Wapenboek van het St. Bartholomeus gasthuis te Utrecht 1407-1814

< Folio 29v >

Transcriptie en wapenbeschrijvingen

Willem van Muijlwijck, ingekomen anno 1597, quartiermeester van den noothulp vanden eersten septembris anno 1604 tot den lesten augusti 1606, B, obiit 1634.

In goud een dwarsbalk, vergezeld van vijftien bezanten, boven in twee rijen van vijf en vier, beneden in drie rijen van drie, twee en één, alles van keel; dekkleden en wrong: goud en keel; helmteken: een vlucht volgens het schild.

Guert van der Steen, ingekomen anno 1598, quartiermeester van den noothulp vanden eersten septembris anno 1606 tot den lesten augusti 1608, obiit 8 decembris 1609, B.

In zilver een keper van keel; dekkleden en wrong: keel en zilver; helmteken: de keper van het schild (de punt omhoog) tussen een vlucht van zilver.

Ghijsbert Brunensz, ingekomen anno 1597, quartiermeester van den noothulp vanden eersten septembris anno 1602 tot den lesten augusti 1604, B.

In keel zes schuinkruisjes van goud, geplaatst drie, twee en één; dekkleden en wrong: goud en keel; helmteken: een schuinkruisje van het schild tussen een vlucht van keel.

Johan Lap van Waveren, ingekomen anno 1598, quartiermeester van den noothulp van den eesten septembris anno 1600 tot den lesten augusti 1602, B, huysmeester Alreheijligen 1609. De goodtscameren van Sijon ses jaren bedient noch huijsmr. anno drieheijlichen 1618

In zilver een ingeschulpt kruis van sabel; dekkleden en wrong: zilver en sabel; helmteken: een Lappenbuste van natuurlijke kleur met lang haar, een hangsnor en een gespleten baard van zilver en oorpluimen van goud, gekleed van sabel.