Wapenboek van het St. Bartholomeus gasthuis te Utrecht 1407-1814

< Folio 45v >

Transcriptie en wapenbeschrijvingen

Mr. Antonis van Mansveld, ingekomen anno 1692.

In goud een lelie van zilver, in de schildhoeken vergezeld van vier ruiten van sabel; dekkleden en wrong: goud en sabel; helmteken: de lelie van het schild tussen een vlucht van goud en sabel.

Leonard de Casembroot, ingekomen anno 1694.

In azuur een keper van goud, beladen met drie rozen van keel, geknopt van goud, vergezeld van drie korenhalmen van goud; dekkleden en wrong: azuur en goud; helmteken: een uitkomende vrouw van natuurlijke kleur, met bemodderd gelaat en bruin haar, het bovenlichaam ontbloot, gekleed in een rok van keel, met een armband om de linkerbovenarm, een sjerp over de rechterschouder, korenaren op het hoofd en een bundel van drie korenhalmen in de rechterhand, alles van goud.

Frederik Adriaen baron van Reede, vrijheer van Renswoude, ingekomen anno 1693.

In zilver twee hoekige dwarsbalken van sabel; een gouden helm; dekkleden en wrong: zilver en sabel; helmteken: een vlucht van sabel.

Mr. Balthasar de Leeuw, ingekomen anno 1694.

Gevierendeeld; I en IV in zilver een leeuw van sabel, getongd en genageld van keel; II en III in zilver drie rozen van sabel, geknopt van goud, gepunt van sinopel; dekkleden en wrong: zilver en sabel; helmteken: een uitkomende leeuw van het schild.