Wapenboek van het St. Bartholomeus gasthuis te Utrecht 1407-1814

< Folio 35 >

Transcriptie en wapenbeschrijvingen

Cornelis van Doeyenborch, B, ingekomen anno 1631, quartiermeester van den noothulp van anno 1634 tot anno 1636, huysmeester de anno 1639 tot 1640. obiit

In goud drie zuilen van keel; een uitgeschulpte schildzoom van azuur; dekkleden: keel en goud; een helmkroon van drie bladeren; helmteken: een pantheonkop en -hals van azuur, geoord van goud.

Albert Proeys, ingekomen anno 1633, B, obiit.

In sabel een gekanteelde dwarsbalk van zilver; wrong en dekkleden: zilver en sabel; helmteken: twee spoelen van zilver, elk met twee kantelen, de uiteinden bovenaan van goud, maar de uiteinden van de spoelen niet van goud.

Elias van Weede, ingekomen anno 1631, quartiermeester van den noothulp van anno 1636 tot anno 1638. obiit

In zilver zes lelies van keel, geplaatst drie, twee en één; dekkleden: keel en zilver; een helmkroon van drie bladeren en twee parels; helmteken: twee reigerkoppen en -halzen van zilver, gebekt van goud.

Henrick Valckenaer, ingekomen anno 1634, obiit

In zilver drie aanstotende ruiten van keel; dekkleden en wrong: keel en zilver; helmteken: een uitkomende adelaar van keel, gebekt van goud.