De Nederlandsche Leeuw, jaargang 47 (1929)

357 35Ã? De Staflordshire familie Bowyer splitste ziph in vele takken. Slechts de oudste zoon noemde zich Bowyer of Knypersley. Den l'2en Mei 1604 ontving de toenmalige drager van dien naam den ridderslag in Whitehall (Sir John B. de K. 1557â??1605) en den llan Sept. 1660 werd zijn kleinzoon Sir John tot Baronet verheven. Deze tak stierf echter reeds Febr. 1701 O.S. uit. (Burke: Extinct and dormant Baronetcies, G.E.C. Complete Baronetage Vol. III p. 120). Een zijtak scheidde zich reeds sinds de 15° eeuw af' en vestigde zich ten slotte te Londen. Eigenaardiger wijs voert deze tak een geheel ander wapen: in goud een rechterschuinbalk van vair omzoomd van zwart en wordt dit ook als het Bowyer stamwapen vermeld, tevens kwar tileerde het dit oudtijds ook met Knypersley, dat is te zeggen zoo wordt het in vele bronnen aangegeven, maar het veld van dit kwartier met de drie spaden is hier zwart en niet blauw zooals het wapen Knypersley be­ hoort te zijn en dit kwartier wordt dan ook in een wa­ pen verleening aan Gilbert Bee (Misc. Gen. et Her. Vol. IV N.S.) die in vrouwelijke lijn uit deze Bowyers sproot en zijn eigen wapen met dat zijner moeder vermeerderde beschreven als Swetenham. Of dit kwartier dus wel eigen­ lijk Knypersley aangeeft is mijns inziens de vraag. Dit verschil in wapens is natuurlijk ook aan de ge­ nealogen en herauten opgevallen. Aan de visitatie van Sussex 1530, 1633-4 is door den Heraut een speciale 'opmerking bijgevoegd: Noate that since the pattent was graunted there hath byn good prooffe that therin na med Thomas Bowyer gent. ought to bear to his surcoate of arms gold a bend vayrey cottised sables as his aun tient Coate of name descended to him of Antiquity ftrom . his Ancestors. Erdeswick in zijn History of JStaffordshire schrijft in 1598: About'2 Rich II (het tweede jaar van de regee­ ring van Richard II == 1379) Robert Bowyer at first entered himself into Knipersley armory, but now of late his heirs have invested themselves into new armory, hiermede bedoelt hij dus wel de Sussex familie. Het­ zelfde wordt ook medegedeeld in Magna Britania. De verschillende takken der familie voerden ook allen verschillende helmteekens. James I, die bij het aanvaarden zijner regeering slechts een 300 tal ridders vond, was gedurende zijn 23-jarige regeering zeer kwistig met gunstbewijzen en verleende den riddertitel aan niet minder dan 2300 zijner onder­ danen. Had de Knypersley-tak hiervan reeds geprofi­ teerd, ook die te Londen kreeg den riddertitel den llea Mei 160 i n.1. Sir William Bowyer of Denham Court Bucks., terwijl diens kleinzoon evenals de hierboven genoemde Sir John ook in 1660 â?? den 258ten Juni â?? tot Baronet werd verheven. Deze tak leeft nog heden voort. Een ander lid van deze Londensche familie verkreeg den 238t9Q Juli 1627 den titel van Baronet n.1. Sir Thomas' Bowyer of Leighthorne. Deze tak stierf echter reeds in 1678 uit toen de laatste Baronet zonder mannelijke na­ komelingen overleed, na tevens nog een nieuwen adelsbrief te hebben verkregen en geld noodig hebbende, daar hij zijn vermogen verkwist had, dit â??patent' te hebben verkocht aan een Henry Goring, die nu Baronet werd, echter onder zijn éigen naam. (Zie G-E-C^Complete Baronetage en Burke's Peerage and Baronetage, Visitations