Wapenboek van het St. Bartholomeus gasthuis te Utrecht 1407-1814

< Folio 47v >

Transcriptie en wapenbeschrijvingen

Mr. Cornelis van Eck, ingekomen anno 1702.

In goud een leeuw van keel, getongd en genageld van azuur; dekkleden: goud en keel; een helmkroon van drie bladeren en twee parels; helmteken: de leeuw van het schild, uitkomend.

Johan Willarts, ingekomen anno 1703.

In goud een keper van sabel, vergezeld van drie zwijnskoppen van sabel, geslagtand van zilver, gebekt van keel; dekkleden en wrong: goud en sabel; helmteken: een bebladerde eikentak met eikels van natuurlijke kleur.

Mattheus Onderwater, ingekomen anno 1703.

Gevierendeeld; I en IV in sabel een dwarsbalk van zilver, vergezeld van drie zwanen zonder poten van zilver, gebekt van keel; II en III doorsneden; A in keel drie naast elkaar geplaatste torens van goud, geopend en verlicht van het veld; B effen zilver; dekkleden en wrong: sabel en zilver; helmteken: een zwaan van het schild tussen een vlucht van zilver en sabel.

Coenraed Trajectinus Borre van Amerongen, ingekomen anno 1703.

In keel een schuinbalk, vergezeld van zes zoomsgewijs geplaatste lelies, alles van zilver; dekkleden en wrong: keel en zilver; helmteken: een bos struisveren, bestaande uit zeven pluimen aan één schacht, van sabel, komende uit een vaas van sabel met een voet en bovenrand van goud, omwonden door een ketting van goud die aan de linkerzijde verbonden is met de wrong.