De Nederlandsche Leeuw, jaargang 48 (1930)

12 iafc 4°. Magdalena 20' April 1646 N. K, get. Pieter Croessert en Wilmijna Tierens. 5°. Justus 18 Oct. 1646 N. K., get. Jacobus Feret, Joost Burghouts, Johanna Verburg. In verband met het hierboven medegedeelde moet dus allereerst naar een huwelijk Chatveltâ??van Ylem gezocht worden (naar mededeeling van het archief is dit niet te Delft te vinden). De familie van Ylem. is toch in Delft in dien tijd vertegenwoordigd (het vermoeden van een betrekking met Delft wordt ook door het huwelijk van III& versterkt). In Ned. L. 1914 worden verschillende van Ylem's te Delft vermeld (echter geen huwelijk van Ylem-van der Dassen) nl. een Dirk Willemsz. Brasser st. 1608 h. Adriana Dirksdr. van Ylem, Beukei Gerritsz. van Santen st. 1604 of 1616 h. Maria Gerritsdr. van Ylem. Er is te Delft een Maria Duyst Dirksdr. van Ylem in 1663, in 1632 een Marytje Joosten van Ylem en in 1597 een Joost Gerritsz. van Ylem (Ned. L. 1911), terwijl ook nog later de naam er voorkomt. Het wapen van der Dussen op het rouwbord (met een kleine verandering) is ook dat van de Delftsche familie. De oplossing der aansluiting is dus wel te Delft gelegen. Ook verdere gegevens betreffende de latere generaties l.2) _Huych 2. Floris Meesz. Huych Doensz. 4: Cornelis Jansz. Roobol 5. Dirk Kosen 6. Heijnrick Oelortsz. 7. Dirck Cornelisz. 8. Pieter Jansz. 9. Adriaen Heijnricksz. 10. Ghijs Ghijsz. 11. Pieter Jaspersz. 12. Heijnrick Huygensz. 13. Adriaen Dircksz. 14. Lenart Cornelisz. Roobol 16. Pieter Jansz. de Raet 16. Floris Willemsz. 17. Thomas Jansz. 18. Cornelis Gerritsz. 19. Pieter Jansz. die Everdt 20. Kors Dirrcksz. 21. Jan Rochusz. '22. Cornelis Florisz. 23. Cornelis Commersz. 24. Cornelis Kooeszn. 26.Pieter Huiibrechtsz. zie ik gaarne tegemoet, zooals reeds in den aanhef vermeld, is mij bekend wat in de aldaar aangehaalde jaargangen van dit Maandblad is medegedeeld. Regenten in Rhoon en Pendrecht, door A. HOYNCK VAN PAPENDRECHT. Enkele jaren geleden heb ik van de gelegenheid, welke mij geboden was, om inzage te nemen van de archieven van de heerlijkheden Rhoon en Pendrecht, gebruik gemaakt om uit een groot aantal stukken de namen van schout en schepenen, dijkgraaf en heem raden en andere functionarissen te noteeren. Deze aan teekeningen vatte ik samen in de hieronder volgende lijst. Teneinde niet te vervallen in een aanmerkelijk aantal rubrieken, van welke sommige slechts een paar namen zouden kunnen bevatten, heb ik mij beperkt tot ééne lijst, welke al de namen bevat, gesteld in chronologische volgorde '). De lijst vangt in het jaar 1521 aan en loopt tot in het begin van de XIX eeuw. Van ouds waren Rhoon en Pendrecht twee afzonderlijke heerlijkheden, zij hadden dus elk hun schepengerecht. Maar aangezien, althansin de jaren waarvan hier sprake is, de ambachtsheeren steeds één en dezelfde persoon waren, was de schout van Rhoon vermoedelijk meestal ook schout van Pendrecht. Schenen Rhoon 1521. Schepen Rhoon 1621. Schepen Rhoon 1621, 1626. Schepen Rhoon 1521. f vóór 26.7.1638. Schout Rhoon 1626. Schepen Rhoon 1526. Schout Rhoon 1640, 1541, 1642, 1646, 1649, 1660, 1551, 1556. Schepen Rhoon 1640, 1641, 1546, 1660. Schepen Rhoon 1540, 1646, 1549, 1550, 1551. Schepen Rhoon 1640, 1541, 1642, 1546. Schepen Rhoon 1640, 1641, 1642, 1649, 1550, 1661, 1655. Schepen Rhoon 1540, 1641, 1542, 1646, 1649, 1660, 1551, 1666. Schepen Rhoon 1641, 1546. Schepen Rhoon 1646, 1649, 1560, 1651, 1655, 1668, 1580. Schout Rhoon 1684, 1686, 1689, 1696, 1697. Schepen Rhoon 1549. Schepen Rhoon 1649. Schepen Rhoon 1649, 1650, 1663, 1365, 1658. Schepen Rhoon 1550, 1551. Schepen Rhoon 1651. Schepen Rhoon 1653, 1556. Secretaris Rhoon 1651, 1563. Schepen Rhoon 1566. Schout Rhoon 1668. Schout Rhoon 1580. Baljuw Rhoon en Pendrecht 1584. Dijkgraaf Rhoon 1689. Schepen Rhoon 1580, 1684. Schepen Rhoon 1684. Schout Rboon 1597, 1598, 1699, 1601, 1603,