Wapenboek van het St. Bartholomeus gasthuis te Utrecht 1407-1814

< Folio 40v >

Transcriptie en wapenbeschrijvingen

Dr. Henrik van Solingen, ingekomen anno 1662.

In azuur een rechterarm van natuurlijke kleur, gekleed van keel met een manchet van zilver, houdende een kris van goud, komende uit een uit de linkerschildrand komende wolk van zilver; dekkleden en wrong: azuur en goud; helmteken: de arm met de kris van het schild, uitkomend.

Frederick Elioth, ingekomen anno 1663, quartiermeester van de noothulp anno 1668 en 1669, huysmeester van Allerheijligen 1674 tot (16)75.

In keel een keper van goud, beladen met drie lelies van keel en vergezeld van drie stappende geiten van zilver, gehoornd en gehoefd van goud; dekkleden en wrong: keel en zilver; helmteken: een uitkomend hert van keel.

Frederick Beerninck, ingekomen anno 1663.

In zilver een klimmende beer van sabel, getongd en gehalsband van goud, houdende een bol van goud in elke voorpoot; dekkleden en wrong: zilver en sabel; helmteken: een struisveer van zilver tussen twee berenpoten van sabel, elk houdende een bol van goud.

Johan Ram, ingekomen anno 1664, obiit anno 1679.

In keel een klimmende ram van zilver, gehoornd en gehoefd van goud; dekkleden: keel en zilver; een helmkroon van drie bladeren en twee parels (op punten); helmteken: de ram van het schild, uitkomend.