107 108
Blijkens éen genealogie, uit een familiebijbel, opgeÂ
maakt 15 Deo. 1678 en iu de Notulen opgenomen, was
Hendrik de Koning van Antwerpen te Dordt gekomen.
Hij wordt reeds vermeld '28 Juni 1585, toen hij boete
kreeg van het Serment 1) wegens vrijwillig uittrekken
met de burgervendelen (zoo bang was men voor het
privilegie). In 1588 weigert hij in de munt te komen
werken en gaat zonder verlof anno 1591 te Kampen
in de munt werken, waarvoor hij opnieuw gestraft wordt.
Den 20 Jan. 1592 heet hij goudsmid en wordt weder
in genade aangenomen. Als meester-munter op de 2e
Brabantsche plaats komt hij 1594 voor, vertrekt naar
Parijs, maar komt ten slotte terecht in de Raamstraat
te Rotterdam, waar hij 10 Juli 1617 overleed, oud 72 jaar.
Zijne kinderen volgen van A tot F. «
A. Jan de Koning wordt knaap 27 Mei 1604 op zijn
vaders plaats en overlijdt zonder kinderen.
B. Adam de Koning wordt meester op de 2e BraÂ
bantsohe plaats in opvolging van zijn vader, toen
deze naar Frankrijk ging, den 25 Maart 1601 en
doet zijn meesterproef op die plaats 12 Mei 1601.
Hij sterft vóór zijn vader, omstreeks 1615, waarna
deze 2° plaats gedurende 60 jaar ledig blijft staan,
totdat Samuel rem Hoogstraten zijn erfrecht ontdekt.
C. Isaak Ludwig de Koning wordt knaap op de 16e
Hollandsche meesterplaats bij den meester-munter
Jan van den Bergh den 28 Aug. 1604. Bij testament
krijgt Isaak omstreeks 1620 de plaats van zijn
meester, alias van den Putte genoemd. Geïnstalleerd
24 Oct. 16-20, overleden 24 Oct. 1670. Deze Isaak
had dus ook het recht op de 2° Brabantsche plaats,
afkomstig van zijn broeder onder B. Zijn zoon CorÂ
nelis de Koning werd knaap bij zijn vader 5 Jan.
1621 en moet vóór zijn zuster zijn overleden of
jonger geweest zijn, tenminste Mayke lsaacs de
Koning krijgt later de rechten op de 169 en de 2e
Brab. plaats. Mayke was vroeger gehuwd met, Dirk
van Hoogstraten, den zilversmid (III in Ned. Patr.),
bij wien zij meerdere kinderen kreeg, waarvan er
3 volgen (a-â??c). Van deze kinderen was voogd een
oudoom David Hendrikse de Koning te Rotterdam
(zie I'). Toen er dus sprake was van een munterÂ
plaats, was Dirk v. Hoogstraten reeds overleden.
D. Rombout de Koning overleed als jongman te Colian?
E. Hendrik de Koning overleed als jongman te Parijs.
F. David de Koning, geboren te Antwerpen 27 Feb.
1584, komt met zijn geheele familie omstreeks AllerÂ
heiligen 1585 naar Dordt. Dit bericht uit den famiÂ
liebijbel klopt niet met de registers, daar zijn vador
reeds 28 Juni in Dordt was, wellicht moet 1585
veranderd worden in '84. David woonde aldaar tot
1602 en vertrekt evenals zijn vaderen broeder HenÂ
drik naar â??Frankrijk in Parijs', komt 1604 naar
Rotterdam ten huize van zijn ouders wonen en huwt
aldaar 9 Sept 1612 Anna Graven.
