer 26 Juli 1657, begr. aldaar LeÂ
buinuskerk 29 Dec. 1730, dr. Van burgemr
Wilhelm Qelinck en van Joanna Aersen.
Uit dit huwelijk:
Jacobus ten Brink, ged. Deventer 22 Aug.
I 677, waarschijnlijk dezelfde als begr. DevenÂ
ter Lebuinuskerk 21 Oct. 1700.
2e. Aeltien ten Brink, ged. Deventer 30 Mrt. 1646.