Wapenboek van het St. Bartholomeus gasthuis te Utrecht 1407-1814

< Folio 57 >

Transcriptie en wapenbeschrijvingen

Mr. Cornelis Anthony van Wachendorff, ingekomen 1743.

In goud twee afgewende sleutels van keel; dekkleden en wrong: goud en keel; helmteken: een brakkenkop en -hals, de kop van natuurlijke kleur, pijlpuntig getongd van keel, de hals geschaakt van keel en goud, beide gescheiden door een halsband met linten van goud.

Mr. Leonard de Casembroot, ingekomen 1743.

In azuur een keper van goud, beladen met drie rozen van keel, geknopt van goud, vergezeld van drie korenhalmen van goud; dekkleden en wrong: azuur en goud; helmteken: een uitkomende vrouw van natuurlijke kleur, met bruin haar, het bovenlichaam ontbloot, gekleed in een rok van keel, met een armband om de linkerbovenarm, een sjerp over de rechterschouder, korenaren op het hoofd en een bundel van drie korenhalmen in de rechterhand, alles van goud.

Mr. Abrahm Ludolph van Mansvelt, ingekomen 1745.

In goud een lelie van zilver, in de schildhoeken vergezeld van vier ruiten van sabel; dekkleden en wrong: goud en sabel; helmteken: de lelie van het schild tussen een vlucht van goud en sabel.

Mr. Jan Wijnand de Ruever, ingekomen 1745. B.

In zilver een leeuw van sabel, getongd en genageld van keel; dekkleden: zilver en sabel; een helmkroon van drie bladeren en twee parels; helmteken: de leeuw van het schild, uitkomend en aanziend.