Mr. Adriaan Cornelis de Back, ingekomen anno 177. .

Gevierendeeld; I en IV in goud drie bakstenen van keel; II en III in zilver een verkort kruis van azuur, vergezeld van vier wassenaars van keel; dekkleden en wrong: keel en zilver; helmteken: een mansbuste van natuurlijke kleur met haar en een baard van zilver, een ingedeukte bruine muts waaruit drie veren komen van keel, zilver en azuur, gekraagd van zilver, gekeperd gekleed van keel, zilver, azuur, keel, zilver, azuur en keel.

Mr. Ryklof Michael van Goens, ingekomen anno 1776.

Gevierendeeld; I en IV in zilver een springend hert van keel; II en III in goud een halve adelaar van sabel, komende uit de delingslijn; in een hartschild van azuur een liggende zandloper van goud; dekkleden en wrong: zilver en keel; helmteken: het hert van I en IV, aanziend en uitkomend tussen een vlucht van zilver.

Adolph Hendrik grave van Rechteren, heer van Geerestein etc., ingekomen anno 1776.

In goud een kruis van keel; dekkleden en wrong: goud en keel; helmteken: een muts van goud met opslag van keel, getopt met een struisveer van keel.

Godart van Schüler, ingekomen anno 1777.

In goud een beurtelings gekanteelde dwarsbalk van sabel; een rangkroon van negen parels op de hoofdband; dekkleden: goud en sabel; een helmkroon van drie bladeren en twee parels; helmteken: een uitkomende pauwenstaart van natuurlijke kleur.