De Nederlandsche Leeuw, jaargang 47 (1929)

371 372 evenwel zonder dat wij vernemen wat in den tusschen tijd geschied is. Op 27. September 1428 werd Giesbert van Broechusen door den heer van Homoet en Wisch beleend met het goed Barlham 9). De Geldersche graaf of hertog moet dus dit goed van den leenplicht ontheven hebben. Het is dus allodiaal goed van den heer van Wisch geworden en door dezen weder in leen uitgegeven. Geboortedata van Duveland van Rhoon (1596-1609), medegedeeld door A. HOYNCK VAN PAPENDRECHT. Een register, waarin jonkheer Pieter van Duveland, heer van Rhoon, de opbrengst van de hem, als heer van Rboon en Pandrecht verschuldigde kapoengelden aanteekende, bevat tevens eenige, over verschillende blad­ zijden verspreide notitiën omtrent de geboorte zijner kin­ deren, den doop, de namen der peters en meters en doopgetuigen. Hierbij bevinden zich leden der geslach­ ten Brederode, Diemen, Van der Does, Duvenvoorde, De Huijter, De Jonge, Van Loon, Pijnssen, Rhoon, Van der Vehen, Van Voorst en Van Zuijdoord. Deze losse aanteekeningen laten wij, in chronologische volgorde gesteld, hieronder volgen. Het boek, dat aan de buitenzijde van den omslag gemerkt is â??Register van die Capoenen', bevat niet meer het volledige aantal bladen, waaruit het oudtijds samengesteld was, er zijn er eenige uitgescheurd. Het thans nog aanwezige gedeelte begint met â??Register van die Capoenen die mijn verscienen op den jaere 1597 Sinte Mateus' (onduidelijk geschreven). Een volgende titel luidt â??Blaffert van allen dengenen ''die mijn cap- ' poenen schuldich bennen, beginnende van die jaer 1598'. Waarschijnlijk bevat het eerste gedeelte uitsluitend ka­ poengelden van de heerlijkheid Rhoon, want daarna volgt onder een nieuw hoofd â??Pendrecht'. Den 14 Junij stilo novo is mijn huysvrou gelegen van een jonge soon op en Vriedage tusschen drien ende vieren j na noen sol regerende An. 1596. Den 25 derselven maent is het kint ter vunt gebracht ende is Pieter genoempt ter presentie van sijn Peeters van mijn heer vader le Voorsten, pieter van Duevelant heer tot Roon ende ten tueden van mijn moeij Van Sudoert Joffrou Adriana van Diemen ende ten derden van mijn suager Johan De Reuter. Datum alsboven A° 1596. Mijn huesvrou es geleghen van een jongedochter op Sinte Maerten avondt den Xe novembris indt jaer ons Heere 1500 ende sevenendenegentich ende kors daernaer gekorstent sijnde ende genaempt geweest Margareta van Roon. Haer peeters sijn geweest Joncheer Reinardt van Diemen mijn oom, joffrou Margareta van Diemen mijn moeije ende Joffrou Cornelia De Rueter in haer leven voer de ... . mijn schoensuster. Mijn huesvrou is gelegen van Quelslina(?) van Roon 1500 negenennegentich. Haer peeters sijn geweest mijn moeie Van Diemen ende m.frau Die Jonge. Mijn huesvrou es noch gelegen van een jongen soon 9) Bij den verkoop van 1488 is ook de leenkamer van de Romoet sohe helft van 'Wisch aan het huis Bergh overgegaan. in dit jaer ons Heeren sestien hondert, ende soo haest hij ter werllet gekoomen es in den Heere gerust. Opden XII611 Novembris is geboeren Jacob van Roen savonts omtrent negen ueren in jaer ons Heere 1600 ende een. Zijn peeters zijn geweest die sehr Erentfeste Joncher Rienoudt van Brederode ende Joffrou Marie van Voerst. Opden XXI Januarij op Sinte Agnetendach es ge boore Mechil van Roon savbns ten X uuere indt jaer ons heere 1600 ende vier 1). Sijn peeters geweest sin­ jeur Hans van der Veeken ende suster De Jonge. Opden XIIen April es geboore onze dochter Maria snamiddaechs omtrent vief uueren wesende den darden Paesdach int jaer ons Heeren 1600 ende vier. Haer peeters sijn geweest den Heere van Duvevoorde ende suster De.... (onleesbaar). Mijn soon Willem van Roon es geboren den VIII Sep tembris Anno 1600 ende ses snachts omtrent tuaelf uueren ende korts daernaer gekorstent. Sijn peeters sijn geweest Joncheer Johan van Roon mijn neve ende Joffrouw Mar­ gareta de Jonge mijn nichte. . â??, Opden IX februarij 1600 ende acht snachts tusschen ellit ende twalif uuere es gebooren mijn soon Cornelis van Roon ende opden 15 daerna gekorstent ende sijn peeters geweest Joncheer Ad(ri)an van der Dues heer tot Rijswijck. Opden 6en May Anno 1600 ende negen snachts na middernaght tusschen XII ende 1 ueren es mijn hues­ vrou verlost van een jonge zoon. De peeter sullen weesen Joffrou Oeerte(?) Pinsen, gehadt hebbende Joncheer Jo­ han van Roon, ende Johan van Loon. KORTE MEDEDEELINGEN. (Oosterbaan) Martinius (XLIV, 361, 367). In zijn â??Bijdrage tot de genealogie van de geslach­ ten Martinius-Oosterbaan Martinius-Luderus (sinds het einde der 18de eeuw Ludérus)' deelt Mr. H. F. Wijn­ man ons op kol. 361 van jaarg. 1926 mede, dat het wa­ pen Martinius zou zijn (volgens 17de eeuwsch cachet): â??een troffel met de punt naar boven gekeerd op â??een gouden veld'. Zie Bijdr. Gesch. Overijssel, IX, â??blz. 166. Kort geleden echter werd ik door de welwillende be­ moeiingen van den Heer C. van der* Keilen, oud-griffier der Marinewerf te Hellevoetsluis, thans te Rotterdam woonachtig, er op attent gemaakt, dat de familie (Oos­ terbaan) Martinius sinds eenige generaties een ander wa­ pen voert. Merkwaardig genoeg echter komt ook in dat wapen de troffel voor, zij het ook in een wonderlijke combina­ tie met een geamputeerde ridderfiguur, gezien de hier­ na volgende wapenbeschrijving, te weten: â??een ridderfiguur (zonder beenen), voerende herald, â??rechts een zwaard, links een troffel met als helm â??teeken een voorwerp, dat naar alle waarschijnlijk â??heid een steen moet voorstellen, terwijl op de plaats â??der beenen deze voorstelling vergezeld gaat van â??een drietal gelijke voorwerpen als er êèn op den JÃ? «»> ') Moet vermoedelijk 1603 zijn.