Jan Daniel d’Ablaing, heer van Moersbergen, ingekomen 1732.

Gevierendeeld; I en IV in keel een leeuw van goud, getongd van azuur; II en III in azuur een keper, vergezeld van drie wassenaars, alles van goud; in een hartschild: in zilver drie leeuwen van sinopel, getongd van keel, en een ingeschulpte zoom van keel, en in plaats van de wrong een helmkroon van drie bladeren en twee parels; dekkleden en wrong: rechts keel en goud, links azuur en goud; helmteken: een uitkomende leeuw van het schild.

Mr. Johan Alexander Roëll, ingekomen 1733.

In zilver een klimmende beer van sabel; dekkleden en wrong: zilver en sabel; helmteken: een bos struisveren, bestaande uit negen pluimen aan één schacht, van sabel.

Alexander Hendrik van der Capelle, heer van Schalkwijk, ingekomen 1733.

In azuur een ankerkruis van zilver, rechts boven vergezeld van een spitsdakige kapel van goud; dekkleden: azuur en zilver; een helmkroon van drie bladeren en twee parels; helmteken: de kapel van het schild.

Cornelis Evert van der Capelle, heer van Schalkwijk, ingekomen 1735.

In azuur een ankerkruis van zilver, rechts boven vergezeld van een spitsdakige kapel van goud; dekkleden: azuur en zilver; een helmkroon van drie bladeren en twee parels; helmteken: de kapel van het schild.