Zijn oudste zoon, geb. te Rotterdam 6 Maart 1617
om 8U smorgens, pretendeert later op een meesterÂ
plaats, waarop hij evenwel geen recht had, daar die
toebehoorde aan zijn nicht. Deze, zijn 3' kind, werd
') Het Serment was de vergadering der officieren of hoofdambteÂ
naren van de munt. De munters vormden een staat in den staat en
konden alleen voor hun eigen rechters terecht staan. Zij hadden vrijÂ
dom van krijgsdienst en belastingen in welken vorm ook.
geboren te Rotterdam in de Bagijnestraat. â?? Zijn
dochter Hester de Koning Davidsdr huwt later met
den boekhandelaar en schilder Frans van Hoogstraten
(zie b).
a. Samuel van Hoogstraten, de oudste zoon van Dirk
bij Maria de Koning Isaa<,sdr, werd de meest beÂ
kende dér drie schilders. Hij trouwt te Dordt 18
Juni 1656 met Sara Balen, dochter van Cornelis
bij Elisabeth Dorsten en alzoo een neef van Matthijs
Balen Jansz. (Beschrijving van Dordrecht blz. 1055).
Samuel wordt meester-munter op de 168 Holl. plaats
als opvolger van Isaak de Koning 22 Mei 1656.
Hij schildert de munters in 1657 en nogmaals in
1674, waarvoor hij 15 gulden per hoofd krijgt, teÂ
vens was hij dichter. Als provoost wordt hij verÂ
meld tusschen 5 Oct. 1659 en 20 Nov. 1675, de
â??Gulden Anotaties' in het archief zijn van zijn
hand, waaruit blijkt dat hij ook in het oude archief
der munt goed thuis was, althans hij ontdekt zijn
recht op de 2° Brabantsche plaats, afkomstig van
Adam de Koning, vermeld onder B. In de vergaÂ
dering van de Sermente bewijst hij 3 Febr. 1674
zijn rechten, waarna hij deze 2e Brab. plaats, met
volkomen toestemming van zijn broeder Francois
en zijn zuster Dina, overdraagt aan den echtgenoot
van deze laatste, namelijk zijn zwager Hendrik de
Vos.
De 16e Holl. plaats gaat 23 Sept. 1680 over op
Frans van Hoogstraten als naastgerechtigde. Uit dit
alles ontstaat een reeks twisten, waarin Frans zijn
rechten ook op de 2' Brab. plaats blijft betoogen
(hoewel hij zelf tot de overschrijving op de Vos had
meegewerkt) en waaraan al deze bizonderheden zijn
te danken.
b. Frans van Hoogstraten (IV in Ned. Patr.), de boek
verkooper en schilder, had tot oudsten zoon David,
die Medisch Dr. wordt en een jongeren zoon Jan,
â?¢ die in 1583 21 jaar was. Na door afstand van Samuel
in het bezit gekomen te zijn van de 16° Holl. plaats,
doet hij alle moeite deze te verkoopen, wat echter
niet geoorloofd was. Clandestiene verkoopen waren
reeds toen echter gebruikelijk. Een eerste openlijke
ver koopactie 16 Febr. 1683 aan Dirk Spruyt te
Dordt wordt door het Serment geweigerd, omdat
Spruyt â??zoo'n groote familie had', wat in verband
stond met de vrijdommen. Per request van Nov.
1686 brengt hij als gegadigde aan Jacob Keur, boekÂ
drukker te Dordt, waarbij als argument ten zijnen
gunste tevens wordt aangevoerd, dat deze drukker
is van den Staten Bijbel.
Tenslotte verkoopt niet Frans, maar vraagt Samuel
van Hoogstraten 27 Febr. 1688 de plaats te mogen
overdragen op Antonie Repelaer, den burgemeester
van Dordt, wat gelukt, want wij vinden deze in Juni
1688 als meester-munter op die plaats. Het schijnt
dus alsof Frans zijn verkregen rechten weder aan
Samuel heeft overgedaan, maar in werkelijkheid zal
het geweest zijn om zooveel en zoo gemakkelijk
mogelijk geld uit de zaak te slaan in onderling overleg.
c. Dina v. Hoogstraten huwt Hendrik de Vos en overÂ
lijdt in het boekjaar 1704â??1705. Hendrik was een
zeer geëerd man onderzijn collega's. Knaap bij zijn
zwager op de 16e plaats 21 Oct. 1657, wegens zijn