De Nederlandsche Leeuw, jaargang 47 (1929)

161 162 â??Vuit Johan ïymensz. Veenen hus . . . 4â?? 4â?? â??Vuit den Ehenhorn, nu de schultus Johan ten Torn 2â??16â?? 15â?? 0â?? De groetgelden worden na 1639 niet meer verant­ woord en in 1642 verdwijnt ook de post renten uit huizen voor goed uit de stedelijke rekeningen. Hieraan sluiten dus de mededeelingen, door den heer G. H. van Fenema in â??de Nederlandsche Leeuw', 1913 gedaan, volkomen aan. Voor het openen van een graf werd van 1595â??1612 vijf heereu pond betaald en wel voor volwassenen en kinderen een gelijk bedrag. Over de jaren 1613 â??1621 bedroeg de kerkengerechtigheid 8 h. ffi. 8 st., evenwel in het jaar 1618 slechts f .6.â??.â??, welk bedrag vanaf 1622 6) gehandhaafd bleef. Uit de ontbrekende jaren 1647â??1680 moet het besluit dateeren voor kinderen half geld te laten betalen, nl. f .3.â??.â??. Onder de verrekende bedragen komen slechts enkele keeren afwijkende voorbeelden voor, zooals: â??1601. Gheesken Witten testament â?? 2 h. ffi. â??6 Juli 1742. Volgens testamentaire beschikking van â??Grietje Adolfs, wed9 van Klaas Jansen op het Eiland â??f .2-16â?? â??1616 voor het luiden van hopman Appel â??2 h. ffi. â??1691 dood e voorbij de kercke gedragen â?? f .3.â??.â??. â??N.B. Den 3 April 1721 volgens resolutie van Sche­ penen en Raaden, uyt handen van Evert Moulijn ont­ vangen voor kerkengeregtigheyt van drie verdroncken â??lijeken die op het Siekenhuys gebragt waren, die'be â??kent siJD geworden ende naar Meppelt gebragt â?? â??f. 9-9â??0. . ,,â??Dito ^geresolveert, dat een dood lijk, van hier ,ge â??haalt ende elders vervoert wordende, sal betalen der â??kerken geregtigheyt, aan dé eerst aankomende ofï â??voorbij vaerende kerke'. Voor. verhooging der groeven werd in 1625 door Albart Hofï f .14â??9â?? betaald, terwijl eenige keeren het vastgestelde bedrag extra voor den eigendom eener groeve betaald werd. Het tegelijkertijd begraven van twee en drie, ja zelfs van vier kinderen uit één gezin wijst vooral in de jaren 1600, 1601, 1624, 1625 op het voorkomen van pest te Kampen. In 1636 wordt de geheel e familie van den mayeur of wachtmeester Willem Jansz , bestaande uit de ouders met vijf kinderen â?? nadat 7 kinderen resp. in 1624, 1625 en 1632 gestorven waren â?? grafwaarts gedragen. Op het begraven van Roomsch Catholieken in de Broederkerk wijzen de posten: de mater van Bronnope in 1610, de procuratersche Fenne Jansz. in 1624, een â??pape' in 1687, de post: priester naar Emmeloord na 12 Juli 1702 sluit zich daarbij aan. Vrijgesteld van het betalen der kerkengerechtigheid waren de predikanten, de rector, de schoolmeesters en gezin, eveneon s werden de ouden van dagen uit gast­ huizen en vergaderingen (= hofjes) pro Deo begraven. Over het algemeen komen vage aanduidingen als ^eene joffer, een oude predikant, een pape, een priester, 6) Vanaf dit jaar wordt in de stedelijke rekeningen van Caroli gulden en niet meer van keeren ponden gesproken. vrouw in de Breede steeg, lijk naar Sluis of Zwolle vervoerd', dus zonder nadere naamsaanduiding, slechts zelden voor. De alphabetische doodenlijst, uit drie verschillende bronnen zoo volledig mogelijk opgemaakt, te weten uit: 1°. Stedelijke rekeningen,' 1595â??1639, 2°. Administratieboek van het Ziekenhuis te Kampen, 1641â??1647 en 1680â??1796, 3°. Begraafregister der Broederkerk, 1741â??1811, moge menige genealogische aanvulling breDgen. Tot besluit nog eenige beknopte mededeelingen over de huizen, waarvan de eigenaars renten aan de Broe­ derkerk verschuldigd waren. Deze opsomming vult even eens*het door den heer C. H. van Fenema gepubliceerde over de jaren vóór 1640 aan. (Wordt vervolgd). KORTE MEDEÃ?Ã?ELÏNGEN. Boreel. Onze Redacteur heeft op kolom 57 van dezen jaargang de gedachtenwisseling betreffende de door den heer van Malsen gepubliceerde, historisch-merkwaardige documen­ ten aangaande de herkomst der familie Boreel gesloten, maar dit wil â?? naar het mij voorkomt â?? niet zeggen, dat vooreerst niet meer over het geslacht Boreel in ons Maandblad mag worden geschreven. Alleen de door den heer van Malsen te berde gebrachte quaestie is uitge­ bannen, doch publicatie van authentieke gegeven s blijft natuurlijk gewenscht en is dit sedert de uitgaven van den heer van Malsen zelfs in hooger e mate geworden, dan zij dit te voren was. Nederland's Adelsboek 1928 laat de stamreeks der familie Boreel aanvangen met Ruffelaert Boreel, over­ leden in 1443 J). Omtrent dien stamvader schreef de heer van Malsen op kol. 51: â??Van dezen burger van Gent weten wij niet veel', en uit hetgeen hij aangaande hem mededeelde, blijkt, dat feitelijk de geheel e weten­ schap nopens hem neerkomt op het bekend zijn van den grafsteen van hem en zijne vrouw. Zelfs ging de heer van Malsen op kol. 52 zóóver te zeggen, dat bedoeld e Ruffelaert niet in andere authentieke stukken voorkomt dandeMuysson-documenten, welke van zeer twijfelachtige waarde zijn, zooals door onzen Redacteur is aangetoond. Laatstgenoemde heeft in zijn naschrift zich gehaast op dit feit te wijzen door te herhalen, dat het thans heet, dat Ruffelaert â??niet in authentieke acten voorkomt.' Met het oog hierop acht ik het van belang een en ander openbaar te maken, hetwelk ik vond in de Graaf­ lijke Rekeningen, bewaard in het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage. Bij den aanvang der regeering van Jacoba van Beyeren en haar huwelijk met den Hertog van Brabant zijn een groot aantal lijfrentebrieven verkocht, voorna­ melijk in Brabant en Vlaanderen, zoodat dientengevolge de namen van vele Zuidelijke Nederlanders in de Graaf­ lijke Rekeningen uit de eerste helft der vijftiende eeuw voorkomen. In het bijzonder echter is in dit verband van belang de afzonderlijke rekening 2), overgelegd bij de thesauriersrekening loopende van 21 Augustus 1418 tot 8 Januari 1419, en getiteld: ') Opmerkelijk is, dat Nederland's Adelsboek 1925 (Historisch Ge­ deelte), als eerste generatie opgaf: Willem Boreel, genoemd in een giftbrief van 1339. ') A. R. A.: Graafl. Rek., afd. V, a'. 5a,