Jan Hendrik Boeracker, ingekomen anno 1814.

In azuur twee schuingekruiste pijlen van goud, gepunt en geveerd van zilver, aan weerszijden vergezeld van een ster van goud; in een schildhoofd van azuur een ster van goud; dekkleden en wrong: goud en azuur; helmteken: een ster van het schild.

Cornelis Hoogeveen, ingekomen anno 1814.

Gevierendeeld; I in goud een leeuw van keel, getongd en genageld van azuur; II in keel drie hoorns van goud; III in keel drie sterren van goud; IV in goud drie klaverbladen van sinopel; dekkleden en wrong: keel en goud; helmteken: de leeuw van I, uitkomend.