Wapenboek van het St. Bartholomeus gasthuis te Utrecht 1407-1814

< Folio 38v >

Transcriptie en wapenbeschrijvingen

Cornelis van Velthuysen, (ingekomen) 1651.

In goud een toren van keel, met tussen twee palen van sabel een dak van azuur, waarop een kraai van natuurlijke kleur, staande op een losse heuvel van zilver met een trap die naar de toren toe leidt; dekkleden en wrong: goud en keel; helmteken: een kraai van het schild tussen een vlucht van goud en keel.

Mr. Johan van Nellesteyn, ingekomen 1653.

In goud een schuinkruis, geschaakt van keel en zilver; dekkleden en wrong: goud en keel; helmteken: twee armen van het schuinkruis van het schild.

Mr. Johan van Velthuysen.

In goud een toren van keel, met tussen twee palen van sabel een dak van azuur, waarop een kraai van natuurlijke kleur, staande op een losse heuvel van zilver met een trap die naar de toren toe leidt; dekkleden en wrong: goud en keel; helmteken: een kraai van het schild tussen een vlucht van goud en keel.

Dr. Cornelis van der Voort, ingekomen 1653.

In keel drie rozen van zilver, geknopt en gepunt van goud, in het schildhart vergezeld van een lelie van goud; dekkleden en wrong: keel en zilver; helmteken: een uitkomende, geheel naakte wildeman, houdende een knots over de linkerschouder, alles van natuurlijke kleur.