Wapenboek van het St. Bartholomeus gasthuis te Utrecht 1407-1814

< Folio 44 >

Transcriptie en wapenbeschrijvingen

Jurriaen Vosch, ingekomen anno 1680.

Gevierendeeld; I en IV in goud twee schuingekruiste gevleugelde pijlen van sabel, gaande over een dwarsbalk van keel; II en III in azuur een weerhaak van goud en een ingeschulpte schildzoom van keel; dekkleden en wrong: goud en keel; helmteken: een zittende vos van keel.

Adriaen van Rossem, ingekomen anno 1681.

In zilver drie papegaaien van keel; dekkleden en wrong: zilver en keel; helmteken: een mannenbuste van natuurlijke kleur met ezelsoren van goud, geschuinbalkt gekleed van zes stukken van zilver en keel.

David Oudorp, ingekomen anno 1680.

In goud twee rennende vossen van keel; dekkleden en wrong: goud en keel; helmteken: een staande vos van keel tussen een vlucht van goud en keel.

Mr. Jan Borre van Amerongen, ingekomen anno 1681.

In keel een schuinbalk, vergezeld van zes zoomsgewijs geplaatste lelies, alles van zilver; dekkleden en wrong: keel en zilver; helmteken: een bos struisveren, bestaande uit zeven pluimen aan één schacht, van sabel, komende uit een vaas van sabel met een voet en bovenrand van goud, omwonden door een ketting van goud die aan de linkerzijde verbonden is met de wrong.